IG1 Begrippenlijst
Ole Lechner, 17 december 2019
Boeken
Macaulay, T
he History of England (1848)1
Voorbeeld van sociale geschiedschrijving voordat het in de jaren ‘60 populair werd.
Marx, D
as Kapital (1867)2
In Das Kapital wilde Marx de economische patronen onthullen die ten grondslag liggen aan de kapitalistische
productiewijze. In Marx’ werk stond de productieve kracht van de mens centraal i.p.v. de ‘geest’ van de mens.
Echter was hij ook van mening dat mensen in de gegeven omstandigheden hun eigen geschiedenis maakten.
E.P. Thompson bouwde voort op dit idee en liet de agency van de arbeidersklasse zien in zijn werk. Marx
schreef over de effecten van de industriële revolutie op de arbeidersklasse en beoefende daarmee een vroege
vorm van ‘history from below’. Structuur is bij Marx over het algemeen echter belangrijker dan agency (net
als bij de Annales-school).
Marx zag een patroon van globale ontwikkeling waarbij landen overgingen van tribalisme naar op slaven
gebaseerd, naar feodaal, naar kapitalistisch en uiteindelijk naar socialistisch. Het idee van verschillende stadia
van sociaaleconomische ontwikkeling wordt niet meer geaccepteerd, maar Marx’ categorieën en de
benaderingswijze van relaties tussen staten die gelijksoortig is met sociale groepen blijft invloedrijk.
Marx heeft een belangrijke invloed gehad op de geschiedschrijving. Zijn werk was vooral in de jaren ‘60/’70
populair en zijn ideeën zijn tegenwoordig grotendeels opgenomen in de geschiedschrijving (bijv. dat
materiële factoren essentieel zijn in historische veranderingen en dat verhoudingen tussen oneven groepen
eigenlijk altijd vijandig zijn). Het marxistische idee dat sociaaleconomische veranderingen de belangrijkste
drijvende kracht waren van de geschiedenis was algemeen geaccepteerd in de tweede helft van de 20e eeuw.
Lovejoy, T
he Great Chain of Being (1936)3
Volgens Lovejoy bestond er een bepaald aantal fundamentele filosofische ideeën die denkers door de
eeuwen heen in verschillende samenstellingen hebben gecombineerd. Ideeën zijn bij deze benadering dus
een soort bouwstenen waar cumulatief aan wordt toegevoegd.
Braudel, L
a Méditerranée (1949)4
Dit boek beschrijft de geschiedenis van de Middellandse Zee a.d.h.v. drie lagen met een verschillende
tijdsspanne: op de bodem ligt de historische geografie van aarde, klimaat, land en zeeroutes, wat zeer traag
verandert; daarboven ligt sociaaleconomische activiteit, wat verandert gedurende enkele decennia; bovenop
ligt de politiek e.d. (diplomatie, oorlog, bestuur, etc.).
Braudel was één van de eerste historici die de zee als uitgangspunt nam voor zijn onderzoek. La
Méditerranée is een vorm van totale geschiedenis en kwantitatieve geschiedenis. Braudel was deel van de
tweede generatie van de Annales-school.
1
S. Maza, Thinking About History (Chicago 2017), 14-15
2
Maza, T hinking About History, 73-74, 166-70
3
Maza, T
hinking About History, 86
4
Maza, T hinking About History, 169
1