Samenvatting CATS SM - Minor
Inkoop
Inhoud
Week 2 Hoofdstuk 1 t/m 3.....................................................................................................................2
Week 3 Hoofdstuk 4 t/m 6...................................................................................................................10
Week 4 Hoofdstuk 7 t/m 10.................................................................................................................14
Week 5 Hoofdstuk 11 t/m 16...............................................................................................................19
Week 6 Hoofdstuk 26...........................................................................................................................25
,Week 2 Hoofdstuk 1 t/m 3
Hoofdstuk 1 Contracteren en contractmanagement
Contract = een al dan niet schriftelijke overeenkomst, het resultaat van een meerzijdige
rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een verbintenis angaan.
Een overeenkomst = een contract
1. The
work to be done (WTBD):de prestatie oftewel wat in een contract staat vastgelegd wat
gedaan, geleverd of waargemaakt moet worden.
Kernbedingen (prijs-q-kwaliteit) is nodig voor de overeenkomst.
2. Terms and conditions: zijn alle andere onderdelen die samengevat kunnen worden als de
voorwaarden, verplichtingen, tegenprestaties en overige afspraken. Dit staat ook bekend als
‘All Other Contract Matter’ (AOCM) en ‘Contract Matter’.
Betrokken partijen bij een contract kunnen zijn:
- Natuurlijk personen onderling Customer to Customer huwelijk
- Natuurlijke personen en rechtspersonen Business to Customer subsidieregeling
- Rechtspersonen onderling Business to Business o.a. goederen
bij Business to Business zijn de contracten, waarbij contractmanagement plaatsvindt. Dit
zijn contracten tussen organisaties onderling, maar ook van ministeries, provincies,
overheden en andere non-profit organisaties.
Verplichtingen/aard van Work To Be Done
De opdrachtgever is de hoofdverplichting het uit geven van een financiële vergoeding aan de
leverancier(s). De opdrachtnemer is daarentegen verplicht om de prestatie te leveren.
Contractmanagement= het op operationeel niveau managen van alle in het contract vastgestelde
verantwoordelijkheden, verplichtingen, procedures, afspraken, voorwaarden en tarieven + het
managen van alle onduidelijkheden, hiaten, gewenste wijzigingen in het contract met als doel de met
het contract beoogde doelstellingen te realiseren.
Contractmanager = degene die alle activiteiten voortvloeiend uit het contractmanagement uitvoert
met bijbehorende verantwoordelijkheden, in opdracht van én met gedelegeerde bevoegdheden van
de contracteigenaar.
Succesvol als een heldere positionering, omschrijving van taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden + praktische toepassingsmethode voor contractmanagement.
Als contractmanager moet je:
1. Binnen vastgestelde bevoegdheden proactief en operationeel alle afspraken, verplichtingen,
voorwaarden, aannames, verwachtingen en doelstellingen managen.
, 2. Gebreken, hiaten, onduidelijkheden, en verschil van interpretatie elimineren en reduceren.
3. Het tijdig verschaffen van informatie met betrekking tot voortgang, status, financiën, risico’s,
besluiten, acties en openstaande issues aan de Contracteigenaar.
4. Organiseren, administreren en voeren van overleggen met contracteigenaar, project- of
servicemanager en contractmanager van de wederpartij.
5. Overzichtelijk beheren van alle contract gerelateerde documenten, overzichten en
correspondentie.
6. Managen van niet-contractueel vastgelegde belangrijke aspecten of doelstellingen.
Contractomgeving = het speelveld, waarin de contractmanager moet opereren. Kortom het
speelveld, waarin alle betrokkene partijen hun belangen en doelstellingen uiten. Deze is hiernaast te
zien.
Hieruit wordt duidelijk dat contractmanagers voor
40% aan contractmanagement doen en voor 60% aan
contactmanagement. Er zijn namelijk zowel intern als
externe communicatielijnen die een zwaar beroep
doen op de contractmanager.
Tijdelijke organisatie = het geheel van alle rollen
binnen de contractomgeving die ieder specifieke
taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
bevatten.
Dit wordt (in)formeel rond elk contract opgetuigd.
Wanneer een eigen organisatie alle of een groot
gedeelte van de uitgevoerde activiteiten uitbesteed
aan de leveranciers, fungeren zij als regie-organisatie. De kant van de leverancier wordt dan als
serviceorganisatie benoemd.
Raamovereenkomsten + deelovereenkomsten: vormen een onderdeel van een groter geheel aan
samenhangende contracten. Echter biedt een raamovereenkomst door de opdeling een afname in de
complexiteit van contracten, want de context waarin de contractmanager moet acteren is dan
vastgesteld.
Contracteigenaar = een functionaris die verantwoordelijk is voor het aangaan en uitputten van het
contract. Je bent verantwoordelijk voor dat contracten correct en op tijd worden uitgevoerd. De
inkoper is nooit contracteigenaar, maar bijvoorbeeld een HRM directeur wel.
Contractboard = alle personen die bij het contract betrokken zijn (demand owners + delivery owners)
zij hebben gezamenlijke besprekingen, waarin zij gezamenlijk beslissingen nemen die noodzakelijk
zijn voor de voortgang van het contract.
- Juridische afdeling is hierbij vertegenwoordigd als het om een groot contract gaat
- De inkoopafdeling is vertegenwoordigd als het contract veel wijzigingen heeft
- De HR-afdeling is betrokken als het om outsourcing gaat
Project- of servicemanager: heeft de focus op de Work To Be Done. Daarnaast is hij/zij
verantwoordelijk voor een correcte levering van de producten en/of diensten of als ontvanger van.
Verder controleert hij/zij de kwaliteit.