Hoorcolleges Economie (Onderdeel
Economie & Jaarrekening)
Collegejaar 2019/2020 – Docent: Van Hooijdonk – B3 Rechtsgeleerheid / B2 Notarieel
Recht – Radboud Universiteit
Inhoudsopgave
HC1 Inleiding economie, markten en organisatie, neo-klassiek en institutioneel .................................. 2
HC2 Neo-klassieke economie en institutionele economie & Bouwstenen voor nieuwe institutionele
benadering ............................................................................................................................................ 13
HC3 Slot bouwstenen nieuwe institutionele benaderingen & De nieuwe institutionele theorieën (H4
Hazeu).................................................................................................................................................... 25
HC4 Slot nieuw institutionele theorieën & Macro-economische toepassing nieuwe institutionele
economie (H5 Hazeu) ............................................................................................................................ 35
HC5 Vervolg poldermodel, overheidsfinanciën, ECB, Europese Unie ................................................... 46
HC6 Vervolg EU, financiële crisis en schuldencrisis............................................................................... 57
HC7 Corona............................................................................................................................................ 67
1
,HC1 Inleiding economie, markten en organisatie, neo-klassiek en
institutioneel
Jaarrekening ging meer over de binnenkant van een bedrijf, economie gaat meer over de buitenkant:
de omgeving het bedrijf moet functioneren.
Inhoud
- Economie
- Wat is economie?
- Het ontstaan van markten en organisaties
o Organisaties: De overheid, de universiteit, het rechtssysteem
- Neo-klassieke economie en institutionele economie:
o Klassieke economie: Ouderwetse benadering
o Neo-klassieke economie: Nieuwer, maar wel met de basiselementen uit de klassieke
economie
o Institutionele benadering: Zou het beste pasten bij rechten. In een economisch
systeem heb je ook rechten nodig. Rechtssysteem speelt een belangrijke rol.
Wat gaan we bespreken?
Institutionele invalshoek economie:
- De neo-klassieke benadering over prijsvorming op markten
- De ‘behavioral theory of the firm’
o Je hebt te maken met de gedragingen van mensen
- De verzekeringstheorie
- De nieuwe institutionele benaderingen
o property rights-theorie: eigendomsrechten. Een land waar eigendomsrechten niet
goed geregeld zijn, daar investeer je niet graag. Dan pakt iemand ineens zomaar je
bedrijf af en dat wil je niet.
o Transactiekostentheorie: Het kost tijd, moeite en geld om een transactie tot stand te
brengen. Dus het gaat niet alleen om de prijs.
o principaal-agent benadering: In vrijwel elke relatie is er sprake van een principaal
(opdrachtgever) en een agent (opdrachtnemer). Bijv. als je een huis wil kopen de
makelaar. Je betaalt voor de dienst. Dit speelt in heel veel relaties. Principaal krijgt
niet altijd alle volledige informatie: je weet nooit zeker of de makelaar precies doet
wat je hem hebt overgedragen of dat hij samenspant met andere makelaars om de
prijzen hoog te houden.
De Europese Unie als instituut
- Dit instituut bepaalt veel voor ons en dat is in toenemende mate. Het instituut staat wel ter
discussie.
- Historie, doelen en positie in de wereldeconomie
- De toekomst van de EU en de Euro? We hebben al een eurocrisis gehad en er zullen er nog
veel meer komen. Hoe de euro nu is geregeld, dat is vragen voor problemen.
2
,Economie
Literatuur
• Cock A. Hazeu, Institutionele economie, uitgeverij Coutinho, Bussum 2007, 2e herziene druk,
ISBN 978 9046 900 642.
• Artikelen. Wordt nog via Blackboard bekend gemaakt.
7 colleges (6 + 1 responsie)
Wat is economie?
