Staatsrecht week 1 // hoofdstuk 1
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied, waarover een organisatie
het hoogste gezag uitoefent.
Wat is een staat?
1. Gemeenschap
2. Grondgebied, territorium
3. Gezag
4. Erkenning door andere staten
Grondgebied Een ander woord voor grondgebied van een staat is territorium
- Een territorium kent grenzen die soms na talloze oorlogen tot stand zijn gekomen en in een verdrag
(overeenkomst tussen een of meer staten) met buurlanden zijn vastgesteld.
- Zee (ongeveer 22 km) en lucht hoort ook bij een grondgebied van een staat.
De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of die op
eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen.
- Voorbeeld: verschillende taal, godsdienst, cultuur en geschiedenis, die zich met elkaar gebonden voelen dat uit
zich bijvoorbeeld in een vlag of volkslied.
Gezag: De staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn gehele grondgebied. Het hoogste gezag van de staat is gericht
op het scheppen en handhaven van orde en recht.
Alleen het hoogste gezag van de staat mag geweld gebruiken = geweldmonopolie
Dit gezag geld voor burgers die de nationaliteit van de staat bezitten en voor vreemdelingen
Staat heeft 2 betekenissen en bestaat uit 2 onderdelen:
1. Een land (grondgebied met de bevolking van de staat)
2. Overheid (gezag van de staat, verdeeld over verschillende niveaus)
De staat is soeverein. De staat kan worden beschouwd als een zelfstandige en ondeelbare eenheid. De staat is zelfstandige
drager van rechten en plichten en kan als staatsmacht optreden in het juridische verkeerd binnen Nederland en staat in
contact met andere staten.
De Nederlandse staat is soeverein:
-Iedere staat heeft het recht om het gezag binnen zijn staat uit te oefenen
-Andere staten mogen zich niet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden
Wat zijn de hoofdlijnen van het staatsrecht?
- Inrichting staat en de verdeling van de bevoegdheden
- Handhaving individuele vrijheden van de burger
- Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
- Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
Het Koninkrijk der Nederlanden
4 Staten: Nederland, Curaçao, Sint-Maarten en Aruba.
3 Overzeese gemeenten: Bonaire, Saba en Sint-Eustatius
Het Nederlanderschap: Alle burgers die tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren hebben de NL-nationaliteit.
,De rechtsgevolgen van het Nederlanderschap zijn:
1. Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven. Nergens in wet vastgesteld,
historisch zo gegroeid.
Nederlanders zijn altijd in Nederland toegelaten en worden hier nooit uitgezet.
2. Wetboek van strafrecht ook grotendeels van toepassing buiten het territorium van het Koninkrijk = exterritoriale
werking
3. Diplomatieke bescherming, wanneer een Nederlander in het buitenland gevangen wordt genomen. =
vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor zullen inzetten dat hij door de buitenlandse staat goed wordt
behandeld. Ze kunnen proberen dat de Nederlander hun straf in Nederland mag uitzetten.
4. Als niet zeker is dat de Nederlander zijn straf in Nederland mag uitzetten, dan kan er geen uitlevering
plaatsvinden (overgedragen om berecht te worden). Anders wel.
5. Art. 4 GW actief en passief kiesrecht
6. Bepaalde openbare functies alleen door Nederlanders worden vervuld.
Bijvoorbeeld: Burgermeester, rechter, vertrouwfunctie als ambtenaar
7. Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen zoals bijstand, kinderbijslag en
huurtoeslag.
Een vreemdeling kan ook aanspraak maken op voorzieningen (alleen punt 7 dus),
alleen als hij rechtmatig in Nederland verblijft
Hoe wordt je Nederlander?
-Bij geboorte indien vader en/of moeder Nederlands is, waar dan ook ter wereld. Of derde generatie in Nederland.
-Verkrijging op andere wijze: Optieverklaring (2e generatie of 3 jaar verblijf in NL bij gehuwde partner)
-Verlening door naturalisatie (na 5 jaar verblijfsvergunning), Geen noemenswaardig strafblad en slager voor het
inburgeringsexamen.
