Hoorcollege 8: Zelfbeeld, identiteit, diversiteit (18-10)
1: Nationale identiteit
- Willekeurige term.
- Sociaal Cultureel Planbureau -> rapporten over nationale identiteit.
- 2007: Prinses Maxima bij presentatie WRR-rapport Identificatie met Nederland:
- ‘De Nederlander bestaat niet’.
- Publieke commotie.
- Brede discussie over migratie, dubbele nationaliteit, inburgering, integratiebeleid,
multiculturalisme, als sinds jaren 1980.
- Wat betoogde het WRR- rapport eigenlijk?
- Identiteit is een term geworden die een mate van geslotenheid/conservatie
geworden. Zo werkt moderne samenleving niet. Spreken over identificatie in plaats
van identiteit. Overgang naar dynamische term.
1.1: Over het begrip ‘identiteit’
- Pas sinds de jaren zestig -> psychologie -> ‘constante herkenbare en erkende rolvervulling’.
- Deels een problematiserend begrip; identiteitscrisis.
- Deels zoeken naar authenticiteit, het ‘zelf’, innerlijk, het eigene, maar als individu, tegen
‘vervreemding’ en conventie.
- Vraag ‘wie ben ik tegenover de samenleving?’, streven naar individualiteit en losmaken
conventie van samenleving.
- Psychologisering van de samenleving.
- Vervolgens, in VS, ook profileren groepsrechten en groepsidentiteit -> strijd om erkenning.
- Rechten op basis van eigenheid groep claimen, zoeken naar erkenning
- Termen psychologie overgebracht naar collectieve. Kan dit ook?
- Vervolgens ook: gebruikt als groepsbewustzijn, presentatie en uitwisselbaar met ‘cultuur’.
1.2: Identiteit: nieuw, of toch niet?
- Identiteit, net als cultuur, steeds bevestigendere term. Collectivistischer en essentialistischer
geworden: conserverend en gericht op rechten en erkenning.
- Wat is de essentie van de groep?
- Nodig om erkenning te vinden, sterke groepsidentiteit/besef creëren.
- Wel conserverend proces, geen individu meer maar onderdeel van een groep/cultuur.
- Daardoor in feite de opvolger van: volksaard, volkseigen, volkskarakter, volksziel -> begrippen die
besmet waren geraakt door nationalisme en fascisme. Begrippen over ‘volk’ niet meer gebruiken.
- Jaren zestig en zeventig nieuwe aangepaste terminologie, maar zelfde manier van
beschrijven collectivisme.
- Kan individuele psychologie op collectieven worden toegepast? Of is dit weer gewoon de oude
metafysica (volksgeest, volksziel: suggestie van eeuwige continuïteit)?
- Idee van eeuwige geest binnen een natie of volk vorm van metafysica.
1.3: Voorstellingen van (nationale) identiteit
- Berusten op:
- Combinatie of confrontatie van zelfbeeld en beeldvorming door anderen.
Overeenstemming nodig om (h)erkend te worden door anderen.
- Selectief winkelen in de geschiedenis, dient het doel van gezamenlijkheid.
- Ernest Renan; nadenken wat een natie maakt. Religie? Etniciteit? Taal?
Herinneringen? Zijn niet beslissend voor wat een natie maakt. Beslissend is dat leden
van een natie vinden dat ze bij elkaar willen horen en van dag tot dag een besluit
nemen een natie te zijn ‘voluntaristisch element’.
, - Ook belangrijk om gezamenlijk dingen te vergeten zoals interne verdeeldheid en
burgeroorlog.
-> Samen dingen herinneren om in het reine te komen, maar ook kunnen vergeten
om niet te veel de nadruk te leggen op de dingen waar de natie samen moeite mee
heeft gehad.
- In- en uitsluiting, ‘eigen’ en ‘anders’, collectieve ervaringen en vijandbeelden.
- Collectieve vijandbeelden nodig, vormen soms het begin van een natie (Nederland
versus Spanje).
- Zoeken naar bevestiging door stereotypering (selectief zijn).
- Niet zoeken naar argumenten in strijd stereotypen maar bevestigen om
eenheidsbeeld te vormen.
- Essentialisme.
- Kern of wezen van de natie als geheel.
- Aanleren van gevestigde, historische clichés en ‘topoi’.
- Basiskennis geschiedenis.
- Topoi; vaste plaatsen/elementen in een verhaal die terug blijven keren.
-> Socialiseringsprocessen, reproduceren en aanleren van clichés zodat het lijkt alsof
het de kern is.
2: Nederlandse zelfbeelden: zestiende en zeventiende eeuw
- Algemeen: klimaat- en humeurentheorie (Hippocrates, Galenus) -> invloed van atmosfeer op
volksaard -> Koud, heet, gematigd, vochtig -> cholerisch, sanguinisch, flegmatisch, melancholisch.
- Terugvallen op Oudheid. Klimaatomstandigheden bepalen de mentaliteit/psychologie van
een volk. Gekoppeld aan medische theorieën over de vier vochten van het menselijk lichaam.
- Indeling van volken naar ‘temperament’ en geheel van tot cliché geworden levenskenmerken.
- Reisverhalen, beschrijven hoe deze volkeren zijn. Lastig aspect; weinig reizen, dus
gezaghebbende auteurs gaan eeuwen mee, herhaling vroege beschrijvingen gaan lang mee.
- De Völkertafel (achttiende eeuw).
- Beschrijving, lang in omloop geweest. In typerende klederdracht Europese volkeren
afgebeeld. Systematiseren van volkenclichés.
- De Bataafse mythe.
- Teruggrijpen op oerbevolking zoals beschreven door Tacitus.
- De Spaanse tirannie.
- Teruggrijpen op oorlog tegen Spanje.
- Vrij, openhartig, moedig, trouw, eerlijk, vrijgevig, kuis, eenvoudig maar stoer, proper, standvastig,
schrander, bekwaam, volhardend, godsdienstig en tolerant.
-> Beeld op grond van ideeën oude Bataven.
- Wel een beetje bot, maar dit is eerlijkheid, eenvoud en oprechtheid, afkeer van pronkzucht en
winderigheid.
-> Element van directe vormen van omgang constant element. Heeft waarschijnlijk te maken met
ontbreken hofcultuur, hiervan in andere landen publieke omgangsvorm afgeleid.
- De vijand: Spanjaarden zijn wreed, pervers, lui, hoogmoedig, schraal. Corrupt, decadent, intolerant,
fanatiek, bekrompen.
- Ook omgekeerde perceptie: in Spanje beelden van hoe over Republiek werd gedacht.
- Bot, lomp, koel, flegmatisch, opstandig, ondankbaar, eigenwijze kletsmeiers, drankzuchtig,
lichtgelovig.
3: Nederlands zelfbeeld achttiende eeuw
- Minder internationaal gericht dan hiervoor.
- Steeds meer moraliserend ingekleurd: zoals de Nederlander zou moeten zijn -> Spectatoriale