100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Belangrijke Punten Psychopathologie (Literatuur + hoorcolleges) €15,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Belangrijke Punten Psychopathologie (Literatuur + hoorcolleges)

1 beoordeling
 61 keer bekeken  1 keer verkocht

Belangrijke Punten Psychopathologie (Literatuur hoorcolleges)

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • Onbekend
  • 20 oktober 2019
  • 52
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: hoi25031996 • 3 jaar geleden

avatar-seller
bjt1995
Samenvatting Psychopathologie

Week 1
Hoofdstuk 1, Introductie
Psychopathologie is de wetenschap waarin psychische stoornissen worden bestudeerd. Deelonderwerpen zijn: het
voorkomen, de hoeveelheid, het ontstaan, het onderscheid tussen en de behandeling van stoornissen.
Ontwikkelingspsychopathologie: hierin wordt het ontstaan en beloop van psychische stoornissen onderzocht.
3 thema’s binnen de ontwikkelingspsychopathologie:
 Vroeger en nu;
o Men gaat ervanuit dat de gedrag/de mogelijkheden in de loop van iemands leven veranderen,
complexer worden
o De oorzaak van psychopathologie ligt niet per definitie in het verleden.
o Wisselwerking: de relatie tussen vroegere ervaringen en huidige ervaringen hebben een
wisselwerking. De ervaringen uit het verleden beïnvloeden hoe iemand zijn huidige ervaringen
interpreteert en waardeert, en de ervaringen uit het verleden beïnvloeden hoe iemand terugkijkt op
zijn verleden.
 Een dynamisch gezichtspunt;
o Een psychische stoornis is dynamisch
 Een uniek individu met unieke ervaringen.
o De ontwikkeling van het kind, en daarmee zijn gedrag, wordt beïnvloed door zowel factoren uit de
omgeving van het kind als factoren van of voortkomend uit het kind zelf.

Probleemgebieden in de ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen
Leeftijdsperiode Probleemgebieden Indicatie van ernst
Vroege kindertijd Slaapproblemen Gaan meestal over
Eet- en groeiproblemen Gaan meestal over
Hechtingsproblemen Eenmaal ontstaan, is een hechtingsstoornis lastig te
behandelen.
Pervasieve Chronisch vanwege erfelijke aanleg
ontwikkelingsstoornissen
Zindelijkheidsproblemen Gaan meestal over
Taal- en leerproblemen Een aantal taal- en leerstoornissen is chronisch vanwege
erfelijke aanleg
Middelste Aandachts- en ADHD ius chronisch vanwege erfelijke aanleg
kindertijd: impulsiviteitsproblemen
basisschoolleeftijd Gedragsproblemen Eenmaal ontstaan, is een gedragsstoornis lastig te
behandelen
Angstproblemen Angststoornissen zijn goed te behandelen, maar de kans
op terugkeer blijft.
Puberteit: Stemmingsproblemen Unipolaire stemmingsstoornissen (depressie) zijn goed te
middelbare behandelen, maar de kans op terugkeer blijft. De bipolaire
schoolleeftijd stoornis is chronisch
Eet- en lijnproblemen Eenmaal ontstaan, is een eetstoornis lastig te behandelen
Problemen met Eenmaal ontstane verslaving is ernstig en blijft, ook na
middelenmisbruik ‘afkicken’, levenslang een zwakke plek
Schizofrenie en psychosen Schizofrenie is chronisch vanwege erfelijke aanleg
Omgaan met de dood en eigen Suïcidaliteit ontstaan over het algemeen genomen vanaf
sterfelijkheid de puberteit. Het is een ernstig verschijnsel maar over het
algemeen goed te voorkomen en te behandelen.


1

,Cultuur heeft op 2 manieren invloed op de psychopathologie:
 Cultuur kan de kans op bepaald gedrag vergroten of verkleinen;
 Oordeel van volwassene over gedrag van kinderen (normen en waarden).
Risicofactor: is een factor die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van het kind.
Beschermingsfactor: is een factor die in een situatie van risico de negatieve invloed van de risicofactor op de
ontwikkeling geheel of gedeeltelijk tenietdoet.

Hoofdstuk 2, Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
Classificatiesystemen: zijn systematische beschrijvingen van gedrag op basis van door wetenschappers
onderscheiden en gegroepeerde gedragskenmerken, met als doel gedrag in te delen.
Diagnostiek: gaat een stapje verder, hier wordt ook vastgesteld of een kind ook lijdt onder de problemen, behoefte
heeft aan hulp of zorg en wel of niet optimaal functioneert.
Epidemiologisch onderzoek: onderzoekt de prevalentie (hoeveel komt het voor) van problemen en/of stoornissen.
Differentiaaldiagnose: men moet zich altijd afvragen of er nog een andere psychische stoornis is die dezelfde
symptomen kan veroorzaken en die dus uitgesloten moet worden.
DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. In de DSM staan de afspraken over hoe een psychische
stoornis gedefinieerd wordt door de kenmerken (symptomen) te omschrijven. Dit zijn observeerbare
gedragskenmerken of innerlijke kenmerken.
Voordelen van classificatiesystemen:
 Internationale eenduidigheid (onderzoek, onderwijs, beleid, communicatie)
 Duidelijke beschrijving kern problematiek
 Richtinggevend voor behandeling.
Nadelen van classificatiesystemen:
 Mogelijk te sterk gereduceerd;
 Categoriale indeling;
 Suboptimale basis voor behandeling.
1952 DSM-I, baseerde zich vooral op de psychoanalyse en kende grote aandacht voor ‘minder ernstige’
stoornissen
1968 DSM-II
1980 DSM-III, er vond een duidelijke breuk plaats, met de uitgangspunten van I en II, DSM-III koos ervoor om
enkel en alleen van waarneembare kenmerken uit te gaan en niet meer van een bepaalde theorie over
de oorzaak van een stoornis.
1994 DSM-IV, bouwde voort op de DSM-III
2000 DSM-IV-TR (tekstrevisie), een lichte aangepaste versie op de IV
2013 DSM-5, gebaseerd op afspraken die specialisten maken voor elke groep stoornissen, niet altijd
wetenschappelijk onderbouwt en daarom vaak ter discussie, maar de duidelijke gespecifieerde criteria
hebben wel een enorme toename mogelijk gemaakt van onderzoek naar ontstaan, beloop, voorkomen
en genezen van psychische stoornissen.
Assen DSM-IV
 As I: klinische diagnose
 As II: persoonlijkheidsstoornissen en mentale retardatie
 As III: somatische aandoening
 As IV: psychosociale en omgevingsfactoren
 As V: Global assessment of functioning (GAF)
DSM-5:
 Alle stoornissen (geen hiërarchisch onderscheid meer m.b.v. assen I-III)
 Uitgebreide specificaties & stressoren
 Ernst: per stoornis ernst
 Niveau van functioneren:
o WHO DAS (WHO Disability Assessment Schedule). 36 items over 6 domeinen: communicatie,
mobiliteit, zelfzorg, sociale omgang, activiteiten, deelname aan de gemeenschap. Scoring 100%
(volledig afhankelijk) – 0% (goed functioneren)
Comorbiditeit: meerdere stoornissen tegelijkertijd
Categoriaal: de stoornis wordt categoriaal benaderd: het is alles of niets.
4 diagnostische methoden:
 Het diagnostisch gesprek
2

, o Autoanamnese: als de persoon met problemen zelf de klachtgeschiedenis verteld;
o Heteroanamnese: als iemand anders de klachtgeschiedenis toelicht.
o 3 voorwaarden waaraan een hulpverlener moet voldoen:
 empathie;
 acceptatie;
 zelfkennis.
 Observeren
o Is opzettelijk, doelgericht en systematisch waarnemen.
 Psychodiagnostiek
o Bij psychodiagnostisch onderzoek wordt gebruikgemaakt van vragenlijsten, testen en
beoordelingsschalen.
o 3 soorten psychodiagnostische testen:
 Functietesten: meten van een bepaalde functie van het kind;
 Zelf-invullijsten: vragenlijsten waarmee een bepaalde problematiek of psychisch kenmerk
gemeten kan worden;
 Projectieve testen: het aanbieden van onduidelijke stimuli en aan het kind vragen wat hij of
zij denkt bij zo’n stimulus.
 Lichamelijk en somatisch onderzoek
3 soort prevalentie:
 Ooit-prevalentie of life(time)prevalentie: het percentage kinderen dat ooit in hun leven een bepaalde
stoornis heeft gehad;
 Jaarprevalentie: het percentage kinderen dat het afgelopen jaar een stoornis heeft gehad;
 Puntprevalentie: het percentage kinderen dat op een bepaald moment een stoornis heeft gehad.
Belangrijk: Classificeren is minder breed dan diagnosticeren. Bij diagnosticeren kijk je verder dan alleen de stoornis
(gezinsfactoren en behandeling).
Beschrijvende diagnostiek: semi-gestructureerde klinische interviews met ouders en kind (DSM-5).
Verklarende diagnostiek: in kaart brengen van levensgeschiedenis, risico- en beschermende factoren in kind en
omgeving.

