Grieks SE 2019: Plato Symposion
De rede van Phaedrus
a. Eros behoort tot de alleroudste goden
1 Πρῶτον μὲν γάρ, ὥσπερ λέγω, ἔφη Φαῖδρον ἀρξάμενον ἐνθένδε
2 ποθὲν λέγειν, ὅτι μέγας θεὸς εἴη ὁ Ἔρως καὶ θαυμαστὸς ἐν
3 ἀνθρώποις τε καὶ θεοῖς, πολλαχῇ μὲν καὶ ἄλλῃ, οὐχ ἥκιστα δὲ
4 κατὰ τὴν γένεσιν.
Want zoals ik zeg, zei hij (Aristodemus) namelijk dat Phaedrus als eerste zei, door ongeveer vanaf dit
punt te beginnen, dat Eros een grote god is en bewonderenswaardig onder
mensen en goden, op vele (andere) manieren, en niet in het minst
vanwege zijn geboorte.
4 Τὸ γὰρ ἐν τοῖς πρεσβύτατον εἶναι τὸν θεὸν
5 τίμιον, ἦ δ’ ὅς, τεκμήριον δὲ τούτου·
Want het feit dat de god tot de alleroudsten behoort, is
een eer, zei hij, en het bewijs hiervan (is als volgt):
5 γονῆς γὰρ Ἔρωτος οὔτ’ εἰσὶν
6 οὔτε λέγονται ὑπ’ οὐδενὸς οὔτε ἰδιώτου οὔτε ποιητοῦ, ἀλλ’
7 Ἡσίοδος πρῶτον μὲν Χάος φησὶ γενέσθαι –
8 Αὐτὰρ ἔπειτα
9 Γαῖ’ εὐρύστερνος, πάντων ἕδος ἀσφαλὲς αἰεί,
10 ἠδ’ Ἔρος
want noch zijn er namelijk ouders van Eros
noch worden ze genoemd door iemand, noch door een prozaschrijver noch door een dichter, maar
Hesiodus zegt dat Chaos als eerste is ontstaan –
Maar vervolgens (werden geboren)
Aarde met brede borst, de altijd veilige verblijfplaats van alles,
en Eros
11 Ἡσιόδῳ δὲ καὶ Ἀκουσίλεως σύμφησιν μετὰ τὸ Χάος δύο τούτω
12 γενέσθαι, Γῆν τε καὶ Ἔρωτα. Παρμενίδης δὲ τὴν γένεσιν
13 λέγει –
14 Πρώτιστον μὲν Ἔρωτα θεῶν μητίσατο πάντων.
15 Οὕτω πολλαχόθεν ὁμολογεῖται ὁ Ἔρως ἐν τοῖς πρεσβύτατος
16 εἶναι.
En ook Acusilaüs was het met Hesiodus eens dat die twee na Chaos
zijn geboren, Aarde en Eros. En Parmenides zegt over zijn geboorte –
Zij bedacht Eros als allereerste van alle goden.
Zo wordt van vele kanten algemeen aangenomen dat Eros tot de alleroudsten
behoort.
, b. Eros en moraliteit
1 Πρεσβύτατος δὲ ὢν μεγίστων ἀγαθῶν ἡμῖν αἴτιός ἐστιν. Οὐ γὰρ
2 ἔγωγ’ ἔχω εἰπεῖν ὅτι μεῖζόν ἐστιν ἀγαθὸν εὐθὺς νέῳ ὄντι ἢ
3 ἐραστὴς χρηστὸς καὶ ἐραστῇ παιδικά.
En aangezien hij de oudste is, is hij voor ons verantwoordelijk voor de grootste zegeningen. Want
ik van mijn kant kan niet zeggen wat een groter goed is voor iemand direct van jongs af aan dan een
goede minnaar en voor een minnaar een (jonge) geliefde.
3 Ὃ γὰρ χρὴ ἀνθρώποις
4 ἡγεῖσθαι παντὸς τοῦ βίου τοῖς μέλλουσι καλῶς βιώσεσθαι, τοῦτο
5 οὔτε συγγένεια οἵα τε ἐμποιεῖν οὕτω καλῶς οὔτε τιμαὶ οὔτε
6 πλοῦτος οὔτ’ ἄλλο οὐδὲν ὡς ἔρως.
Want wat aan mensen die
op een goede manier van plan zijn hun leven door te brengen, leiding moet geven in het hele leven, dat is
noch verwantschap in staat zo goed teweeg te brengen noch aanzien noch
rijkdom noch iets anders als eros/liefde.
6 Λέγω δὲ δὴ τί τοῦτο; Τὴν ἐπὶ
7 μὲν τοῖς αἰσχροῖς αἰσχύνην, ἐπὶ δὲ τοῖς καλοῖς φιλοτιμίαν· οὐ
8 γὰρ ἔστιν ἄνευ τούτων οὔτε πόλιν οὔτε ἰδιώτην μεγάλα καὶ καλὰ
9 ἔργα ἐξεργάζεσθαι.