• Economie is:
• een wetenschap
o Bijdragen aan bestaande kennis
• die keuzegedrag bestudeert
o van consumenten, bedrijven, overheden
• dat noodzakelijk voortvloeit uit schaarste
o je hebt niet onbeperkt geld
o iedereen maakt, ook in dezelfde situatie, andere keuzes met wat ze doen met hun
schaarse middelen zoals geld
o er zijn veel alternatieve aanwendingen van de middelen, je kunt allerlei keuzes
maken
• en dat mogelijk wordt gemaakt door alternatieve gebruiksmogelijkheden van middelen
Maakt (veel) gebruik van
- Modellen
o Bij ingewikkelde relaties kun je modellen gebruiken.
o Het is een abstracte versie van de werkelijkheid. Je kunt nooit alles meenemen.
o In modellen is het gemiddelde van mensen genomen.
- Theorieën
o De relaties die je in de modellen stopt, komen weer tot stand door economische
theorieën. Je maakt dus aannames. Bijv. we nemen aan dat als er minder belasting
wordt geheven, dat er meer geld zal worden uitgegeven. Maar het is heel moeilijk
om te voorspellen. Je weet nooit hoe een model exact werkt dus dat maakt de
economie heel moeilijk.
→ abstractie van werkelijkheid
→ gebruik van assumpties
De modellering van het keuzegedrag van een individu (main stream economics)
Elk individu handelt zo veel mogelijk rationeel: hij maakt bewuste verstandige afwegingen (op basis
van volledige informatie en kosteloos beschikbare informatie). Dat is wat de main stream economics
als assumptie hebben. Gaan ervan uit dat je volledig rationeel handelt.
- Maar als iedereen volledig rationeel handelt en toegang heeft tot alle informatie, dan zou
iedereen hetzelfde besluit nemen. Bestaat dus niet.
- Toch gaan main stream economics hiervan uit in hun modellen.
3
, Het economisch handelen van individuen is gericht op optimalisatie:
Zoveel mogelijk bereiken met zo min mogelijk inzet van middelen.
Ofwel:
een bepaald doel bereiken met een zo min mogelijke inzet van middelen
Ofwel:
met een beschikbare hoeveelheid middelen tot maximale doelrealisatie komen
= optimale allocatie
Het doel kan zijn dat je zo rijk mogelijk wordt. Bijv. met zo min mogelijk inspanning zo rijk mogelijk
worden. Andere economen kiezen juist voor een baan bij het overheid, die hebben andere
doelstellingen zoals kennis overdragen aan mensen. Gaat dus niet altijd om geld. Je wil bijvoorbeeld
zo gelukkig mogelijk worden.
Doelen: niet alleen materieel
Centrale vraagstelling in het vak
Hoe kan doelmatig worden georganiseerd en bestuurd?
Doelmatigheid = efficiency
- Zo wil je de maatschappij inrichten
- Efficiency: Zo goedkoop mogelijk, maar ook dat de dienst zo goed mogelijk verleend kan
worden
- Bijv. gemeente moet efficiënt omgaan met zorggeld. Tegenwoordig gaan mensen op de fiets
weer langs om mensen te verzorgen. Dat is efficiënter dan dat je stukken ertussen moet
rijden met de auto.
- Kopen van een brood bij de bakker is natuurlijk compleet anders dan het kopen van de
Noord-Zuidlijn in Amsterdam. Dit besturen en organiseren moet via een andere organisatie
en bestuur.
- In de institutionele benadering staat dus centraal: Hoe kan een organisatie op een meest
efficiënte manier worden bestuurd?
- Onze maatschappij wordt steeds ingewikkelder dus we moeten allerlei besturingsstructuren
bedenken.
Het gaat in feite om de ontwikkeling, de inrichting en de werking van besturingsstructuren.
De besturingsstructuren zijn in feite vormen van instituties: “the rules of the game in society, or,
more formally, the humanly devised constraints that shape human interaction” (Douglas North)
• Door mensen ontworpen structuren
• Zorgen ervoor dat mensen beperkingen worden opgelegd: We kunnen niet meer alles doen
en laten wat we willen. Instituut zorgt ervoor dat je beperkt wordt in je gedragingen. Maar
het biedt ook mogelijkheden. Bijv. huwelijk geeft beperkingen maar geeft ook rechten.
Instituties kunnen zich materialiseren in instituten: het instituut markt, het instituut organisatie, het
instituut rechtspraak, het instituut huwelijk, het instituut universiteit etc.
4