100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting perspectieven op recht €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting perspectieven op recht

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een complete samenvatting van het vak. Alle hoorcolleges zitten hier volledig en uitgebreid in. Zelf heb ik enkel dit document gebruikt voor het leren van mijn tentamens en mijn eindcijfer was een 8.7.

Voorbeeld 4 van de 61  pagina's

  • 21 augustus 2024
  • 61
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
floorpriem
Perspectieven op recht
Cursus coördinator: perspectieven.recht@uu.nl
Werkgroep: g.heeringa@uu.nl
Paper vrijdag 24 mei 23:59  telt voor 50% mee! (samen met medestudent)
Eindtoets  bestaande uit open vragen over de gehele cursusstof, met een nadruk
op de eerste onderwijsweek en thema II. Deze toets telt voor 50% van het
eindresultaat. De eindtoets staat gepland op dinsdag 18 juni van 11:00 tot 13:00 uur.




Aantekeningen hoorcollege/werkgroep week 1
Leerdoelen
De student kan het onderscheid tussen rechtsvragen en vragen over recht uit te leggen in de
context van rechtspleging
De student kan empirische, conceptuele, rechts interpretatieve en normatieve perspectieven
op het recht van elkaar onderscheiden en herkennen in een casus
De student kan deze perspectieven in verband brengen met het begrip T-shaped jurist
De student kan uitleggen wat de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van juristen
inhoudt


Rechtspleging is het werk van de rechter (rechterlijke oordeelsvorming).

,Dit zijn in essentie drie voorbeelden van het werk van de rechter uit het nieuws gegrepen. Je
kunt op twee verschillende manieren naar deze voorbeelden kijken:
1. Juridische invalshoek  je kunt naar elk van deze voorbeelden kijken op basis van
een juridische invalshoek als je het geldende positieve recht erbij pakt en elk van
deze voorbeelden probeert te begrijpen en doorgronden op basis van rechtsregels
die je dan vind in het geldende positieve recht.
2. Contextuele invalshoek  een andere manier van kijken is een meer contextuele
invalshoek, dus stel je voor dat je dat positieve recht terzijde schuift. Je wilt eigenlijk
begrijpen hoe dit stukje van het recht werkt zonder dat je gelijk in het positieve recht
duikt. Een manier om dit te doen is om meer filosofisch te kijken naar wat rechters
doen of met een meer empirische blik naar wat rechters doen. En in elk van die
voorbeelden zitten ook meer zou je kunnen zeggen contextuele aspecten aan vast.
Dus hier kun je meer filosofische of empirische vragen bij stellen.


Wat kun je nu met een contextuele invalshoek zien, wat je niet ziet bij zo’n juridische
invalshoek? Als we bijvoorbeeld kijken naar het tweede voorbeeld, dan ga je in de grondwet
duiken van Japan, en dan kun je je afvragen wat daar nu uit voort vloeit en of het verbod
bijvoorbeeld in strijd is met de grondwet. Maar als je het reduceert daartoe, dan zul je
bijvoorbeeld zien dat in deze zaak, dat er heel strategisch is geprocedeerd. Allerlei
belangengroepen in Japan hebben gezien, dit is een kwestie die heel pijnlijk is voor onze
gemeenschap en hoe kunnen we dit nou het beste agenderen en hoe kunnen we nou ervoor
zorgen dat dit veranderd. Een manier is dan om strategisch te procederen, dat betekent dat
je heel goed nadenkt over hoe je claim formuleert en hoe je het presenteert aan de rechter,
en dat je dat op zo’n manier doet dat je als het ware inzet op verschillende opties. En als je
nog meer empirisch kijkt naar deze kwestie dan zie je dat dit in essentie dit niet zo zeer ook
een juridische kwestie is, natuurlijk is het een juridische kwestie, maar het is ook een
fundamentele spanning tussen verschillende lagen in de samenleving. Bijvoorbeeld jonge
mensen zouden hier meer achter staan dan de oudere mensen in de samenleving. Dus als je
meer empirisch kijkt dan zie je dat dit in essentie meer een maatschappelijk conflict is,
waarin het voor een deel van de samenleving heel normaal is om een homohuwelijk te
hebben, en voor een deel van de samenleving het niet normaal is om een homohuwelijk te
hebben. De vraag is dan, hoe ga je met dit conflict om? Is dit dan de beste manier om dit te
doen?
Bij ieder van deze voorbeelden zie je dat je elk van deze uitspraken juridisch kan begrijpen,
doorgronden, bestuderen etc. Maar dat je ook tegelijkertijd heel veel zult missen. Je kunt elk
van deze voorbeelden reduceren tot een heel strikt juridische vraag, maar als je je blikveld
zo vernauwd zul je ook een aantal dimensies van elk van deze voorbeelden missen en ook
niet goed begrijpen. Anders gezegd: het is heel waardevol om niet alleen maar in die
wettenbundels te zitten en dat door te akkeren, maar er is nog zoveel meer!