Omdat de eigen nationaliteit van de vreemdeling wordt gezien als een belemmering voor de inpassing in de Nederlandse
samenleving, geldt voor degene die zich tot Nederlander wil laten naturaliseren een afstandsplicht. Hij moet zijn uiterste
best doen om zijn eigen nationaliteit kwijt te raken anders wordt het verzoek tot naturalisatie in beginsel geweigerd.
Sommige staten verbieden dit, dan kan het niet anders en mogen ze alsnog de nationaliteit.
Vreemdelingen
Vreemdeling: Ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit.
Wat is een optieverklaring?
Verklaring van een vreemdeling dat hij door optie Nederlander wil zijn
Voorwaarde in Art. 6 RWN
- Gemeentehuis
- Optieverklaring
- Onderzoek burgermeester
- Bevestigd
Wat is naturalisatie?
Verkrijging van het Nederlanderschap door een besluit van de Nederlandse overheid, wanneer er niet in aanmerking komt
met optie.
- Verzoek tot naturalisatie indienen bij immigratie- en naturalisatiedienst
- Onderzoek
- Instemmen met het verzoek
- Naturalisatietoets (ingeburgerd in Nederlandse samenleving)
Nederlanders kunnen het Nederlanderschap ook verliezen.
Bijvoorbeeld als:
- Nederlanders onherroepelijk zijn veroordeeld wegens een misdrijf waarbij de essentiële belangen van het
Koninkrijk of één van de daartoe behorende landen zijn geschaad.
,Hoe kan je je identificeren?
Art. 1 van de Wet op de identificatieplicht geeft aan met welke documenten iemand zijn identiteit, dus ook zijn
nationaliteit , kan aantonen.
- Paspoort
- Het rijbewijs
- Vreemdelingendocument (visum of verblijfsvergunning)
In het EU-verdrag is onder andere vastgelegd dat burgers uit de EU-landen zich vrij door Europa mogen bewegen. Mede
met het oog hierop heeft een aantal Europese staten in 1985 het Verdrag van Schengen gesloten, waarbij de
paspoortcontroles aan de binnengrenzen van Europa zijn afgeschaft. Als gevolg hiervan is de noodzaak om in Nederland
iemands identiteit te kunnen controleren, toegenomen.
Art. 2 Wet op Identiteitsplicht iedereen vanaf 14 jaar, dus zowel Nederlanders als niet-Nederlanders, een identiteitsbewijs
kunnen laten zien bij politiecontroles.
Koppelingsbeginsel
Voor vreemdelingen geldt het zogeheten koppelingsbeginsel. Volgens art. 10 lid 1 Vreemdelingenwet (Vw) kan een
vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijft, behalve in uitzonderingsgevallen (zie lid 2), geen aanspraak maken
op de toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen zoals een bijstandsuitkering.
De rechten van een vreemdeling zijn dus gekoppeld aan zijn rechtmatig verblijf.
Art. 3 Vw
Verhindert de toegang tot Nederland aan een vreemdeling:
- Die geen geldig identiteitsbewijs heeft
- Die een gevaar is voor de openbare orde en veiligheid
- Die geen geld heeft voor zijn verblijf in Nederland en zijn terugreis
Nederlandse ambassade:
stukje Nederlands grondgebied in het buitenland, waar de Nederlandse staatsmacht geldt
Reguliere vreemdelingen
Visum aanvragen in zijn eigen land bij Nederlandse ambassade
Kort verblijf
Toerist, voor zaken, familiebezoek, een ziekenhuisopname
Maximaal 3 maanden
Machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen in zijn eigen land bij Nederlandse ambassade
Lang verblijf
Werk, studie of gezinshereniging
Na machtiging tot voorlopig verblijf kan je in Nederland daarna een zo genoemde verblijfsvergunning regulier aanvragen
Wordt altijd afgegeven onder de beperking, dat wil zeggen voor het doel van het verblijf.
EU-verdrag – staatsburgers van de andere staten van de Europese Unie, Unieburgers of gemeenschap onderdanen, minder
strenge regels voor toegang en verblijf in Nederland.
Asielzoekers
Vreemdelingen die hun toevlucht (asylum) zoeken tot Nederland vanwege een bedreigende situatie of slechte economische
omstandigheden in hun eigen land.
- Asielzoekers moeten een verblijfsvergunning asiel aanvragen in een Nederlands aanmeldcentrum.
1. Rust- en voorbereidingstermijn van zes dagen
2. Algemene procedure die maximaal acht dagen duurt aan de asielzoeker duidelijk gemaakt of zijn verzoek om
een rechtmatig verblijf fin Nederland kans van slagen heeft.
3. IND meer tijd nodig Verlengde Asielprocedure, kan enkele maanden duren.
Via Schiphol binnengekomen? Periode daar door in gevangenschap.
Kansrijke asielzoeker die een gegronde vrees heeft dat hij in zijn eigen land wordt vervolgd wegens zijn ras, godsdienst,
nationaliteit, politieke overtuiging of omdat hij tot een bepaalde sociale groep behoort, wordt in het Verdrag betreffende
de status van een vluchteling als vluchteling beschouwd. Hij of zij mag daarna een definitieve beslissing van de Nederlandse
overheid afwachten in een opvang centrum of asielzoekerscentrum.
,Verblijfsvergunning alleen verleend (Art. 13 Vw):
1. Als Nederland hiertoe verplicht is vanwege een verdrag zoals het Vluchtelingenverdrag, op grond waarvan een
asielzoeker als vluchteling wordt aangemerkt.
2. Als met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend (denk aan prinses
Maxima en huwelijk prins, buitenlandse werknemers met een baan in NL, waarvoor geen Nederlanders of EU-
onderdanen te vinden zijn, snel een verblijfsvergunning.
3. Klemmende redenen zijn van humanitaire aard, ziekte of hereniging met een kind of partner.
Vreemdelingen die zijn uitgeprocedeerd, verblijven illegaal in NL en kunnen worden uitgezet.
Bij asielzoekers die geen identiteitsbewijs bezitten, is het uitzetten een probleem als de staat waartoe zij behoren hen niet
meer als staatsburger erkent. Ze komen dan zonder verblijfsrecht op straat te staan of blijven zonder uitzicht op een
oplossing opgesloten zitten in Nederlandse uitzetcentra.
Vreemdelingen voor langere tijd moeten inburgeren (algemene inburgeringsplicht).
Verplicht inburgeringsexamen, wordt het examen, ook na meerdere pogingen niet gehaald, dan kan er een boete worden
opgelegd. Dan is een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ook afgesloten.
Mensenrechten = grondrechten = De invloed van de overheid is niet absoluut maar wordt begrensd door fundamentele
rechten van burgers. Overheid mag alleen inbreuk op maken als dit wettelijk is bepaald. Regels hiervoor staan in
internationale verdragen en in de Grondwet.
Constitutie = staatsregelingen = de rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen.
,Rechtsbronnen:
De Nederlandse constitutie is te vinden in de Grondwet, Het Statuut voor het Koninkrijk, in verdragen, gewoonterecht, de
eigen reglementen van de staatsorganen, organieke wetten en de jurisprudentie.
Het Statuur voor het Koninkrijk der Nederlanden
Het Statuut regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen Nederland en
de overzeese delen van het Koninkrijk.
De Grondwet
De Grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de staatsorganen en de
verdeling van de staatsmacht.
- De grondwet vult het Statuut aan voor wat betreft zaken die het gehele Koninkrijk betreffen.
- De grondwet bevat fundamentele grondrechten, die bruggers beschermen teen al te grote inbreuken door de
staat. (bied extra zekerheid, grondwet hoogste wet is in Nederland en minder gemakkelijk gewijzigd kan worden
dan gewone wetten)
De grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden is in 1815 tot stand gekomen en is een aantal keren gewijzigd
doordat staatsrechtelijke inzichten in de loop der tijd zijn veranderd.
(Organieke wetten), reglementen
Als de Grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, een wet dus van de regering en
de Staten-Generaal, dan spreken we van een organieke wet.
