Met behulp van deze uitgewerkte leerdoelen van AFPF blok 1C, wordt het leren voor AFPF ineens een stuk makkelijker. Zelfs ik die altijd enorm opzag tegen dit vak, heeft het door middel van deze fijne samenvatting gehaald. Het is uitgebreid uitgewerkt en in eenvoudige taal beschreven om het zo duide...
Casus 1
De fysiologie van de reuk samenvatten
Respiratoire functie
In de neusholte wordt de lucht verwarmd, bevochtigd en gefilterd. De conchae nasales
(neusschelpen) vergroten het oppervlak en veroorzaakt turbulentie, waardoor de
ingeademde lucht over het hele neus oppervlak verspreid.
- Opwarming door de haarvaten langs de slijmvliezen
- Filtering en zuivering door de haren die de grootste deeltjes opvangen en door slijm
die de kleine deeltjes tegenhouden.
- Bevochtiging door de vochtige slijmvliezen waar de lucht langs komt.
Reukfunctie
De neus is het reukorgaan (olfactie). In het dak van de neus bevinden zich gespecialiseerde
receptoren die geur opvangen. Deze receptoren worden gestimuleerd door de lucht
vervoerde geuren. De hieruit voortvloeiende zenuwsignalen worden door de twee nervi
olfactorii (eerste hersenzenuwen) naar de hersenen gestuurd. Als ze daar aankomen
worden ze als geur ervaren.
De structuur van de trachea beschrijven en uitleggen aan de hand van de
functies van de trachea
Structuur:
De trachea wand bestaat uit drie weefsellagen en wordt opengehouden door 16 tot 20 C-
vormige op elkaar liggende hyaliene kraakbeen ringen. Aan de achterkant is de ring open en
dit deel ligt tegen de oesophagus (slokdarm). Het wordt omgegeven door gladde spieren en
bindweefsel.
Weefsellagen:
1. Buitenste laag: Bevat fibreus en elastisch weefsel en omhult de kraakbeenderen
2. Middelste laag: Bestaat uit kraakbeen en gladde spieren. Ook bestaat het uit
losmazig bindweefsel dat bloed- en lymfevaten en autonome zenuwen bevat
3. Binnenste laag: Bestaat uit cilinderepitheel met trilharen.
Functies:
Ondersteuning en doorgankelijkheid:
Het kraakbeen houdt de trachea permanent open. De zachte weefselbanden tussen het
kraakbeen bieden flexibiliteit. Hierdoor kunnen het hoofd en de nek vrij bewegen zonder de
luchtweg te knikken of te blokkeren. De opening aan de kant van de slokdarm heeft als
functie dat de slokdarm wijder kan worden tijdens het slikken.
Mucociliair transport:
Het bewegen van de trilharen van het slijmvlies, naar de uitgang (de mond). Om vervolgens
kunnen doorslikken en ophoesten.
1
,Hoestreflex:
Zenuwuiteinden zijn gevoelig voor irritatie. De zenuwprikkels gaan naar het
ademhalingscentrum in de hersenstam. De motorische reflex is:
1. Diepe inademing
2. Sluiting van de stembanden
3. Glottis (huig) wordt afgesloten
4. De buik- en de ademhalingsspieren spannen aan
5. Druk in longen neemt toe
6. Glottis opent zich
7. De lucht wordt door de mond weggedreven
Opwarming, bevochtiging en filtrering.
Proces gaat door.
De locatie en globale anatomie van de longen beschrijven
Locatie:
De top of apex: Loopt tot de nekbasis bij de bloedvaten en zenuwen. Ligt dicht bij de eerste
rib.
De basis: Ligt op de thoracale oppervlak van het diafragma.
Het costale (voorkant) oppervlak: Is een breed buitenoppervlak van de longen dat direct
tegen de costale kraakbeenderen, de ribben en de tussenribspieren aanligt.
Het mediale oppervlak:
Globale anatomie:
Rechterlong is onderverdeeld in 3 afzonderlijke kwabben (bovenste middelste en
ondersterste deel).