Maar wat bedoel ik hiermee? Het
schaamtegevoel over wat schandelijk is, en eerzucht ten aanzien van wat goed is;
want zonder deze is het niet mogelijk dat óf een stad óf een individu grootse en mooie
daden tot stand brengt.
9 Φημὶ τοίνυν ἐγὼ ἄνδρα ὅστις ἐρᾷ, εἴ τι
10 αἰσχρὸν ποιῶν κατάδηλος γίγνοιτο ἢ πάσχων ὑπό του δι’
11 ἀνανδρίαν μὴ ἀμυνόμενος, οὔτ’ ἂν ὑπὸ πατρὸς ὀφθέντα οὕτως
12 ἀλγῆσαι οὔτε ὑπὸ ἑταίρων οὔτε ὑπ’ ἄλλου οὐδενὸς ὡς ὑπὸ
13 παιδικῶν.
Welnu ik zeg dat een man die verliefd is, als
het duidelijk wordt dat hij iets schandelijks doet of ondergaat door toedoen van iemand,
zonder zich wegens onmannelijkheid te verzetten, niet zo erg pijn voelt wanneer hij door zijn vader gezien
is, noch door zijn vrienden, noch door iemand anders als (wanneer hij gezien is) door
zijn geliefde.
13 Ταὐτὸν δὲ τοῦτο καὶ τὸν ἐρώμενον ὁρῶμεν, ὅτι
14 διαφερόντως τοὺς ἐραστὰς αἰσχύνεται, ὅταν ὀφθῇ ἐν αἰσχρῷ τινι
15 ὤν.
En op precies diezelfde wijze zien we ook wat betreft de geliefde, dat
hij bij uitstek schaamte voelt voor zijn minnaars, (telkens) wanneer hij gezien wordt in een of andere
schandelijke situatie.
, c. Eros leidt tot dapperheid
1 Εἰ οὖν μηχανή τις γένοιτο ὥστε πόλιν γενέσθαι ἢ στρατόπεδον
2 ἐραστῶν τε καὶ παιδικῶν, οὐκ ἔστιν ὅπως ἂν ἄμεινον οἰκήσειαν
3 τὴν ἑαυτῶν ἢ ἀπεχόμενοι πάντων τῶν αἰσχρῶν καὶ
4 φιλοτιμούμενοι πρὸς ἀλλήλους,
Als er nu een of ander middel zou zijn zodat er een stad of leger
van minnaars en geliefden bestond, dan is er geen manier waarop zij
hun eigen stad beter zouden kunnen besturen dan door zich te onthouden van al het schandelijke en
door eerzuchtig te zijn in wedijver met elkaar,
4 καὶ μαχόμενοί γ’ ἂν μετ’
5 ἀλλήλων οἱ τοιοῦτοι νικῷεν ἂν ὀλίγοι ὄντες ὡς ἔπος εἰπεῖν
6 πάντας ἀνθρώπους.
en dergelijke mensen zouden, wanneer ze naast
elkaar vechten, ook al zijn ze met weinig, om zo te zeggen
alle mensen kunnen overwinnen.
6 Ἐρῶν γὰρ ἀνὴρ ὑπὸ παιδικῶν ὀφθῆναι ἢ
7 λιπὼν τάξιν ἢ ὅπλα ἀποβαλὼν ἧττον ἂν δήπου δέξαιτο ἢ ὑπὸ
8 πάντων τῶν ἄλλων, καὶ πρὸ τούτου τεθνάναι ἂν πολλάκις ἕλοιτο.
Want een verliefd man zou, denk ik, er minder de voorkeur aan geven door zijn geliefde gezien te worden ofwel
wanneer hij de slaglinie heeft verlaten ofwel wanneer hij zijn wapens heeft weggeworpen, dan door
alle anderen, en in plaats daarvan zou hij ervoor kiezen vaak dood te zijn.
9 Καὶ μὴν ἐγκαταλιπεῖν γε τὰ παιδικὰ ἢ μὴ βοηθῆσαι
10 κινδυνεύοντι
En tenminste wat betreft het in de steek laten van zijn geliefde of het niet helpen (van hem)
wanneer deze in gevaar verkeert
10 – οὐδεὶς οὕτω κακὸς ὅντινα οὐκ ἂν αὐτὸς ὁ Ἔρως
11 ἔνθεον ποιήσειε πρὸς ἀρετήν, ὥστε ὅμοιον εἶναι τῷ ἀρίστῳ
12 φύσει· καὶ ἀτεχνῶς, ὃ ἔφη Ὅμηρος, μένος ἐμπνεῦσαι ἐνίοις
13 τῶν ἡρώων τὸν θεόν, τοῦτο ὁ Ἔρως τοῖς ἐρῶσι παρέχει
14 γιγνόμενον παρ’ αὑτοῦ.
– niemand is zo laf dat Eros zelf hem niet
bezield zou kunnen maken tot dapperheid, zodat hij gelijk is aan
de van nature dapperste; en absoluut wat Homerus zei, dat de godheid sommige
van de helden moed inblies, datgene geeft Eros aan degenen die verliefd zijn,
voortkomend vanuit zichzelf.