LEERDOELEN WEEK 7A – FAM
VAN DER BOOM
AFPF
ALLERGIE / OVERGEVOELIGHEID
De vier typen overgevoeligheidsreactie beschrijven, met voorbeelden;
Type-I (anafylactische schock) → treedt op bij mensen die aanmaak van zeer hoge niveaus
immunoglobuline E (IgE) hebben geërfd. Bij blootstelling aan allergeen, activeren deze hoge niveaus
antilichamen mestcellen en basofielen, die hun korrelige inhoud vrijgeven. Histamine zorgt er dan voor
dat sommige gladde spieren samentrekken (luchtwegen), bloedvaten dilateren en de permeabiliteit
toeneemt. Dit leidt tot exsudatie van vloeistoffen en eiwitten in weefsels.
Anafylactische schock → ernstig type-1 die zorgt dat de bronchi ernstig worden vernauwd en de
vasodilatie een shock veroorzaakt, die tot dood kan leiden.
Type-II (cytotoxische reactie) → als antilichaam reageert met een antigeen op het oppervlak van een
cel, wordt die cel afgebroken door een aantal mechanismen, bijvoorbeeld fagocytose. Dit is normaal
bij eliminatie van bijvoorbeeld bacteriën. Wanneer antilichamen gericht zijn tegen lichaamseigen cellen
en weefsel, voert het oorlog tegen eigen lichaam → auto-immuunziekte. Type-II mechanismen kunnen
aandoeningen zoals hemolytische anemie van pasgeborenen en transfusiereacties.’
Type-III reactie (immuuncomplexreactie) → antilichaam-antigeencomplexen in het bloed worden
gewoonlijk opgeruimd door fagocytose. Gebeurt dat niet, bij gebrek aan fagocyten of overmatige
productie van immuuncomplexen, dan kan het neerslaan in weefsels zoals de nieren, huid, gewrichten
en het oog, waar ze een ontstekingsreactie veroorzaken. De immuuncomplexen nestelen zich in de
glomeruli, waardoor ze de nierfunctie belemmeren. Penicilline allergie is ook een type-III reactie.
Type-IV reactie (celgemedieerde reactie) → reactie zonder antilichamen. T-lymfocyten reageren te
sterk op een antigeen. Als memory T-cellen een antigeen hebben opgespoord, begint de klonale
expansie van de betreffende T-lymfocyt. Grote aantallen cytotoxische T-lymfocyten komen vrij om het
antigeen te elimineren. Meestal gebeurt dit gecontroleerd en is de reactie gepast. Loopt de respons uit
de hand dan gaan de cytotoxische T-cellen weefsels beschadigen. Contacteczeem is afstoting van
niet-compatibel huidtransplantaat.
De basis van auto-immuunziekte beschrijven;
Afweerreactie tegen lichaamseigen stoffen, omdat het lichaam het weefsel niet herkent. Dit kan
zorgen voor een groot aantal aandoeningen;
Reumatoïde artrtis → Het antilichaam (reumafactor) bindt aan de synoviale membraan, wat leidt tot
chronisch ontstoken gewrichten.
Ziekte van Hashimoto → lichaam maakt antilichamen tegen thyroglobuline, wat leidt tot afbraak van
schildklierhormoon en hyposecretie van de schildklier.
Ziekte van Graves → lichaam maakt antilichamen aan tegen schildkliercellen, hierdoor kan juist
hyperthyreoïdie ontstaan.
Auto-immuunhemolytische anemie → lichaam maakt antilichamen aan tegen eigen rode bloedcellen,
wat leidt tot hemolytische anemie.
1
, Myasthenia gravis → onbekende oorzaak vaker bij vrouwen van 20-40 jaar. Antilichamen worden
gemaakt die binden aan de acetylcholinereceptoren van neuromusculaire overgangen en deze
blokkeren. Spiervezels ontvangen geen zenuwprikkels meer, wat leidt tot progressieve en extensieve
spierzwakte. Extrinsieke en ooglidspieren worden als eerste aangetast.
De oorzaak en effecten uitleggen van het aquired immune deficiency syndrome (AIDS);
Aids wordt veroorzaak door midv HIV, een RNA-retrovirus dat het enzym reverse transcriptase
produceert in de gastheercellen. Dit enzym zet viraal RNA om in DNA en dit DNA, dat provirus wordt
genoemd, wordt opgenomen in het DNA van de gastheercel. Deze produceert dan nieuwe kopieën
van het virus die in weefselvocht en bloed terechtkomen en andere gastheercellen infecteren.
Als deze geïnfecteerde gastheercellen zich delen, worden kopieën van het provirus geïntegreerd in
het DNA van dochtercellen, zodat de ziekte wordt verspreid. HIV botviert zich op T-lymfocyten,
monocyten, macrofagen, sommige B-lymfocyten omdat deze een bepaalde eiwitreceptor CD4
bevatten. T Helper-cellen aantallen worden gereduceerd door de infectie waardoor B-celgemedieerde
en T-celgemedieerde immuniteit onderdrukt wordt. Opportunistische infecties krijgen hierdoor een
kans.
Besmetting HIV → geslachtsgemeenschap vaginaal en anaal, gebruik van besmette naalden,
geïnfecteerde moeder en haar kind.
Niet iedereen die het antilichaam tegen HIV heeft ontwikkeld ook aids. Een paar weken na de infectie
kan een acute influenza-achtige ziekte optreden zonder specifieke kenmerken, gevolgd door 2 of meer
symptoomloze jaren. Hierna kunnen symptomen als gegeneraliseerde lymfadenopathie (PGL), of
aidsgerelateerdcomplex (ARC) ontwikkelen met de klachten; chronische lichte koorts, diarree,
gewichtsverlies, anemie en leukopenie. Als aids zich ontwikkeld is de voornaamste complicatie
verspreide en terugkerende opportunistische infecties en tumoren.
SCHIMMELS
Benoemen welke beschreven ziekten er zijn bij infectie met Candida albicans;
De gist candida albicans is een opportunistische infectie en kan een acute schimmelinfectie
veroorzaken aan het epitheel in de mond. Ook kan deze opportunistische gist problemen veroorzaken
in de vulva. Dit kan bij een verminderde afweer en zorgt voor hevige jeuk, afscheiding, zwelling, en
erytheem.
Uitleggen voor welke groepen zorgvragers schimmelinfecties gevaarlijk kunnen zijn;
Schimmelinfecties kunnen gevaarlijk zijn voor mensen met een verminderde afweer of een auto-
immuunziekte.
Benoemen welke beschreven ziekten/symptomen er zijn bij de volgende virussen:
Rhinovirus → verkoudheid → slijmvliezen van luchtwegen geïnfecteerd, hoesten, niezen, verstopte
neus.
Varicella-zoster virus → waterpokken en gordelroos → huid geïnfecteerd, jeuk, uitslag, kinderen,
ouderen.
Norovirus → gastro-enteritis → grote groepen, infectie in maag-darmstelsel, koorts, braken, diarree,
buikpijn.
Rotavirus → diarree (vooral bij kinderen).
2