2
,Linkerlong is onderverdeeld in 2 afzonderlijke kwabben (boven en onderste deel). Deze is
kleiner door het hart. De afscheiding tussen de kwabben heten fissuren.
De ruimte tussen de longen heet het mediastinum.
De longen zijn omgeven door het longvlies of pleura.
Interstitiële longweefsel
Het interstitiële weefsel is het weefsel dat zich tussen de luchtwegen en longblaasjes
bevindt. Het bevat de bloedvaten, bindweefsel en zeer veel elastische vezels die toelaten
dat de long kan uitzetten bij het inademen en terug samenvallen bij de uitademing.
De functies van de pleura beschrijven
De pleura is een gesloten zak van sereus membraan met sereus vloeistof (één voor elke
long). Bestaande uit twee lagen:
- Een laag zit vast aan de long →
Pleura visceralis → Bedekt de
long
- Een laag zit aan de wand van de
borstholte en bekleedt de
binnenkant van de borstwand en
het thoracale oppervlak van het
diafragma → Pleura parietalis
3
, De pulmonale (de longen betreffende) bloedtoevoer beschrijven
De pulmonary artery voert bloed naar de longen. Eenmaal in
de longen splitst iedere longslagader zich in vele takjes die
uiteindelijk eindigen in een dicht netwerk van capillairen rond
de alveoli. De wanden van de longblaasjes en de haarvaten
bestaan uit elk uit één laag epitheelcellen. De uitwisseling
van gassen vindt plaats tussen deze twee cellen (de
alveolaire capillaire membraan).
De mechanische gebeurtenissen beschrijven en
vergelijken die plaatsvinden tijdens inspiratie en expiratie
De ademhalingscyclus
Bestaat uit 3 fasen:
1. Inspiratie (inademing) → Actief proces, want er is energie nodig om de spieren te
laten aanspannen → Duurt in rust ongeveer 2 seconden
Het diafragma gaat bij het inspiratie naar beneden en de borstkas zet naar voren uit. Door
dat de pleura visceralis gaan de longen mee en wordt het volume groter. De druk wordt
lager, hierdoor stroomt de lucht naar binnen.
2. Expiratie (uitademing) → Passief proces, omdat er geen energie voor nodig →
Duurt in rust ongeveer 3 seconden
Het diafragma ontspant bij expiratie en de borstkas zakt. Doordat de pleura visceralis gaan
de longen weer krimpen en het volume kleiner. De druk wordt hoger, hierdoor stroomt de
lucht naar buiten.
3. Pauze (niks)
Een definitie geven van de termen compliantie, elasticiteit en
luchtwegweerstand
Compliantie: De uitzetbaarheid van de long. Ook wel de inspanning die nodig is om de
alveoli op te blazen. De gezonde long is erg rekbaar (compliant) en zet makkelijk uit.
Elasticiteit: Het vermogen van de long om na elke ademhaling weer zijn oorspronkelijke
vorm aan te nemen.
Luchtweerstand: Weerstand bij het in en uitstromen van de lucht. Er is meer adem
inspanning nodig als de luchtweerstand toeneemt.
De voornaamste longvolumes en longcapaciteiten beschrijven
Bij normale, rustige ademhaling is de frequentie ongeveer 15 keer per minuut.
Teugvolume (TV) → Hoeveelheid lucht die in en uit de longen stroomt per AH → 500 ml
Inspiratoir reservevolume (IRV) → Extra hoeveelheid lucht boven op de TV
Inspiratoir longcapaciteit (IC) → De TV en de IRV samen
Functionele residuale capaciteit (FRC) → De hoeveelheid lucht die aan het einde van
rustige expiratie achterblijft in de luchtwegen en de alveoli. De FRC zorgt er ook voor dat bij
expiratie de longblaasjes niet dichtklappen.
Expiratoir reservevolume (ERV) → Extra hoeveelheid lucht boven op de normale expiratie
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kickiandriessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.