,Rechtsvragen vs. Vragen over het recht
Als je naar elk van die voorbeelden kijkt, dan kun je twee type soorten vragen stellen; je kunt
rechtsvragen stellen “heeft een derdelander recht op opvang?”. Rechtsvragen beantwoord je
door te kijken naar het positieve recht. Je kunt ook vragen stellen over het recht “is het wel
rechtvaardig”. Bij vragen over het recht kun je je wettenbundels laten liggen, je hebt dan
meer een rechtsfilosofische bril op.
Om wat meer grip te krijgen over wat voor vragen het we dan hebben, kun je de tekst
‘Landkaartje type van vragen’ lezen. Deze tekst gaat over de verschillende perspectieven op
het recht (verschillende soorten vragen die je kunt stellen over het recht). Er worden een
viertal type vragen onderscheiden:
1. Empirische vragen (empirisch perspectief) > descriptief
2. Conceptuele vragen (conceptueel perspectief) > descriptief
3. Interpretatieve vragen (interpretatief perspectief) > normatief/descriptief
4. Normatieve vragen (normatief perspectief) > normatief
Deze type vragen kun je ook begrijpen in term van descriptieve vragen en normatieve
vragen. Dit komt op het volgende neer; je kunt vragen stellen over het recht die vooral
beschrijvend van aard zijn (descriptief). Je kunt ook vragen stellen over het recht die vooral
normatief van aard zijn, die niet zozeer ingaan op hoe iets precies zit, maar hoe iets zou
behoren te moeten zijn (normatief).
Descriptief kun je koppelen aan het woord ‘is’. En in het Engels wordt normatief ought
(‘behoren’).
Een normatieve vraag over het recht: ‘is het rechtvaardig dat de rechter in de zaak van de
Zwitserse vrouwen een uitspraak heeft gedaan, die ervoor zorgt dat de Zwitserse overheid
allerlei stappen moet nemen als het gaat om klimaatverandering?’. Dit is een vraag naar het
behoren, is het rechtvaardig, hier zit een ought in.
Een empirische vraag over het recht: ‘wat heeft het EHRM precies besloten in deze zaak?’.
Dit is een empirische kwestie, een feitelijke kwestie.
Empirische vragen: vragen over hoe het recht in de praktijk functioneert. Het zijn vragen
over hoe de werkelijkheid in elkaar zit, feitelijk gezien. Als je empirisch kijkt naar het recht, is
dat beschrijvend van aard.
Conceptuele vragen: deze zijn wat meer abstract van aard omdat er vragen worden gesteld
over begrippen. Een klassiek voorbeeld zodat je dit goed kan begrijpen is de vraag die
centraal stond bij grondslagen van recht; ‘wat is recht’. De antwoorden op die vraag die
geformuleerd werden aan de hand van die theorieën waren allemaal filosofisch van aard en
waren allemaal voor een groot deel conceptueel. Conceptueel omdat er een definitie/uitleg
werd gegeven aan het begrip ‘recht’. Dus conceptuele vragen of een conceptueel perspectief
impliceert dat je begrippen wilt uitleggen/verduidelijken, en die begrippen zijn abstract van
aard. Dus ‘wat is recht’ is een conceptuele vraag.

