NLP-gids voor optimaal functioneren, neuro linguïstisch programmeren voor beginners –
Joseph O’Connor en John Seymour
Hoofdstuk 1. Context en de belangrijkste ideeën van NLP: hoe we vanuit onze huidige realiteit uitkomen
waar we willen; doelstellingen, communicatie, het vestigen van rapport, en de manier waarop we onze
unieke verstandhouding met de buitenwereld opbouwen.
Neurolinguistisch programmeren, wat is dat?
Een methode om te bestuderen met welke vaardigheden mensen in staat zijn op welk gebied dan ook grote
prestaties te leveren; en een methode om deze vaardigheden aan anderen te leren. De kunst en wetenschap
van persoonlijke briljantheid.
Kunst: ieders persoonlijke stijl drukt een unieke stempel op alle handelingen.
Wetenschap: beschikking over methodiek ‘modelleren’ om de patronen te ontdekken die door zeer begaafden
op alle terreinen worden toegepast om bijzondere resultaten te behalen. De gedragspatronen, vaardigheden
en technieken die op deze wijze zijn ontdekt, worden in toenemende mate toegepast in de hulpverlening, het
onderwijs en het bedrijfsleven met als doel effectiever te communiceren, persoonlijke ontwikkeling te
bevorderen en sneller te leren.
NLP laat je zien hoe je je eigen successen (zo effectief en sensitief werken dat het je adem beneemt; zo verrukt
zijn over wat je hebt gedaan dat je je afvraagt hoe je dat voor elkaar hebt gekregen) kunt leren begrijpen en
modelleren, zodat dergelijke momenten zich nog vele malen zullen herhalen. Zo kun je je eigen talenten
ontdekken en ontplooien en het beste uit jezelf en anderen naar voren halen. De praktische vaardigheid van
NLP brengt de resultaten voort die we werkelijk wensen en die waardevol zijn voor anderen. NLP is het
bestuderen van het verschil tussen een gemiddelde en een uitzonderlijke prestatie. Het laat een spoor na van
buitengewoon effectieve technieken op gebied van onderwijs, hulpverlening en bedrijfsleven.
Santa Cruz 1972: John Grindler en Richard Bandler bestudeerden werk van drie grote therapeuten om hun
gedragspatronen te identificeren en door te geven. Ondanks uiteenlopende karakters vertoonden de
therapeuten verrassend overeenstemmende gedragspatronen. Grindler en Bandler construeerden een
uitstekend model dat kon worden toegepast ten dienste van effectieve communicatie, persoonlijke
verandering, een hoger leertempo en een prettiger leven. Hierna ontwikkelde NLP zich enerzijds als een
methode om briljante gedragspatronen te ontdekken op welk gebied dan ook. Anderzijds als de effectieve
denk en communicatie wijze, zoals die door buitengewoon effectieve mensen wordt toegepast. De
gedragspatronen en vaardigheden kunnen zonder meer worden overgenomen. John en Richard gaven met
groot succes cursussen in heel Amerika.
Santa Cruz 1976: John en Richard noemden hun model neuro linguïstisch programmeren.
Neuro: alle gedrag komt voort uit neurologische processen rond zien, horen, ruiken, proeven, aanraken en
voelen. We ervaren de wereld via onze 5 zintuigen en handelen op basis van dit zinvolle geheel van info.
Dankzij ons zenuwstelsel hebben we onzichtbare gedachtenprocessen en ook dankzij ons zenuwstelsel wordt
dit op fysiek niveau weerspiegelt door waarneembare reacties. Geest en lichaam vormen een onverbrekelijke
eenheid.
Linguïstisch: middels taal ordenen en communiceren we onze gedachten en ons gedrag.
Programmeren: we beschikken over keuzemogelijkheden bij het organiseren van onze gedachten en
handelingen; ten dienste van het bereiken van een bepaald resultaat.
NLP houdt zich bezig met de subjectieve menselijke ervaring: hoe brengen we orde aan in wat we waarnemen
(zien, horen, voelen); hoe komt de buitenwereld bij ons binnen via de filters van onze zintuigen. NLP exploreert
ook hoe we onze ervaringen omzetten in taal en hoe we opzettelijk en onopzettelijk handelen om bepaalde
resultaten te krijgen.
Kaarten en filters
De wereld bestaat uit een oneindig aantal zintuiglijke indrukken, waarvan we maar een heel klein deel kunnen
waarnemen. Het gedeelte dat we waarnemen wordt bovendien gefilterd door onze eigen ervaringen, cultuur,
taal, opvattingen, waarden, belangstellingssfeer en vooronderstellingen. Iedereen leeft in zijn eigen unieke
realiteit, opgebouwd uit zijn zintuiglijke indrukken en levenservaringen. Iedereen maakt een vereenvoudigde
landkaart van de wereld, waarin hij aandacht besteed aan de aspecten die voor hem van belang zijn, en waarin
hij andere aspecten negeert. De kaart is gebaseerd op wat hij opmerkt en op het doel dat hem voor ogen staat.
1
, De filters waardoor wij waarnemen, bepalen wat wij van de wereld zien. Als een kunstenaar, een houthakker
en een botanicus door het bos lopen, zullen ze zeer uiteenlopende dingen zien. Als je op je levenspad naar
briljantheid zoekt, zul je briljantheid vinden. Als je op je levenspad naar problemen zoekt, zul je problemen
vinden. Bekrompen opvattingen, beperkte belangstelling, selectieve waarneming geven de wereld een
voorspelbaar en saai aanzien. Precies dezelfde wereld kan ook als onuitputtelijk en opwindend worden
ervaren. Het verschil daartussen zit niet in de wereld, maar in de filters waardoor we de wereld waarnemen.