Classificeren versus dimensioneel denken
 Afzonderlijke eenheden  Glijdende schaal
 Makkelijke communicatie  Moeilijkere communicatie
 Zwart-wit  Graduele verschillen
 Verandering niet gemakkelijk te meten  Verandering gemakkelijk te meten

DSM-5 versus DSM-IV
Verschillen:
1. Streven naar meer dimensionele benadering
o IV: stoornis ja/nee
o 5: ernstmaat
o Gevolg:
 Het gewone wordt pathologischer
 Het pathologische wordt gewoner
2. Aanname ontwikkelingsperspectief:
o Geen aparte kindsectie meer in 5
o Uiting stoornis verschilt tussen kindertijd en volwassenheid
o Weergave prevalenties per leeftijdscategorie
o Stoornissen die meestal optreden in begin leven voorin
3. Duidelijkere erkenning rol culturele context
o Gedrag moet afwijkend zijn/problemen opleveren binnen sociaal-culturele context
o Cultuurspecifieke uitingen van stoornissen
4. Van beschrijvend naar gebaseerd op ontstaansmechanismen
o Weergave informatie uit genetisch en biologisch onderzoek
5. Betere afstemming op ICD
o Vermelding ICD codes voor specificaties en stressoren

3

, Hoofdstuk 5, Slaapstoornissen en slaapproblemen
De fysioloigsche zelfregulatie: het leren reguleren van de slaap is onderdeel van de eerste ontwikkelingsopgave van
het jonge kind.
Slaap is een toestand van verminderende motorische activiteit en verminderde verwerking van zintuigelijke prikkels,
waaruit men gewekt kan worden, en die gemiddeld eenmaal per etmaal voorkomt.
Korte of verstoorde slaap: kan negatieve invloeden hebben op onder andere de regulerende functies van onze
genen, waardoor iemand eerder ziek wordt en gevoeliger is voor stress.
Twee soorten slaap:
 REM-slaap: Rapid Eye Movement – verwijst naar het feit dat tijdens deze periode de ogen achter de gesloten
oogleden snel heen en weer bewegen. Mensen dromen tijdens de REM-slaap.
 Non-REM-slaap (NREM-slaap): geen oogactiviteit, rustige slaap. Hersenactiviteit is laag en beweging is
mogelijk. 4 fasen:
o Fase 1: het in slaap vallen, lichte slaap;
o Fase 2: een iets minder lichte slaap;
o Fase 3 & 4: vormen van diepe slaap, moeilijker te wekken.
 Circa 90 minuten NREM-slaap, dan 10-20 minuten REM-slaap en dan weer 90 minuten NREM-slaap. Gebeurt
4 a 5 keer per nacht.
Van de REM-slaap vermoedt men dat die een rol vervult bij de vorming en het in vorm houden van het zenuwstelsel
en het geheugen. De NREM-slaap wordt in verband gebracht met lichamelijke herstelfuncties, energievoorraden
worden aangevuld, eiwitten worden aangemaakt en er wordt nieuw weefsel gevormd.
2 mechanisme achter slaap:
1. circadiaans ritme/bioglogische klok: een ritme van ongeveer een dag dat wordt geholpen door het feit dat
het ochtend en avond wordt;
2. Vermoeidheid: na een aantal uren wakker word je moe en zal je slaapbehoefte toenemen.
Slaaphormoon melatonine: een toename bevordert slapen en een afname bevordert ontwaken.
Normale ontwikkeling van slaap:
 Pasgeborenen: meerdere relatief korte slaap- en waakperiodes;
 Zes maanden: baby kan ’s nachts doorslapen (slaapt ook nog overdag);
 1 jaar: slaapperiodes overdag al veel korter;
 2 jaar: overgaan naar 1 slaapperiode ’s middags;
 4 jaar: geen slaapperiodes meer overdag (normaal gesproken).
2 verschillen van slaap van een pasgeborene en een kind/volwassenen:
1. Een pasgeborene start met REM-slaap;
2. Bij een pasgeborene bestaat de REM-slaap alleen uit fase 1 en 2 (lichte slaap).
Ontwikkeling van de biologische klok:
 Foetus: nihil, kent nog geen circadiaan ritme;
 3 maanden: melatonine productie komt op gang;
 Tussen 1-2 jaar: piekproductie, daarna neemt het weer af;
 Adolescentie: productie melatonine neemt nog verder af;
Vanaf 2 a 3 jaar gaan kinderen uitgebreide slaaprituelen ontwikkelen en vanaf 3 komen de eerste nachtmerries.
Door sociale aspecten en melatonine productie zijn kinderen ochtendpersonen en veranderd dit in de adolescentie.
We spreken van een stoornis als:
1. De slaap over langere tijd verstoord is (3 maanden);
2. Het duidelijke negatieve effecten heeft op de activiteiten overdag.
Hierbij moet gekeken worden of de slaapprobleem/stoornis op zichzelf staat (primaire stoornis) of een gevolg is
van een andere psychische of lichamelijke factor (secundaire stoornis).
Dyssomnie: slechte slaap. Het gaat om een verstoring van het slaapproces. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen
insomnie (slaaptekort) en hypersomnie (te veel slaap).
Parasomnie: vreemde slaap.
Insomnie is de meest voorkomende slaapprobleem bij kinderen. Wordt ook wel pedagogisch slaapprobleem
genoemd. Kenmerken zijn:
 Problematisch gedrag overdag;
 Snel geïrriteerd zijn;
 Slecht kunnen concentreren;
 Een lage spanningsboog.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bjt1995. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80796 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€15,49  1x  verkocht
  • (1)
  Kopen