Samenvatting Beleid in Beweging
Hoofdstuk 1 Politiek, beleid en sturing: een positiebepaling
1.1Inleiding
Er zijn altijd waarden die tegen elkaar moeten worden afgewogen. (Beleid is gevraagd) Voorbeeld
vluchtelingencrisis Syrië, deal met Turkije: De deal kan worden gezien als de uitkomst van een
specifieke afweging; een afweging waarbij de EU probeert interne veiligheid, orde en stabiliteit te
realiseren, daarbij strevend naar het bieden van een menswaardig perspectief: voorkomen dat
vluchtelingen ongecontroleerd gaan zwerven door Europa en in allerlei mens onterende situaties
terechtkomen. De situatie zorgt naast politieke onrust ook voor sociale onrust, niet alleen op EU-
niveau maar ook op nationaal en lokaal niveau. De opvang van grote hoeveelheden vluchtelingen
worden door sommige gezien als een potentiële aantasting van de eigen identiteit.
De uitkomst van een deal dient niet alleen effectief en efficiënt te zijn, maar dient ook te rekenen
op steun van de samenleving. Uitkomsten die belangen en waarden verzoenen.
1.2Politiek, beleid en sturing
3 Centrale concepten in het boek:
1. Politiek: Gezaghebbende toebedeling van waarden voor de samenleving als geheel in de
context van schaarste
2. Beleid: Verzameling van doelen en middelen in een bepaalde volgorde (plan maken)
3. Sturing: Doelgerichte beïnvloeding in een bepaalde context (plan ter uitvoering brengen)
- Probleem (kern)
Politiek
- Diversiteit aan belangen en waarden: hoe te verenigen?
o Politiek als macht
o Politiek als overtuiging, discussie en overreding
o Politiek als een spel met spelregels (formeel en informeel)
- Politiek gat ook over de verdeling van macht en middelen ‘Who gets what, how, and when’:
belang van schaarste, toebedeling is beperkt
- In de context van democratie: vrijheid een belangrijke waarde
- Gezaghebbende toebedeling van waarden, die wij als samenleving als geheel belangrijk
vinden
o Het is echter niet altijd de overheid die hiervoor zorg draagt, particuliere
beveiligingsdiensten
Politiek heeft betrekking op de vraag hoe een samenleving als gemeenschap in staat is om de
problemen waarmee deze samenleving wordt geconfronteerd op een bevredigende manier aan te
pakken. Tal van waarden (zoals vrijheid, solidariteit, veiligheid, efficiency en gelijkheid) strijden met
elkaar om voorrang. Voorbeeld het ene gebied wordt een overloopgebied voor water en een ander
gebied niet. De afweging tussen deze waarden genereert tal van spanningsvelden en dillema’s.
1
,In de aanpak van beleidsproblemen gaat het in essentie om de afweging van waarden. Easton
definieert politiek als: ‘de gezaghebbende toebedeling van waarden voor de samenleving, voor een
gemeenschap als geheel.
Bovendien gaan politieke processen over de vraag ‘wie krijgt wat en hoe?’. Het beantwoorden van
deze vraag impliceert dat er een afbakening moet plaatsvinden. Het veronderstelt dat er een
classificatie plaats moet vinden die aangeeft wie wel of niet gerechtigd is. Hierdoor vindt er een
proces van in- en uitsluiting plaats. Immers, de hoeveelheid middelen (geld, mensen, expertise) die
ter beschikking staat, is beperkt schaarste. Ook tussen beleidsterreinen moeten prioriteiten
worden gesteld.
Politiek gaat ook over de vraag waarom een dergelijke beslissing moet worden genomen. Waaraan
ontleent een dergelijke keuze, een dergelijk beleid zijn legitimiteit, zijn gezag? Om dergelijke
beslissingen te kunnen nemen is het belangrijk dat politieke keuzeprocessen voldoen aan een aantal
spelregels; spelregels die zijn neergelegd in de grondwet, internationale verdragen, etc. Het zijn deze
spelregels die ervoor moeten zorgen dat besluitvormingsprocessen die zich richten op dit soort
politieke vraagstukken door iedereen algemeen aanvaard worden, door iedereen als gezaghebbend
worden ervaren, hetgeen vervolgens dan ook afstraalt op de inhoud van de genomen beslissing.