De provinciewet en de Gemeentewet bijvoorbeeld, regelen in opdracht van art. 132 lid 1 Gw, de inrichting van provincies
en gemeenten en tevens de samenstelling en bevoegdheden van hun besturen. Ook voorbeelden zijn: de
Vreemdelingenwet, de Wet op de Raad van State, de Wet op de rechterlijke organisatie en Rijkswet op het
Nederlanderschap.
Gewoonterecht
Omdat het staatsrecht zich ontwikkelt, vinden we dit ook in (ongeschreven) regels van het gewoonterecht. Van een
gewoonte is sprake als een bepaald gebruik waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort, een zekere tijd
voortduurt.
- Vertrouwensregeling (minister of zelfs de hele regering, die het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging
verliest, zijn functie niet meer uitoefenen en moet deze aftreden)
Verdragen en Europese maatregelen
De regels in verdragen die rechtstreeks van toepassing zijn in Nederland, zijn bronnen van het Nederlandse staatsrecht.
Daarnaast zijn er ook Europese verordeningen en richtlijnen die rechtstreeks doorwerken in het nationale recht van de
lidstaten van de EU.
Jurisprudentie = rechtersrecht
Met hun uitspraken over een bepaald geschil verduidelijken rechters de bestaande rechtsregels en passen zij deze toe op
het concrete geval.
, Kernbegrippenlijst
Algemeen belang
Datgene wat in het belang is van de meeste burgers en van de staat als geheel
Bestuursrecht
Rechtsgebied dat de manier regelt waarop de staat wordt bestuurd.
Burgerlijk recht
Rechtsgebied dat de rechtsverhoudingen tussen (rechts) personen regelt.
Constitutie
Staatsregeling, de rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen.
Derde generatie
In Nederland geboren kind van niet-Nederlandse ouders die in het Koninkrijk zijn geboren
Diplomatieke bescherming
Bescherming van de eigen staat in het buitenland
Exterritoriale werking
Werking buiten de landsgrenzen van een staat
Gemeenschapsonderdaan
Burger van een lidstaat van de Europese Unie
Geweldsmonopolie
Alleenrecht voor het hoogste gezag in de staat om geweld toe te passen.
Gewoonterecht
Recht dat is gebaseerd op een bepaald gebruik, dat een zekere tijd voortduurt en waarvan men vindt dat het
juridisch gezien zo hoort.
Grondrecht
Fundamenteel recht dat in beginsel door de staat ten opzichte van de burger gerespecteerd moet worden.
Identificatieplicht
Verplichting om de eigen identiteit bekend te maken
Jurisprudentie
Uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels worden verduidelijkt en toegepast in een concreet geval
Koninkrijk der Nederlanden
Staatsrechtelijk samenwerkingsverband tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba (tot 10-10-2010) en
daarna tussen Nederland met de BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbare lichamen en de drie
staten Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Koppelingsbeginsel
Uitgangspunt dat het recht op een verstrekking of voorziening van de overheid is gekoppeld aan het rechtmatig
verblijf
Machtiging tot voorlopig verblijf
Toestemming van de Nederlandse staat om hier langer dan de periode van de vrije ruimte te verblijven
Mensenrecht
Grondrecht (fundamenteel recht dat in beginsel door de staat ten opzichte van de burger gerespecteerd moet
worden)
Naturalisatie
Verkrijging van het Nederlanderschap door een besluit van de Nederlandse overheid
Naturalisatietoets
Examen om het Nederlanderschap te kunnen verkrijgen
Optieverklaring
Verklaring van een vreemdeling dat hij door optie Nederlander wil zijn
Organieke wet
Wet in formele zin die in opdracht van de Grondwet tot stand komt
Overheid
Hoogste gezag in de staat, al dan niet verdeeld over verschillende niveaus.
Publiekrecht
Rechtsgebied dat de verhouding tussen de overheid en de burger regelt.
Rechtersrecht
Jurisprudentie (uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels worden verduidelijkt en toegepast in een
concreet geval)
(Rechts) persoon
Zelfstandig drager van rechten en plichten
Rechtspositie
Geheel van rechten en plichten van een (rechts)persoon
Rijkswet
Wet die geldt in het gehele Koninkrijk der Nederlanden
Soeverein