Samenvatting van het vak "Micro-economie" voor de studie Bestuurskunde (track: EBM) aan de Universiteit Leiden. Dit betreft de additionele literatuur: enkele artikelen en het boek "Institutionele Economie" van Hazeu.
Samenvatting institutionele
economie en additionele
literatuur
Institutionele economie, hoofdstuk I:
In de institutionele economie staat het transactiebegrip centraal: het idee dat transacties (ook
wel ‘ruil’, een tweezijdige overdracht van eigendomsrechten) in een economie niet zonder
kosten tot stand komen.
Markt: De confrontatie van vraag en aanbod van een goed, waarbij het prijsmechanisme voor
evenwicht zorgt.
Het kenobject (focus, optiek) van economie is de veronderstelling dat mensen doelbewust
handelen in situaties van relatieve schaarste. Dit staat ook wel bekend als de
rationaliteitshypothese: schaarste -de spanning tussen wensen en mogelijkheden- dwingt tot
keuzes: meer van het één is minder van het ander. Het ervaringsobject (locus,
toepassingsgebied) van de economie zijn al die verschillende situaties van relatieve schaarste.
‘Economie is de wetenschap die menselijk gedrag bestudeerd als een relatie tussen doel en
schare middelen die alternatieve toepassingen hebben’.
Efficiency: het principe van het ‘kleinste middel’; meer wordt geprefereerd boven minder;
beter wordt geprefereerd boven slechter.
Geld vervult een numeraire functie; het maakt het mogelijk verschillende situaties met
elkaar te vergelijken. In nutsfuncties zit alles waar mensen belang aan hechten, dus niet
alleen hun directe eigenbelang.
De economische discipline is analytisch van aard: observeren en verklaren. Zij schrijft niks
voor en is niet normatief van de doelen die mensen nastreven. Zij gaat wel over middelen: hoe
kunnen eenmaal gekozen doelen het best worden bereikt?
Transacties in het economisch verkeer gaan gepaard met informatietekorten en onzekerheden.
In de institutionele economie wordt de rol van instituties zo uitgelegd dat zij helpen om die
onzekerheid in het economisch verkeer te verkleinen.
Asymmetrische informatie: een ongelijke verdeling van informatie. In de praktijk
beschikken actoren als regel niet over volledige informatie over alle factoren die van belang
zijn bij economische beslissingen. Voor het tot stand komen voor een transactie moet
informatie worden verworven. De kosten van het verwerven heet de informatiekosten, een
vorm van transactiekosten.
De economische organisatietheorie houdt zich bezig met de analyse van instituties als
efficiënte oplossingen in een organisatie- en marktcontext. De institutionele economie bekijkt
instituties op het macroniveau van een economische orde.
1
, Instituties zijn door mensen ontworpen structuren die beperkingen opleggen aan hun
economische, sociale en politieke gedrag, waardoor zij onzekerheid verkleinen. Er is een
onderscheid tussen formele instituties (wetten en regelgeving, rechten en organisaties) en
informele instituties (gedragsregels en gewoonten).
Incrementele verandering: Geleidelijke verandering in instituties naar tijd en omgeving.
Optimale allocatie: een situatie waarin het aanbod zich heeft aangepast aan de vraag en er
een ‘best mogelijk’ bestedings- of productiepatroon is ontstaan, dat aansluit bij de
schaarsteverhoudingen. Naast de optimaliteit van allocatie zijn ook verdeling en
duurzaamheid dimensies van welvaart.
Het aanbod wordt geacht zich aan de vraag aan te passen. De macht van de aanbieder is dus
ondergeschikt aan die van de vrager.
Het bereiken van optimale allocatie kan via de markt -horizontaal- of een hiërarchie -
verticaal-. Beide zijn coördinatiemechanismes voor economische beslissingen. Markt en
hiërarchie vullen elkaar aan en kunnen elkaar versterken, zij zijn dus géén tegenpolen.
Voorbeeld: De autoweg is een publiek goed, maar kan door een privaat bedrijf worden
aangelegd en soms worden geëxploiteerd als tolweg.
Padafhankelijkheid: Het in het verleden afgelegde pad (= in het verleden gemaakte keuzes,
vaste gedragspatronen die men zich heeft eigen gemaakt) staan bepaalde keuzemogelijkheden
nu in de weg (lock-in). Uitkomsten uit een theorie die optimaal zouden zijn, zijn daardoor niet
bereikbaar, zeker gezien de veranderingskosten.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MetObij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.