Voorbeelden van instituties zijn de representatieve democratie en de rechtsstaat. . Daarnaast is de
gezaghebbendheid van dergelijke politieke beslissingen ook gebaseerd op gegroeide historische
gewoonten.
Doorgaans kunnen er drie ideaaltypische allocatiemechanismen onderscheiden die kunnen worden
ingezet om de waarden die een samenleving belangrijk acht te realiseren: de staat, markt en
gemeenschap
Staat
De allocatie van waarden vindt in dit geval plaats door een beroep te doen op de autoriteit van de
overheid. Het is de overheid die het monopolie heeft om wetten uit te vaardigen en op grond
daarvan macht en autoriteit uit te oefenen. De overheid mag op een wettelijk gelegitimeerde manier
geweld uitoefenen. Als tegenprestatie moet de staat dan ook veiligheid en bescherming aan de
burgers bieden. Naast het geweldsmonopolie kunnen er allerlei marktimperfecties zijn waar de staat
tegen optreedt.
Markt
Een tweede allocatiemechanisme is de markt, waar vraag en aanbod bepalen welke soorten
goederen worden aangeboden. We zien de markt op tal van beleidsterreinen ingezet worden als
oplossing voor bepaalde problemen. Liberalisering en marktwerking hebben er bijvoorbeeld toe
geleid dat steeds meer (quasi-)collectieve goederen, bijvoorbeeld de sociale zekerheid, thans via de
markt worden aangeboden.
Gemeenschap
Een derde allocatiemechanisme is de gemeenschap. In de Nederlandse situatie waren dit lange tijd
de vier zuilen van protestanten, katholieken, liberalen en socialisten. Uit solidariteit met elkaar
zorgden de leden van een gemeenschap zelf voor de realisatie van bepaalde waarden. Het
zogenoemde particuliere initiatief is nu ook aan de gang buurtwachten
Mengvormen
In de praktijk komen er allerlei mengvormen voor, waarbij getracht wordt de sterke kanten van de
staat, de markt en de gemeenschap te benutten. Bijvoorbeeld voor het bieden van veiligheid in een
2
,bepaalde wijk of buurt kan de politie samenwerken met zowel particuliere beveiligingsdiensten als
buurtwachten. Een ander voorbeeld betreft de energievoorziening. Dit was lange tijd een taak van
de overheid, maar zijn deze bedrijven geprivatiseerd en werken ze dus marktconform. Tegelijkertijd
zorgt de opkomst van zonne- en windenergie ervoor dat burgers niet meer afhankelijk zijn van deze
bedrijven. Burgers zoeken samenwerking om overtollige energie te kunnen toevoegen ana het
transportnetwerk, zodat het herverdeeld kan worden.
Beleid
- Sturing geven aan maatschappelijke ontwikkelingen
- Op basis van een bepaalde politieke waardenafweging
- Beleid als een verzameling middelen die aangewend worden in een bepaalde
(tijds-)volgorde om bepaalde doeleinden te realiseren doel-middelenredenering
Beleid kunnen we ten eerste definiëren als de stolling van de afweging van waarden die we als
samenleving belangrijk achten. Vandaar dat beleid een politieke grondslag heeft. Beleid geeft aan
welke keuzes waarom zijn gemaakt. Beleid geeft ook aan hoe deze (afweging van) waarden worden
gerealiseerd en voor welke groepen van burgers in de samenleving bepaalde afwegingen gelden.
Een klassieke definitie van beleid is het realiseren van bepaalde doelstellingen met behulp van
bepaalde middelen in een bepaalde tijdsvolgorde. Een andere omschrijving van beleid betreft de
voornemens, keuzes en acties van één of meer bestuurlijke instanties, gericht op de sturing van
bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen.
