3.1 Insolventierecht
Wat is het verschil met faillissementsrecht?
Faillissementsrecht Gaat over de vraag wat er dient te gebeuren wanneer een
(rechts)persoon niet langer kan voldoen aan zijn of haar opeisbare verplichtingen
Insolventierecht Breder dan het faillissementsrecht, want omdat naast het
faillissementsrecht ook de surseance van betaling en de schuldsanering natuurlijke
personen en de bijzondere insolventieprocedure die bijv gelden van banken en
verzekeraars
Dus als je niet meer aan je betalingen kan voldoen ga je eerst naar het solventierecht dan
pas naar faillissementsrecht
Week 3
Aan het eind van week 3 is de student in staat om:
uit te leggen welk doel het insolventierecht dient en welke zaken in het insolventierecht
centraal staan.
de procedure tot faillietverklaring te beschrijven en casuïstiek te toetsen aan de hand
van wettelijke eisen.
Door wie kan de failliet verklaring worden aangevraagd?
1. Eigen aangifte, art. 1 lid 1 Fw (schuldenaar vraagt eigen faillissement aan)
2. Schuldeiser(s), art. 1 lid 1 Fw (stel je hebt op iemand een vordering en die wil je graag betaald
krijgen maar de tegenpartij lukt dit niet meer, dan kan je zeggen: ik ga niet langer
procederen, ik vraagje faillissement aan. Dit doe je met een verzoekschrift o.i.d. In de praktijk
wordt dit veel gebruikt als incasso drukmiddel, dit is dan ook de maximale druk die je kan
hebben op je tegenpartij.
3. OM, art. 1 lid 2 Fw (in het openbaar belang, maar hier maakt het OM niet veel gebruik van, wel bij
Sunclub Golf Resorts bijv.)
Hoe wordt de failliet verklaring aangevraagd?
1. eigen aangifte:
- Schriftelijk of mondeling bij de griffie, art. 4 lid 1 Fw
Schriftelijk: wel voldaan aan alles wat in een verzoekschrift moet
Gehuwde schuldenaar kan slechts aangifte doen met medewerking van zijn echtgenoten/gp tenzij
iedere gemeenschap tussen echtgenoten onderscheidenlijk gp is uitgesloten, art. 4 lid 2 Fw
2. Schuldeiser:
- Verzoekschrift met advocaat, art. 5 lid 1 Fw
Wordt vaak gebruikt als drukmiddel en vaak volgt na deze faillissementszitting dan ook betaling.
Als deze betaling niet volgt wordt de schuldenaar vaak failliet verklaart.
Bij aangifte door schuldeiser moet het vorderingsrecht summierlijk blijken, art. 6 lid 3 Fw
(geen last van bewijslast)
Maak goed onderscheid tussen eigen aangifte of aangifte door schuldeiser!
Wanneer wordt het faillissement uitgesproken?
Als hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, art. 1 lid 1 Fw
Wanneer verkeert iemand in ‘de toestand van te hebben opgehouden te betalen?’
2 vereisten, cumulatief!
1. De schuldenaar heeft meerdere schuldeisers (pluraliteitsvereiste)
2. De schuldenaar is opgehouden met betalen, art 1 jo. art. 6 lid 3 Fw
,Pluraliteitsvereiste:
De schuldenaar dient meer dan 1 schuldeisers te hebben. Faillissement beoogt namelijk verdeling
van het vermogen van de schuldenaar onder de gezamenlijke schuldeisers door middel van een
algemene executie.
Is er slechts 1 schuldeiser, zij het met meerdere vorderingen dan dient bijzondere executie
plaats te vinden aangezien het faillissement vereist dat de baten verdeeld worden onder
meerdere schuldeisers: HR Berzona (niet verplicht) bij bijzondere executie dient de
schuldeiser zelf beslag te leggen en te executeren.
Toestand van te hebben opgehouden met betalen:
Ook als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, dient nog nader te worden onderzocht of de
schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;
HR Veenendaal Holding/Droogh – HR Tech Data/Partner Lease (niet verplicht)
- De schuldenaar is wel in staat om zijn schulden af te betalen maar hij betaalt niet omdat hij
bezwaren tegen de vorderingen heeft die de rechter niet direct ongegrond acht
faillietverklaring wordt geweigerd.
Ondanks dat dit summierlijk moet blijken, dient het vonnis van de faillietverklaring wel
behoorlijk te worden gemotiveerd. De motiveringsplicht wordt enigszins beïnvloed door het
summiere karakter van de procedure.
Waarom vraagt een schuldeiser een faillissement aan?
• Pressiemiddel, druk zetten en het kost weinig tijd.
• Schade te voorkomen, soms is het beter als iemand uit het economisch verkeer
verdwijnt.
• Soms moet de tegenpartij gewoon kapot.
