MAATSCHAPPIJLEER RECHTSTAAT
Er zijn verschillende soorten staten in de wereld:
Totalitaire staat; een samenleving waarin de staat doordringt tot in het
persoonlijke leven en bepaalt wat mensen mogen (wat lezen, waar werken,
waarheen reizen, etc.) Corrupt en vaak ook een politiestaat. Wantrouwen en
achterdocht.
Politiestaat; De burgers leven permanent in angst voor spionage, afluisteren,
verraad, etc.
Rechtsstaat; Een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd
tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Vertrouwen en
wederkerigheid.
Nederland is een sociale en democratische rechtsstaat, sociaal: er zijn allerlei
wetten en voorzieningen om de welvaart en het welzijn van de burgers te
bevorderen.
Beginselen rechtstaat:
Grondrechten beginsel: alle mensen zijn in
vrijheid en gelijkheid geboren en moeten zo
ook kunnen samenleven.
Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: de
mensen sluiten gezamenlijk een
vredesakkoord, het sociaal contract.’
Het legaliteitsbeginsel: er is een staat die het
sociaal contract tussen mensen kan
afdwingen, maar die strikt gebonden is aan de
wetten die de partijen zelf hebben opgesteld.
In Amerika vormden de onafhankelijkheidsverklaring+
grondwet+ Bill of rights de Amerikaanse constitutie.
In Frankrijk kwam de verklaring van de rechten van de mens en burger.
Grondwetten zijn wetten die worden nageleefd, onder andere in Nederland. Deze
kan een preambule bevatten, waarin beschreven staat welke idealen de staat
koestert, welke historische fouten ze niet wil herhalen en welke identiteit ze nastreeft.
De grondwet:
Begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van
burgers;
Legt de fundamentele rechten van burgers vast;
Geeft aan hoe de belangrijke organen van de staat in grote lijnen zijn
georganiseerd;
Drukt de eenheid van de natie uit. Binnen het staatsverband vormen alle
burgers, ondanks alle verschillen, toch een eenheid.
, In de 19e eeuw ontstond het censuskiesrecht: het kiesrecht dat slechts voorbehouden
was aan mannelijke burgers die een bepaald bedrag belasting betaalden.
De 19e -eeuwse staat werd ook wel de nachtwakerstaat genoemd; een staat die zich
voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers en de
noodzakelijke voorwaarden realiseert voor economische groei.
In de 20e eeuw, 1917, werd het vrouwenkiesrecht ingevoerd.
De grondwet bevat het eerste deel grondrechten van burgers, het tweede deel
staatsinstellingen en het bestuur van ons land. Er zijn klassieke (vrijheid en
gelijkheid) en sociale grondrechten te vinden.
Klassieke grondrechten: Sociale grondrechten:
afdwingbaar bij de rechter niet afdwingbaar bij rechter, overheid moet wel
actief optreden.
-Recht op gelijke behandeling; discriminatie
op geen enkel vlak toegestaan. -Werkgelegenheid
-Persoonlijke vrijheid; recht op privacy, de -Bescherming positie werknemers
vrijheid om te gaan en staan waar men wil, - Sociale woningbouw
onaantastbaarheid van het lichaam en het
recht op eigendom. -Volksgezondheid, gezondheidszorg
-Politieke vrijheid; algemeen kiesrecht.
Burgers bepalen zelf - met woorden in plaats
van wapens- hoe zij willen samenleven.
Bij wetten is wederkerige erkenning erg belangrijk. Bij verschillende wetten staat dan
ook ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet.’
Grondrechten hebben geen absolute gelding, er mogen beperkingen genomen
worden, maar alleen de regering kan hiervoor zorgen.
Er is een botsing van grondrechten, zo is er een verticale en horizontale werking.
Verticale werking: grondrechten die door burgers kunnen worden uitgeoefend
tegenover de staat.
Horizontale werking: grondrechten die burgers tegenover elkaar beroepen.