H1Inleiding
Verschil probleem, stoornis en belemmering
Probleem: als we het op kunnen lossen, nadat er iets is gebeurd. Kom je vaak vanaf.
Stoornis: na een half jaar, dagelijkse belemmering, omgeving heeft er last van, blijvend.
(minimaal 6 maanden last van. Moeite/belemmering om je dagelijkse bezigheden uit te
voeren)
Belemmering: kun je niet oplossen, leer je mee opgaan. Accepteren en door. (bijvoorbeeld
amputatie arm).
Verschil stoornis en probleem: Stoornis zit op de genen, neurologisch en fysiologisch. Hersenen en
rest van je lichaam. Een probleem kom je vanaf en een stoornis is vaak blijvend, alhoewel een
probleem wel een stoornis kan worden door tijd, intensiteit en omgevingsonafhankelijk.
Zichtbaar van buiten:
Kind met niet - zichtbare handicap is dubbel gehandicapt…
- Door de handicap. De problematiek
- Doordat zij door de omgeving benaderd wordt alsof er niets aan de hand is. De omgeving verwacht
iets van jouw, maar zelf wil je ook aan de verwachtingen voldoen.
Verstoorde ontwikkeling
Wanneer is een leerling/student normaal, wanneer verstoord/gestoord? Dit heeft te make mat de
aanleg, rijping en omgeving.
Aanleg: wat biologisch door ouders is meegegeven
Rijping: biologisch naar geboorte
Omgeving: na geboorte aangeleerd/meegekregen/ervaren
Heb je problemen, maar kun je mee met de dagelijkse bezigheden, dan ben je verstoord (bepaald de
omgeving). Wanneer je niet mee kunt, dan ben je gestoord, stoornis (bepaald van binnenuit).
Bij een stoornis is een direct verband tussen gedrag en mogelijkheden aan de ene kant en de oorzaak
aan de andere kant.
Jongens/Meisjes
Veel meer jongens dan meisjes in het onderwijs hebben sociaal emotionele problemen.
Jongens hebben een grotere biologische, genetische kwetsbaarheid. Het brein groeit in de 2 e
maand sneller, waardoor de kans op foutjes groter wordt.
Jongens grotere druk om te presteren. De druk om te presteren wordt bij jongens meer
opgelegd, maar zit ook wat meer van nature erin.
Jongens uiten ongenoegen openlijker in gedrag. Meisjes meer internaliserend.
Bij een man is het meteen stoornis, bij vrouw vaak psychologisch en sociaal emotioneel.
(stil/gevoelig/zal wel depressie hebben)
Stoornis
Bij een stoornis verloopt de natuurlijke ontwikkeling niet normaal, of buiten de
standaardafwijkingen. “Normaal” verloopt de ontwikkeling liniair en opeenvolgend. De oorsprong
komt dus vanuit binnen, het is dus intern geënte problematiek. De mate van beïnvloeding van
buitenaf is beperkt. Biologisch Neurologisch en fysiologisch.
,Gedragsproblemen
Bij een gedragsprobleem is de oorsprong in de omgeving, het heeft een externe oorzaak. Hoewel de
externe oorzaak wel een fysiologische uitwerking kan hebben. de mate van beïnvloeding van
buitenaf is groter.
Comorbiditeit
! Comorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of
aandoeningen bij een patiënt. Dit gebeurt in het algemeen met het
gelijktijdig hebben van lichamelijke, geestelijke en vaak de daaropvolgende
sociale problemen bij een persoon.
ADHD met dyslexie
ADHD met Gilles de la Tourette
DSM-5
DSM V:
- Diagnostic
- Statistical
- Manual of Mental Disorders
- V: vijfde versie.
Dit is een classificatiesysteem voor stoornissen, hierin staan alle stoornissen. Je kunt aanvinken om te
zien of iemand een stoornis heeft. Het nadeel hiervan is dat je in hokjes gaat plaatsen, en je alleen
nog maar de stoornis ziet en niet de persoon.
,H10 Oppositionele, normoverschrijdend en agressieve
gedragsstoornissen (ODD - CD)
Alle kinderen laten wel eens opstandig gedrag zien, niet iedereen heeft een stoornis. 90% van de
kinderen met CD hebben eerst de diagnose ODD gehad. ODD en CD zijn twee agressieve vormen van
stoornissen. Er is moeite met autoriteit en regels.
Oppositioneel opstandig gedragsstoornis (ODD)
ODD is een ontwikkelingsstoornis waarbij vaak de schuld buiten zichzelf wordt gezocht, er geen
verantwoordelijkheid wordt genomen, niet snel bang zijn en voortdurend de grenzen worden getest.
Het kind kan zich niet verplaatsen in anderen en handelt (vaak) uit jaloezie, hierbij kan het gaan
schoppen en slaan om de zin te krijgen. Vaak zie je onderstaande punten terug:
Moeite emoties (woede) en impulsen te beheersen.
Norm - overschrijdend als belangrijkste element.
Meest voorkomende psychiatrische stoornis in de kindertijd/schooltijd.
Wordt i.t.t. andere stoornissen gedefinieerd in termen van de relatie van de persoon tot
andere mensen en de maatschappij.
Schuld bij de ander. Wanneer het is ontwikkeld kan je er niet meer aan doen.
Kenmerken ODD
Driftig
Ruzie maken met volwassene
Opstandig
Ergert anderen met opzet
Geeft anderen de schuld van eigen gedrag
Prikkelbaar
Vaak boos en gepikeerd
Hatelijke en wraakzuchtig
Gepikeerd, snel aangevallen voelen
DSM IV
Het DSM-IV geeft onderstaande criteria voor ODD:
Er is gedurende minimaal 6 maanden een patroon van negatief, agressief en opstandig
gedrag. In deze periode moet voldaan zijn aan vier of meer van de volgende criteria. Het
kind:
1. heeft vaak driftbuien
2. spreekt vaak volwassenen tegen
3. weigert vaak aan verzoeken of regels van volwassenen te voldoen
4. irriteert vaak met opzet andere mensen
5. legt de schuld van fouten en ongepast gedrag vaak bij anderen
6. is vaak lichtgeraakt of snel geïrriteerd door anderen
7. is vaak kwaad of verongelijkt
8. is vaak haatdragend of wraakzuchtig
Normoverschrijdend gedragsstoornis (CD)
Conduct Disorder
Ernstige variant van OOD, kan opvolger zijn van ODD.
Conduct: gedrag zoals het hoort, Disorder: verstoord
Ernstiger dan ODD: Méér agressie en meer anti - sociaal gedrag.
, Mate van negatief gedrag en aangerichte schade bepalen of er sprake is van ODD of CD.
Kenmerken CD
Er is gedurende langere tijd (> 6 maanden) sprake van:
• Vechten
• Opzettelijk ergeren, intimideren
• Drift
• Liegen, stelen
• Anderen/dieren lichamelijk letsel toebrengen
• Vernielen en brandstichten.
Bij CD is er een lage zelfcontrole, gering empathisch vermogen en een grote mate van impulsiviteit.
Ze kunnen niet goed de gevolgen inschatten van de daden die ze aanrichten. Straffen en belonen
lijken geen invloed te hebben op het kind, omdat deze daar ongevoelig voor lijkt te zijn.
Grens ODD en CD is letsel bij een ander aanbrengen
ODD en CD
De omgeving ervaart meestal; meer hinder dan het kind zelf (ongevoelig voor straffen en belonen) en
daarom is de omgeving ook vaak de belangrijkste hulpvrager. Anderzijds maken deze kinderen zich
bij leeftijdgenoten en volwassenen niet geliefd, roepen ze afkeer op en komen ze onverschillig over.
Echter achter deze façade schuilt veel verdriet. Door de jarenlange afwijzing en de vele straffen is
hun zelfbeeld erg negatief, wat vaak leidt tot depressieve verschijnselen.
Verschil ODD – CD
ODD wordt meestal vastgesteld vanaf 4 jaar, CD tussen 8 en 10 jaar.
ODD doet zich niet alleen voor tegenover leeftijdsgenoten, maar ook tegenover
gezagdragers.
Bij ODD heb je soms waarschuwingsmechanismen, bij CD is het opeen/acuut omslaan.
Oorzaken
Het ontstaan en in stand blijven van gedragsproblematiek is meestal te verklaren vanuit een
combinatie kind- en omgevingsfactoren, die elkaar kunnen versterken.
Kind factoren: BV biologische kwetsbaarheid (erfelijkheid): Moeilijk temperament, negatieve
stemming, heftigheid in reageren, moeizame aanpassing, onregelmatig eten en slapen en
impulsiviteit.
Omgevingsfactoren: BV opvoedingsstijl, kindermishandeling, buurt.
Ook zijn er andere oorzaken die om de hoek kunnen komen kijken:
Gezinsfactoren (disharmonie, verbroken relaties, gebrek aan affectie en onvoldoende
toezicht) lijken daarbij wel een groter aandeel te hebben in het verhoogde risico dan
erfelijkheid. Te weinig warmte en sensitiviteit, aandacht, controle, grenzen. Als je geen
grenzen krijgt, leer je er ook niet mee omgaan.
Ontwikkeling: is na de geboorte, maar vatbaarheid voor een stoornis zit in de genen.
Kinderen worden geboren soms met een hoog temperament. Ouders doen vaak druk/wild
terug.
Opvoedingsstijl: door bijvoorbeeld te negeren, leert het kind dat er niet geluisterd wordt,
paniek. Te lang een vieze luier, verkeerde voeding etc.
De buurt: doet ook wat met het kind, junks op straat, geen sociale controle, langere tijd
iemand dood in huis, slechte buurt heeft invloed.