Waarom vraagt een schuldenaar zelf faillissement aan? Omdat hij klaar is met
deurwaarders en het faillissement kan in sommige situaties als doorstart worden
gebruikt, art. 4 lid 2 Fw.
te adviseren over de mogelijkheden betreffende het aanwenden van een rechtsmiddel
tegen een vonnis of beschikking betreffende faillietverklaring.
Verzet, art. 8 lid 2 Fw
Wie? De schuldenaar die in staat van faillissement is verklaard en op de dag van de aanvraag niet
gehoord is, kan verzet instellen.
- Hoe lang? 14 dagen na de dag van de uitspraak
- Indien de schuldenaar zich tijdens de uitspraak niet binnen Europa bevond, bedraagt de
termijn een maand
Hoger beroep tegen toewijzing faillietverklaring, art. 8 lid 1 Fw
Wie? De schuldenaar die in staat van faillissement is verklaard nadat hij op de aanvraag is gehoord,
kan hoger beroep instellen.
- Hoe lang? 8 dagen na de dag van de uitspraak
De schuldenaar die bij de eerste behandeling voor de rechtbank is verschenen, is gehoord in de zin
van art. 8 lid 1 Fw. In zo’n geval staat voor de schuldenaar dus geen verzet, maar hoger beroep open
o.g.v. jurisprudentie HR.
Hoger beroep tegen afwijzing faillietverklaring, art. 9 Fw
Tegen de beschikking waarbij een aangifte of aanvraag tot faillietverklaring wordt afgewezen.
, (zal dus door de schuldenaar zelf worden gedaan!)
- Hoe lang? 8 dagen na de dag van de uitspraak/afwijzing, art. 9 lid 1 Fw
- Hetzelfde geldt bij vernietiging van de faillietverklaring na verzet, art. 9 lid 2 Fw
Behandeling:
Geschiedt op dezelfde wijze als de behandeling van het verzoek tot faillietverklaring, art. 8 lid 6 Fw
jo. art. 9 lid 2 Fw.
Ook de behandeling van een beroep in cassatie vindt op dezelfde wijze plaats, art 12 lid 2 Fw.
Indiening:
Zowel verzet als hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoekschrift incl gronden
waarop het beroep rust, bij de griffie van het rechtscollege dat van de zaak kennis neemt.
Derdenverzet, art. 10 Fw
Wie? Schuldeisers (met uitzondering van de schuldeiser die de faillietverklaring heeft verzocht) en
belanghebbenden kunnen zich tegen de faillietverklaring verzetten, art. 10 lid 1 Fw
Hoe lang? 8 dagen na uitspraak
Hoe? Indiening d.m.v. verzoekschrift bij het rechtscollege dat de faillietverklaring heeft
uitgesproken, art. 10 lid 2 Fw
gegrond op min of meer objectieve omstandigheden met betrekking tot de
faillietverklaring (ontbreken van de toestand, vordering van de aanvrager bestaat niet,
misbruik van bevoegdheid etc.)
De voorzitter van het gerecht bepaalt dag en uur voor de behandeling De partij die in verzet is De partij die in verzet is
gekomen deelt het verzet en tijdstip van de behandeling mee aan de schuldenaar, en in dien de
faillietverklaring door een schuldeiser is verzocht ook aan dienst advocaat, art. 10 lid 3 Fw.
Belanghebbenden zijn diegenen die, hoewel zij geen schuldeisers zijn, in enige rechtsbetrekking tot
de schuldenaar staan. Bijvoorbeeld: echtgenoot, verhuurder of werkenemer.
Curator van een rechtspersoon kan ook in verzet gaan.
o Indien een rechtspersoon op eigen aangifte failliet is verklaard, is de curator als
belanghebbende in de zin van art. 10 lid 1 Fw aan te merken
o Kan hij verzet instellen tegen de faillietverklaring, in dien hij dat verzet doet o.g.v. de
stellen dat de boedel (nagenoeg) geen baten bevat en baten ook niet te verkrijgen of
anders te verwachten zijn.
Verzet wordt afgewezen:
De in het ongelijk gestelde schuldeiser of belanghebbende kan na de afwijzing in hoger beroep, art.
11 lid 1 Fw
Hoe lang? 8 dagen na de uitspraak
Verzet wordt toegewezen:
De schuldenaar, schuldeiser die de faillietverklaring heeft verzocht en het OM kunnen in hoger
beroep. Griffier deelt dit mee aan de rechtbank o.g.v. art. 9 lid 2 (art. 11 lid 2 Fw).
Cassatie, art. 12 lid 1 Fw
Wie? Iedereen die partij is geweest bij de procedure voor het hof, kan in cassatie
De schuldeiser die het faillissement niet heeft verzocht en als belanghebbende geen verzet heeft
ingesteld tegen de faillietverklaring die in hoger beroep door het hof is uitgesproken, is niet
ontvankelijk in zijn cassatieberoep. Zo is bepaald in jurisprudentie.
Hoe lang? Gedurende 8 dagen nadat het hof arrest heeft gewezen, art 12 lid 1 Fw