Sturing
Sturing als een vorm van gerichte beïnvloeding in een bepaalde context
- De concrete uitwerking van het beleid, voorbeeld:
Klimaat adaptieve stad
o Door wie, wie gaat sturing geven?
o Hoe sturen?
o Waarop gericht sturen?
o Waarom sturen?
Sturing kan worden omschreven als de ‘doelgerichte beïnvloeding van de samenleving in een
bepaalde context’. Door middel van het formuleren en uitvoeren van beleid en de inzet van
bepaalde beleidsinstrumenten probeert een overheid bepaalde ontwikkelingen in de samenleving te
beïnvloeden. Aan een bepaald beleidsprogramma en de inzet van bepaalde beleidsinstrumenten
liggen ook allerlei opvattingen ten grondslag over de wijze waarop een overheid kan en mag sturen.
Opvattingen die vaak ook verwijzen naar bepaalde waarden die we als samenleving belangrijk
achten. (En daarmee zijn we weer terug bij de kern van politiek). Denk bijvoorbeeld aan het
subsidiëren van alternatieve energiebronnen of energieproducenten te verplichten een bepaald
aandeel alternatieve energie te produceren.
Sturing als allocatie (wie moet zich bemoeien met het vraagstuk? Vaak hybride aanpakken,
verschillende partijen werken met elkaar samen)
Institutie coördinatie - mechanisme
- Staat Autoriteit door middel van bevel
- Markt Ruil door middel van prijs
- Gemeenschap (particulier initiatief, bijv. Greenpeace) Ideologie
- Community Vertrouwen
3
, -
Beleidsprocessen
- Beleid doorloopt idealiter een cyclus:
o Er vormt zich een maatschappelijke uitdaging
o Agendavorming (politiek probleem)
o Beleidsontwikkeling (opstellen en uitwerken plannen)
o Besluitvorming/ Beleidsbepaling
o Beleidsuitvoering (uitvoering plannen)
o Beleidsevaluatie
Beleid is niet enkel een doel-middelenredenering, beleid is ook
- Strijd, onderhandeling, conflict, uitruil van belangen, bijvoorbeeld
tijdens coalitievorming, Prinsjesdag, … Er wordt niet enkel gekeken
naar wat rationeel het beste is, maar het gaat altijd over ‘wheelen
en dealen’
- Symboliek, retoriek om te overtuigen of te verhullen
- Gegroeide praktijken in de vorm van gestolde routines, procedures, werkwijzen, system etc.
Die uitdrukking geven aan bepaalde waarden die we belangrijk vinden padafhankelijkheid
- Beleid is meer dan een rationeel doel-middelenredenering
Hoe zit de structuur in elkaar?
Iets/ beleid is ook altijd rationeel, politiek, cultureel/normatief en institutioneel. Kijken door 4
brillen.
Beleid staat niet op zichzelf, maar genereert een aantal processen. Deze processen, die we
analytisch kunnen onderscheiden maar in de praktijk vaak door elkaar heen lopen, maken deel uit
van de zogenoemde beleidscyclus. Beleidsprocessen kunnen echter alleen goed functioneren
middels ondersteunende processen en voorzieningen die zich richten op het organiseren van
huisvesting, ICT en informatievoorziening, administratie en financiën, en op de juiste inzet van het
daarbij behorende personeel en de daaraan gekoppelde kennis, vaardigheden en competenties.
Deze ondersteunende voorzieningen noemen we de secundaire bedrijfsprocessen in een
organisatie.
1.3Beleid in soorten en maten
De complexiteit van veel beleidsprocessen kan inzichtelijk worden gemaakt door te kijken naar
verschillende soorten beleid.
- Institutioneel beleid: Het gaat om de inrichting van de formele verhoudingen tussen
organisaties in een bepaalde beleidssector en de toebedeling van taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Doorgaans gaat het om beleidsprogramma’s die
zijn gericht op het herinrichten of inrichten van stelsels.
- Strategisch beleid: Richt zich op het nemen van maatregelen die gericht zijn op het
veiligstellen van het voortbestaan van een organisatie ten opzichte van actoren in haar
4