Er zijn natuurlijke, nuttige en noodzakelijke filters.
Taal is een kaart van gedachten en ervaringen. Je betekenis/werkelijkheidsbeleving/kaart van het woord
‘schoonheid’ is bepaald door een kaart van herinneringen, ervaringen, innerlijke beelden, geluiden en
gevoelens. Iemand anders heeft een andere werkelijkheidsbeleving door andere herinneringen en denkt op
een andere manier aan dit woord/gebied. Er bestaat geen goed of fout, beiden zijn goed. Toch worden er
oorlogen gevoerd en zijn mensen soms bereid te sterven omdat ze ervan overtuigd zijn dat hun
werkelijkheidsbeleving van de werkelijkheid (hun kaart van het gebied) de enige juiste is.
Overtuigingen zorgen dat we bepaalde dingen waarnemen en andere niet. NLP zegt dat alle generalisaties over
mensen leugens over een persoon zijn, iedereen is immers uniek. Overtuigingen uit NLP zijn niet objectief
waar, maar wel buitengewoon bruikbaar, nuttig en toepasbaar. Doe alsof ze waar zijn en kijk hoeveel verschil
deze verandering in je filters maakt voor je belevingswereld.
Gedragskaders of elementaire NLP-filters zijn denkwijzen over de manier waarop je handelt.
1. Gericht op doelstellingen in plaats van problemen. Achterhalen wat jij en anderen willen, welke middelen je
daartoe tot beschikking hebt, en die gebruiken om je doel te benaderen. Dit in plaats van analyseren wat er mis
is, waarom je het probleem hebt, in welk opzicht het je beperkt, wiens schuld dit is. Dat soort vragen leiden tot
niets anders dan neerslachtigheid en dragen niet bij aan de oplossing van het probleem.
2. Vraag naar het hoe in plaats van het waarom. Hoe-vragen geven je inzicht in de structuur van een
probleem. Waarom vragen leiden doorgaans tot rechtvaardigingen en oorzaken, zonder dat ze iets veranderen.
3. Terugkoppeling in plaats van mislukking. Mislukkingen bestaan niet, er bestaan alleen maar resultaten.
Deze kun je gebruiken als terugkoppeling, bruikbare correcties, een schitterende gelegenheid om iets tot je
door te laten dringen waar je je voordien niet bewust van was; en je inspanning een andere richting te geven.
Door terugkoppeling blijf je je doel voor ogen houden. Mislukking biedt geen uitzicht. Terugkoppeling en
mislukking staan voor twee volstrekt verschillende denkwijzen.
4. Kijken naar mogelijkheden in plaats van kijken naar noodzakelijkheden. Kijk naar wat je doen kunt, naar je
keuzemogelijkheden, in plaats van naar de beperkingen van een situatie. Vaak zijn hindernissen minder
onoverkomelijk dan dat ze lijken.
5. Nieuwsgierigheid en fascinatie in plaats van veronderstellingen. Jonge kinderen leren verbluffend snel, en
wel doordat ze nieuwsgierig zijn naar alles. Omdat ze het niet weten en weten dat ze het niet weten, zal het ze
een zorg zijn of ze een domme indruk maken wanneer ze iets vragen. Tenslotte is er ook een tijd geweest dat
iedereen ‘wist’ dat de zon om de aarde draaide, dat iets dat zwaarder dan lucht was niet kon vliegen en dat het
fysiek onmogelijk was om een mijl in minder dan vier minuten te lopen. Verandering is de enige constante.
6. We beschikken allemaal over de innerlijke hulpmiddelen die we nodig hebben om onze doelstellingen te
bereiken; of we kunnen deze creëren. Je hebt meer kans van slagen als je handelt alsof dit waar is dan
wanneer je geloof hecht aan het tegenovergestelde.
Leren, afleren en aanleren
We kunnen bewust maximum van zeven informatie eenheden per keer verwerken (bijvoorbeeld autorijden, in
de achteruitkijkspiegel kijken). We zijn ons van dingen bewust die we op dit moment gewaarworden
(bijvoorbeeld zin die je leest, achtergrond geluiden). We leren door bewust kleine stukjes gedrag te oefenen en
deze vervolgens te combineren in steeds grotere vaardigheden die uiteindelijk onbewuste gewoonte worden.
We vormen gewoonten om in vrijheid onze gedachten op andere dingen te kunnen richten.
Vier fasen bij het aanleren van een bepaalde vaardigheid volgens traditioneel leermodel:
In fase 1, van onbewust onvermogen, weet je niet dat je het niet weet, je hebt geen idee wat voor ervaring de
vaardigheid is. In de onaangename periode van fase 2, bewust onvermogen, leer je het meest. In fase 3, van
bewust vermogen, ben je in staat de vaardigheid uit te oefenen, maar je moet je daar nog volledig op
concentreren. In fase 4, van onbewust vermogen, smelten de moeizaam geleerde kleine gedragspatronen
samen tot een soepel verlopende handelingseenheid (tijdens auto rijden naar de radio luisteren, van landschap
2