Huiswerk week 1
Literatuur
- GNS: Hoofdstuk 1
- GNS: Hoofdstuk 2 m.u.v. § 2.7
- GNS: hoofdstuk 3
Jurisprudentie:
- Elektriciteitsarrest (HR 23 mei 1921, BJN 080324)
- Hoornse taart (HR 19-06- 1911)
- Porsche (NJ 1997, 199)
Maken:
- Opdrachten week 1
Kijken/bestuderen:
- Webcollege week 1 muv het stuk over jeugdrecht
- Powerpoint over opzet & schuld
Opdrachten week 1
Opdracht 1
Webcollege 1 bekijken.
Verder wordt jou verzocht om eventuele vragen die jij hebt betreffende het webcollege
schriftelijk te noteren en de vragen mee te nemen naar het werkcollege.
Opdracht 2
Casus Stelende Jan
Jan Klaasen is al jaren verslaafd aan alcohol en heeft inmiddels geen vaste
verblijfplaats meer en zwerft rond op straat op de dagen dat hij geen opvang kan
vinden. Op zaterdag 13 augustus 2016 is het weer eens zo ver. Hij is toe aan een
stevige borrel maar heeft geen geld. Hij besluit richting winkelcentrum de
Middenwaard in Heerhugowaard te lopen en daar om geld te bedelen bij het
winkelende publiek. Jan wordt al snel door de beveiliging gespot en aangemaand te
vertrekken. Hij wordt naar de uitgang begeleid. Tien minuten later loopt Jan
vervolgens weer via een andere ingang het winkelcentrum in. Hij is nu op weg naar de
AH supermarkt, want in de AH hebben ze een Gall & Gall (een ‘shop in shop’ dus).
In de Gall & Gall pakt hij snel twee flessen wodka. En gooit vervolgens een blikje
Coca Cola in zijn winkelmandje.
Vervolgens ziet een medewerker dat de man een winkelmandje in zijn hand had, met
daarin een blikje Coca Cola. De medewerker was deze man gevolgd naar de kassa en
zag daar dat de man alleen het blikje Coca Cola afrekende en de winkel vervolgens
verliet.
,De medewerker waarschuwde de bedrijfsleider van de AH die vervolgens Jan op
heterdaad op verdenking van diefstal aanhield. Jan werd vervolgens, in afwachting
van de politie, meegenomen naar een ophoudruimte in de winkel. In de supermarkt
werd Jan door de gearriveerde politie onderworpen aan een onderzoek aan de kleding.
Hierbij werden onder andere de twee flessen wodka in de binnenzakken van verdachte
Jan aangetroffen.
Nadat ter plaatse aan Jan de cautie was meegedeeld, verklaarde hij te zijn geboren op
15 maart 1994, en woonachtig te zijn aan de Verreweg Laan 100, te Schiedam. Ook
verklaart hij dat hij de flessen wodka wilde meenemen zonder daarvoor te betalen.
Het was het politiepersoneel opgevallen dat de winkel was voorzien van
camerabeveiliging. De bedrijfsleider deelde mede dat de beelden opgeslagen werden.
De bedrijfsleider deed direct aangifte van diefstal dan wel verduistering tegen Jan
Klaasen.
De medewerker die getuige was van het voorval werd door het politiepersoneel ter
plaatse gehoord als getuige. Vervolgens werden de twee flessen wodka in beslag
genomen. Jaap Klaasen en de flessen wodka werden meegenomen naar het
politiebureau, alwaar de verdachte werd geleid voor de hulpofficier van justitie. Deze
bepaalde dat Jan Klaasen, die reeds eerder voor dit soort vergrijpen door de politie is
opgebracht, werd ingesloten voor onderzoek.
Vraag a
Leg uit of Jan Klaasen wel of niet wederrechtelijk handelt. Betrek in je antwoord
beide betekenissen van wederrechtelijkheid.
Rechtsvraag:
Handelt Jan wederrechtelijk ?
Rechtsregel:
Artikel 310 WvSr
Analyseren / toepassen:
Er is sprake van een strafbaar feit: Er is sprake van een menselijke gedraging: Jan Klaasen
pakt twee flessen wodka en verstopt deze, hij pakt vervolgens een blikje cola en rekent
alleen deze af. Er is ook sprake van een delictsomschrijving: dit valt onder diefstal op grond
van artikel 310 WvSr. Er is ook sprake van wederrechtelijk: Jan Klaasen handelt in strijd met
het recht, want in de wet staat dat diefstal strafbaar is → Artikel 310 WvSr. Jan handelt ook
verwijtbaar: hij steelt de flessen en rekent alleen de cola af. Er is ook sprake van schuld: hij
rekent niet alles af, hij weet dat dit niet mag dus het is zijn eigen schuld.
Er is sprake van enig goed wegnemen dat geheel aan een ander toebehoort: Jan pakt de
flessen wodka zonder af te rekenen terwijl dit zolang hij het niet afrekent van de winkel is. Er
is sprake van het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, want Jan wil de
flessen voor zichzelf houden zonder af te rekenen dus dit is diefstal en in strijd met artikel
310 Sr.
,Er is voldaan aan de voorwaarden van artikel 310 Sr om bovenstaande redenering. Er is ook
sprake van een strafbaar feit (zie hierboven) dus Jan handelt wederrechtelijk op grond van
artikel 310 Sr.
Conclusie:
Ja, Jan handelt wederrechtelijk op grond van artikel 310 Sr.
Vraag b
Kan Jan in dit geval gestraft worden?
Rechtsvraag:
Kan Jan gestraft worden?
Rechtsregel selecteren
Artikel 310 WvSr
Analyseren en toepassen
Er is sprake van een strafbaar feit: Er is sprake van een menselijke gedraging: Jan Klaasen
pakt twee flessen wodka en verstopt deze, hij pakt vervolgens een blikje cola en rekent
alleen deze af. Er is ook sprake van een delictsomschrijving: dit valt onder diefstal op grond
van artikel 310 WvSr. Er is ook sprake van wederrechtelijk: Jan Klaasen handelt in strijd met
het recht, want in de wet staat dat diefstal strafbaar is → Artikel 310 WvSr. Jan handelt ook
verwijtbaar: hij steelt de flessen en rekent alleen de cola af. Er is ook sprake van schuld: hij
rekent niet alles af, hij weet dat dit niet mag dus het is zijn eigen schuld.
Er is sprake van enig goed wegnemen dat geheel aan een ander toebehoort: Jan pakt de
flessen wodka zonder af te rekenen terwijl dit zolang hij het niet afrekent van de winkel is. Er
is sprake van het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, want Jan wil de
flessen voor zichzelf houden zonder af te rekenen dus dit is diefstal en in strijd met artikel
310 Sr.
Er is voldaan aan de voorwaarden van artikel 310 Sr om bovenstaande redenering. Er is ook
sprake van een strafbaar feit (zie hierboven) dus Jan handelt wederrechtelijk op grond van
artikel 310 Sr. Iemand die zich schuldig maakt aan diefstal kan gestraft worden met een
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde categorie op grond van
artikel 310 WvSr.
Conclusie
Ja, Jan kan gestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete
van de vierde categorie op grond van artikel 310 WvSr.
, Opdracht 3
Casus Vrienden voor het leven..!
Drie voetbalvrienden fietsten naar huis na een gezellige avond in de voetbalkantine.
Zij zijn aan het dollen en vooral Pelle die in de wedstrijd tweemaal heeft gescoord,
heeft veel praatjes. Op de Keizersgracht aangekomen duwen de jongens Pelle voor de
lol, met fiets en al in het water en roepen daarbij : ‘en nu goed afkoelen’. Pelle roept
na enige minuten angstig om hulp. Hij heeft kramp en niet kan zwemmen. De jongens
fietsen weg en roepen: ‘ja, ja, geloof je het zelf’! Pelle verdrinkt die avond.
Leg uit of het gedrag van de voetbalvrienden strafbaar is.
Rechtsvraag:
Is het gedrag van de voetbalvrienden strafbaar?
Rechtsregel selecteren:
Art 450 WvSr
Analyseren en toepassen:
Van getuige van een ogenblikkelijke situatie waarin iemand in levensgevaar verkeert is
sprake, want Pelle verdrinkt bijna en de jongens zien dit gebeuren. Zij verlenen / verschaffen
geen hulp terwijl zij dit wel hadden kunnen doen. De jongens zouden zelf namelijk niet in
levensgevaar komen als ze Pelle zouden helpen. Pelle is daarna doodgegaan, doordat zij
geen hulp hebben verleend / verschaft.
Er is sprake van een menselijke gedraging: het weglopen, geen hulpverlenen. Er is ook
sprake van een delictsomschrijving: omissiedelict, niks doen terwijl het wel kon. Er is ook
sprake van wederrechtelijk: het is in strijd met artikel 450 WvSr. Er is ook sprake van schuld:
ze zijn weggegaan zonder te helpen terwijl Pelle in levensgevaar was dus het is verwijtbaar.
Er is voldaan aan de voorwaarden van artikel 450 Sr door bovenstaande redenenen. Er is
ook sprake van een strafbaar feit door bovenstaande redenen. Ze kunnen daardoor gestraft
worden met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede
categorie op grond van artikel 450 Sr.
Conclusie:
Ja, het gedrag van de jongens is strafbaar op grond van artikel 450 WvSr.
Opdracht 4
Lees het Elektriciteitsarrest en beschrijf de juridisch relevante feiten uit deze zaak.
Een tandarts in Den haag heeft meerdere malen een naald gebruikt om de elektriciteitsmeter
stil te zetten waardoor elektrische energie niet werd geteld. De rechtbank vond dit diefstal
van elektriciteit volgens artikel 310 Sr. Elektriciteit wordt door de rechtbank dus als enig
goed beschouwd want de elektriciteit werd gestolen van de gemeente die dat als illegaal
ziet. Enig goed hoeft dus niet tastbaar te zijn.