Samenvatting Interpersoonlijke Communicatie
Vrije Universiteit Amsterdam
H1 The features of interpersonal communication
H2 A conceptual model of skilled interpersonal communication
H3 Communicating without words
H4 Rewarding others
H5 Finding out about others
H6 Showing understanding for others
H7 Paying attention to others
H8 Getting your message across
H9 Telling others about yourself
H10 Opening and closing interactions
H11 Standing up for yourself
H12 Using your influence
Artikel Walther J. Computer-mediated communication: Impersonal, interpersonal, and hyperpersonal
interaction
,H1 The features of interpersonal communication
Mensen hebben een fundamentele, sterke en universele drive om interactie met elkaar te hebben. -
Affifi en Guerrero
Compresence: Alleen al de aanwezigheid van een ander is opwekkend en motiverend gebleken en dit
beïnvloedt ons gedrag.
Interpersoonlijk contact is noodzakelijk. Gebrek eraan kan voor eenzaamheid, depressie,
ongelukkigheid en stress zorgen. Wanneer je met anderen (on-stage) gedraag je je anders dan dat je
alleen bent (off-stage).
Sociation: De schijnbaar aangeboren behoefte aan relaties met anderen. 3 kern behoeften:
1. Competentie: wens om zelfverzekerd en effectief te voelen bij het uitvoeren van acties, om
iemands doel te bereiken.
2. Verbondenheid: deze weerspiegelt het verlangen naar nauwe banden en positieve relaties.
3. Autonomie: je wilt controle hebben over je eigen bestemming, in plaats van geleid te worden
door anderen.
Onze voorouders wie leefden in groepen hadden een grotere kans tot overleven dan degene die
alleen leefden. De skills: developing en maintaining sociale banden was een centrale rol in de
menselijke evolutie.
De menselijke geest is specifiek aangepast om ons in staat te stellen sociale interacties aan te gaan.
We kunnen dus beter Homo Interagens genoemd worden.
De essentie van communicatie is de expressie van je identiteit. Je identiteit wordt gecreeerd door
communicatie.
Social skills deficit hypothesis
Degene die niet voldoende adequate sociale skills hebben, lopen risico op depressie door hun
onvermogen om positieve interpersoonlijke ervaringen te bevorderen en negatieve sociale
ervaringen te vermijden.
Prophylatctic effect: sociale competente mensen zijn veerkrachtig voor de effecten van levenscrisis,
indivduën met slechte skills ervaren ergere of psychosociale problemen wanneer ze in aanraking
komen met stressoren.
Voordelen IPC
Mensen met goede IPC-vaardigheden hebben:
Minder stress. Hogere self-efficiacy
Meer tevredenheid in intieme relaties
Meer vrienden
Minder depressie, eenzaamheid en angst.
Kinderen doen het beter op school.
Social capital: de voordelen die voortkomen uit sociaalvaardig zijn, bevorderen van een groot
netwerk van bevordelijke en toegewijde relaties gekenmerkt door goede wil, vertrouwen en
wederkerigheid, aangaan van verplichtingen en het ontwikkelen van een goede sociale reputatie.
,Self-efficiency: als je snapt hoe IPC-processen werken wordt het makkelijker.
Interpersoonlijke skills: een proces waarin een individu een doelgericht, met elkaar verbonden,
passend gedrag toepast, wat aangeleerd en gecontroleerd is.
De kwaliteit van onze communicatie en de kwaliteit van leven zijn direct gerelateerd.
Communicatie: het proces waarin mensen ideeen, gedachten, en gevoelens deleen in algemeen
begrijpbare manieren. Twee centrale themas:
1. Intersubjectivitiy: het streven naar anderen begrijpen en zelf begrepen worden.
2. Impact: of een bericht een verandering in gedachten, gevoelens of gedrag veroorzaakt.
Interpersoonlijke communicatie: een complex gelegen sociaal proces waarin mensen die een
communicatieve relatie hebben opgebouwd berichten uitwisselen in een poging gedeelde
betekenissen te genereren en sociale doelen te bereiken.
Deze subcategorie wordt getypeerd door:
Face-to-face (non-mediated)
Dyadisch (een-op-een of in een kleine groep)
Mate van zelfonthulling
Wordt gevormd door en brengt informatie over van persoonlijke kwaliteiten.
Intrinsiek karakter van beloningen die voortvloeien uit intensief persoonlijk contact
Onmiddelijke beschikbaarheid van feedback
Variatie van beschikbare communicatiekanalen.