, Normatieve vragen: dit gaat over een behoren. Wat is rechtvaardig? Wat zou je moeten
behoren te doen? Ethiek zou je ook in dit domein moeten plaatsen. Wat moet je
bijvoorbeeld kunnen verwachten van een jurist? Welke idealen staat centraal? Dit gaat over
normatieve beginselen die het gedrag van juristen zou moeten reguleren. Dus wat mogen
we verwachten van juristen is een normatieve vraag. Het gaat over behoren, het gaat niet
zozeer om wat juristen in de praktijk doen, maar wat ze behoren te doen. En daarmee maakt
dat een normatieve vraag.
Interpretatieve vragen: in het landkaartje worden deze vragen geïnterpreteerd op het
snijvlak van descriptief en normatief. Interpretatieve vragen of een interpretatief perspectief
draait om uitleg van het recht en ook wel de toepassing van het recht in een concreet geval.
Het zijn dus rechtsvragen, het zijn vragen over de toepassing van het recht in een concreet
geval. En deze vragen beantwoord je dan op basis van het positieve recht. In dat opzicht,
wordt in de tekst betoogd, is dat beschrijvend van aard. Het wordt als het ware beschreven
hoe je een rechtsregel in een concreet geval moet uitleggen, als ik het positieve recht erop
na sla, allerlei rechtsregeltjes destilleren uit de jurisprudentie, en dan me afvraag hoe we die
regels moeten toepassen, dan zul je zien, juridisch zit het zo. Het is beschrijvend van aard.
Waarom is dan precies, die interpretatieve vragen, waarom zijn die dan wel op het snijvlak
van descriptief en normatief gesteld? Dit is omdat de auteurs van mening zijn dat die
rechtsregels lang niet altijd even duidelijk zijn. In heel veel gevallen is het redelijk eenvoudig,
dit zijn de regels van het positieve recht, dit zijn de feiten, ik ga ze toepassen en dit is hoe
het juridisch zit, een eenduidig antwoord zou je kunnen zeggen. Maar soms kun je in
redelijkheid twisten over de interpretatie van het recht of hoe je het recht in een concreet
geval moet toepassen. Dan heb je dus eigenlijk onvoldoende aanknopingspunten in het
positieve recht om te zeggen hoe het feitelijk gezien zit omdat er meerdere interpretaties
mogelijk zijn. En daarvan zeggen de auteurs dat het normatief is. Want dan moet je eigenlijk
gaan uitleggen hoe je het recht zou moeten behoren te interpreteren. En wat precies
juridisch gezien juist is in een concreet geval, daar zit een behoren in, omdat je niet feitelijk
kunt vaststellen wat er nou voortvloeit uit het positieve recht. Daarom zeggen de auteurs,
interpretatieve vragen zitten op het snijvlak van descriptief en normatief. Ze zijn
beschrijvend van aard in heel veel gevallen omdat het duidelijk is hoe je rechtsregels moet
interpreteren en toepassen in een concreet geval. Soms niet, dan is dat normatief van aard,
dan ga je eigenlijk beargumenteren waarom een bepaalde interpretatie de juiste is, en dan
zit je in het normatieve domein.
Terugkomend op rechtsvragen vs. Vragen over het recht zul je zien dat interpretatieve vragen
rechtsvragen zijn en dat je vragen over het recht kunt onderverdelen in empirische,
conceptuele en normatieve vragen.
Weet voor nu: de auteurs van het landkaartje, identificeren 4 type vragen, en die typologie is
heel handig om wat meer grip te krijgen over de vragen die je kunt stellen over het recht in
plaats van rechtsvragen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorpriem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd