Samenvatting van het boek De ontwikkeling van het kind van Frank Verhulst.
De hoofdstukken 1,2,5,7,8,9 worden besproken.
Tentamenstof voor de 1e tentamenweek van Sportkunde leerjaar 1.
De ontwikkeling van het kind
Hoofdstuk 1 Inleiding
3 basisprincipes van ontwikkeling:
1. Proces dat in een vaste volgorde verloopt en onomkeerbaar is. Bv.
Kinderen kruipen eerst voordat ze kunnen lopen.
2. Cumulatief: elke fase bevat al het voorgaande
3. Van eenvoudig naar complex
Definitie van ontwikkeling: Ontwikkeling bestaat uit onomkeerbare veranderingen
in de tijd die in een vaste volgorde, cumulatief en in de richting van grotere
complexiteit verlopen.
Ontwikkeling is een product van 3 factoren:
1. De erfelijke basis zit in de genen
2. Zowel genetische als omgevingsinvloeden
3. Actuele omgevingsinvloeden
Er zijn 6 vragen:
1. Hoe houden genetische en omgevingsinvloeden met elkaar verband en
beïnvloeden elkaar?
2. Zijn kinderen passieve of actieve ontvangers van omgevingsinvloeden?
3. Is de ontwikkeling gradueel of continu veranderingsproces of een
discontinu proces?
4. Wat is het verschil tussen eigenschappen die mensen gemeen hebben en
eigenschappen die mensen uniek maken?
5. Is er sprake van stabiliteit of verandering?
6. Zijn de oorzaken van ontwikkeling biologische of psychologische factoren?
Hoofdstuk 2 Ontwikkelingstheorieën
Piaget
Centraal: Jonge kinderen doen kennis op door actief met de omgeving om te
gaan. Alle kinderen doorlopen stapsgewijs en in vaste volgorde de stadia van de
cognitieve ontwikkeling.
Adapteren: proces waarmee kinderen veranderen in gedrag of denken om
effectiever te kunnen functioneren. Het bestaat uit twee complementaire
processen:
1. Assimilatie: bestaande kennis of vaardigheden worden gebruikt in nieuwe
situaties
2. Accommodatie: aanpassingen van bestaande kennis of vaardigheden om
met nieuwe situaties om te kunnen gaan.
Equilibratie: zelfregulerend proces dat voor betere adaptatie zorgt. Het gedrag
van kinderen komt overeen met de eisen die de omgeving stelt.
Cognitieve ontwikkelingsstadia:
Leeftijd Periode
0-2 jaar Sensomotorische periode
1.1 maand Stadium 1: reflexen
, 1-4 maanden Stadium 2: primaire circulaire reacties
4-8 maanden Stadium 3: secundaire circulaire
8-12 maanden reacties
12-18 maanden Stadium 4: coördinatie van schema’s
18-24 maanden Stadium 5: tertiaire circulaire reacties
Stadium 6: het eerste denken
2-7 jaar Pre-operationele periode
7-11 jaar Concreet-operationele periode
>11 jaar Formeel-operationele periode
Sensomotorische periode:
Nadruk van het denken op de motorische reacties op input van de zintuigen ligt
1. Reflexen (0-1 maand): beperkt aantal aangeboren reflexen, bijvoorbeeld
de zuigreflex.
2. Primaire circulaire reacties (1-4 maanden): gedrag dat ervaren wordt als
interessant of plezierig wordt herhaald. Aan het eind van de handeling
treedt een effect op en wordt herhaald.
3. Secundaire circulaire reacties (4 tot 8 maanden): baby’s ervaren wat de
effecten zijn van hun handelen op de omgeving buiten hun lichaam.
4. Coördinatie van secundaire schema’s (8 tot 12 maanden): gedrag komt
naar voren dat niet op toeval berust is. Doelgerichte aaneenschakeling van
gedrag om iets te bereiken.
5. Tertiaire circulaire reacties: experimenteren met voorwerpen en brengen
eigen variaties aan. Ontdekken van oorzaak-gevolgrelaties.
6. Het eerste denken (18 tot 24 maanden): probleem oplossen in gedachten
in plaats van zoeken naar oplossingen door lichamelijk handelen.
Pre-operationele periode:
Kinderen zijn toenemend in staat om te denken, maar nog niet logisch. Ze
kunnen eenvoudige oorzakelijke verbanden leggen. Magisch denken speelt een
grote rol.
Egocentrisme: het denken centreert zich rond de eigen persoon. Ze zijn nog
niet in staat om zich in anderen te verplaatsen.
Animisme: de neiging om aan niet-levende dingen leven toe te kennen. Bv.
Bloemen die geplukt worden hebben pijn.
Artificialisme: geloof dat alle dingen door mensen zijn gemaakt. Bv. Ze zien
voor het eerst bergen en denken dat papa dat heeft gemaakt.
Realisme: psychische fenomenen zien als fysische fenomenen. Bv. Dromen zijn
te zien in de slaapkamer
Kinderen in deze fase hebben nog geen begrip van rangorde, conservatie van
aantal en conservatie van volume en gewicht.
Concreet-operationele periode:
Kinderen zijn in staat om logisch en systematisch te denken en om
tegenstrijdigheden of onjuistheden te ontdekken.
Formeel-operationele periode:
Het abstract-logische denken komt tot ontwikkeling.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliap99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,28. Je zit daarna nergens aan vast.