Makkelijker gezegd: interpersoonlijke communicatie is het proces waarbij informatie, betekenissen
en gevoelens worden gedeeld door personen door een uitwisseling van verbale en nonverbale
berichten.
Componenten van het communicatieproces:
Communicators
De mensen die betrokken zijn hebben direct invloedop het proces. Interpersoonlijke skills zijn
beinvloed door onder andere: geslacht, leeftijd, afkomst, fysieke verschijning en de persoonlijkheid
van de betrokkenen.
Message
Een patroon van gedachten, configuratie van ideeen of andere reactie op interne omstandigheden
waarover individuen zich uiten. Decoding: het proces waarbij deelnemers een mening geven aan wat
ze net hebben meegemaakt.
Medium
Specifiek middel om de boodschap over te brengen. Drie soorten media:
1. Presentational: stem, gezicht, lichaam.
2. Representational: boeken, schilderijen, architectuur, foto's.
3. Technological / mechanical: internet, telefoon, televisie, radio.
Media verschillen in de niveaus van sociale aanwezigheid: de mate waarin het medium ervaren
wordt als sociaal, warm, gevoelig of persoonlijk, creert het de indruk dat de persoon die
communiceert 'echt' is. Ookwel media richness genoemd.
Channel
Refereert naar datgene wat gesprekspartners verbindt. Als een brug tussen verzender en ontvanger.
Dit gaat tussen;
1. Vocal-auditory channel (spraak)
2. Gestural-visual channel: (non-verbaal)
3. Chemical-olfactory channel: (geur)
4. Cutaneous-tactile channel: (aanraking)
, Dit gaat vaak tegelijkertijd in een face-to-face communicatie
Code
Systeem van gedeelde mening door een groep. Bijvoorbeeld in het Nederlands hebben we bij het
woord "hond" allemaal dezelfde betekenis. Andere codes zijn: andere talen, braille etc.
Noise
Verwijst naar elke inmening in het succes van de communicatieve handeling die een boodschap
verstoort of degradeerd. Zodat de betekenis anders wordt dan bedoeld was. Noise kan in de source,
de channel, receiver of context zitten. Dit kan extern zijn (storend geluid) of intern (afkomstig van
interpersoonlijke afleiding) etnische of culturele verschillen kunnen ook noise creeeren door
woordkeuze, uitdrukkingsvormen die onbedoelde verwarring, beledigingen of pijn kunnen
veroorzaken.
Feedback
De zender kan nagaan in hoeverre het bericht met succes is ontvangen en welke impact het heeft
gehad. (centrale rol in het model van skilful interaction H2)
Context
Communicatie gebeurt altijd in een specifieke context, deze heeft een grote invloed op de interactie
en de uitkomsten hiervan. Het vindt plaats binnen intermeshing frameworks. Fysieke, sociale,
chronologische, culturele en relationele context hoort hier ook bij.
Communicatie: (Burgoon)
Met opzet verzonden
Regelmatig gebruikt bij leden van een bepaalde sociale gemeenschap, samenleving of cultuur
Als opzettelijk geinterpreteerd
Consensueel erkende betekenis
Zo kan onbewuste en onbedoelde gezichtsuitdrukking ook als communicatie
Arrow communication: communicatie dat in één richting gaat.
Impression management / self-presentation: het gedragen op zo'n manier dat anderen een bepaald
beeld van zich krijgen dat wordt gepresenteerd.
Twee dimensies van relaties: affiliation & dominance. (intensity of relationship) je kunt het zien als:
doe het raam dicht!!! Of zou je het raam dicht willen doen?
Hargie: H2 Conceptueel model
Interpersoonlijke skills:
Deel van een transactioneel proces.
Doelgericht.
o Onbewuste incompetentie: onbewust iets niet doen zoals het hoort
o Onbewuste competentie: onbewust iets doen zoals het hoort
o Bewuste competentie: bewust iets doen zoals het hoort
o Bewuste incompetentie: bewust iets doen zoals het niet hoort
Verbondenheid. (Inter-related) elk gedrag werkt naar hetzelfde doel.
Geschikt voor de situatie
Worden gedefineerd in termen van vergelijkbaar gedrag: gedrag lokt ander gedrag uit. We
bepalen of iemand skilled is op basis van zijn of haar gedrag.
Zijn aangeleerd.
cognitive control van de individu. wanneer je weet hoe je bepaalde dingen moet doen maar
ook waarom je ze moet doen en hoe je het doet. 4 fases: