UITWERKINGEN -
INLEIDING FISCAAL
RECHT
Erasmus School of Law
APRIL 20, 2024
ERASMUS UNIVERISTY
Rotterdam
0
,Table of Contents
Probleem 1: Moeilijker kunnen we het niet maken.................................................................4
Introductie.................................................................................................................................4
Het onderscheid tussen materieel en formeel belastingrecht is die tussen de zogenoemde
heffingswetten, dat zijn de wetten waarin belastbare feiten, voorwerpen van heffing,
maatstaven van heffing, belastingplichtigen en tarieven worden aangewezen, dus de wetten
die bepalen wie voor wat en voor hoeveel belast wordt, en aan de andere kant de
zogenoemde algemene wetten, dat zijn de wetten die voor alle belastingen algemene
heftingsregels, controleregels, sanctieregels, invorderingsregels en
rechtsbeschermingsregels geven. De wetgever is al vroeg (in 1959) begonnen om dat soort
bepalingen, die voor alle of vele belastingen toch min of meer gelijk luiden, in algemene
wetten onder te brengen. Momenteel zijn dat er drie:.............................................................4
de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) voor onder meer de heffings-technieken
(aangifte, aanslag, naheffingsaanslag, voorlopige aanslag, navorderingsaanslag,
uitnodiging tot betaling), de controlebevoegdheden van de fiscus, de
boeteopleggingsbevoegdheden van de fiscus, het fiscale strafrecht, de rechtsbescherming
van de belastingplichtige en het fiscale procesrecht;..............................................................4
de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die ook geldt voor het belastingrecht omdat ook het
belastingrecht bestuursrecht is. In de Awb vindt men ook voor het belastingrecht de
algemene bepalingen over bezwaar en (hoger) beroep, over het verkeer tussen overheid en
burger, het uniforme deel van het bestuurs-procesrecht en het bestuurlijke boeterecht en
de algemene regels over bestuurlijke geldschulden;...............................................................4
de Invorderingswet 1990, over de speciale incassobevoeggdheden van de ontvanger van
rijksbelastingen als er niet (tijdig) betaald wordt.....................................................................4
Al het niet-materiële belastingrecht, dus al het belastingrecht dat ergens anders dan in de
heffingswetten is geregeld, met name in de genoemde algemene wetten, wordt formeel
belastingrecht genoemd. Dat geldt zelfs voor regels waar niets formeels (organisatorisch of
procedureel) aan is, zoals bijvoorbeeld het materiële fiscale strafrecht (art. 68 e.v. AWR)
en de definitie van de fiscale woonplaats (art. 4 AWR), omdat zij nu eenmaal algemeen
(voor alle belastingen hetzelfe) zijn en (dus) in de AWR staan...............................................4
Wat betekenen de begrippen voorheffing, inhoudingsplichtige, belastingplichtige en
heffingskorting? .......................................................................................................................5
Wat is het verschil tussen een aangiftebelasting en een aanslagbelasting?...........................6
Wat is het object, subject en het tarief van de inkomstenbelasting en de loonbelasting en
wat is de verhouding tussen deze twee heffingen? -> Op het object in de
inkomstenbelasting hoeven jullie enkel kort in te gaan..........................................................9
Waarom krijgen sommige mensen (een deel van) de betaalde loonheffing terug?..............22
Wat kun je doen als je het niet eens bent met een belastingaanslag?...................................22
Is de Awb van toepassing in het fiscale recht?......................................................................26
Hoorcollege 1..........................................................................................................................27
Probleem 2: Een eigen huis....................................................................................................33
Week 2.....................................................................................................................................46
1
,Probleem 3: ZZP gekozen vrijheid of valkuil?......................................................................46
Hoorcollege 2..........................................................................................................................60
Probleem 4: Tennisverenigingen............................................................................................69
VIGNET A Welke lichamen zijn belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting?.........69
Welke activiteiten vallen onder de belastingplicht? Maakt het daarbij nog uit of sprake is
van een vereniging of BV?......................................................................................................74
Objectieve belastingplicht.......................................................................................................77
Wie is ondernemer voor de omzetbelasting?.........................................................................78
VIGNET B...............................................................................................................................80
Wat is het verschil in fiscale behandeling tussen storten van kapitaal in
dochtermaatschappij en het verstrekken van lening aan een dochtermaatschappij?..........80
Wat zijn de gevolgen van onzakelijke prijsafspraken tussen moeder- en
dochtermaatschappijen voor het vaststellen van de fiscale winst en wat is de betekenis van
de begrippen informeel kapitaal en vermomd dividend in dit verband?...............................84
Week 4.....................................................................................................................................92
Probleem 5: De verdeling van de taart...................................................................................92
Wanneer zijn natuurlijke personen elkaars partner?............................................................92
Hoe worden inkomsten uit aandelen belast bij natuurlijke personen en welke factoren zijn
daarbij van belang en hoe worden de inkomsten uit aandelen belast bij rechtspersonen en
welke factoren zijn daarvoor van belang?.............................................................................95
Los de casus van het probleem op. ......................................................................................115
Hoorcollege 3........................................................................................................................119
Week 4...................................................................................................................................124
Probleem 6: Klussen als Brugman.......................................................................................124
Wat is resultaat uit overige werkzaamheden en hoe wordt dit belast?................................124
Wanneer heb je recht op zelfstandigenaftrek?.....................................................................128
Kun je kosten aftrekken als je ondernemer bent, als je werknemer bent en als je ROW-
genieten bent?.......................................................................................................................128
Maakt het fiscaal gezien uit welke naam je aan een contract geeft?..................................136
Zijn de persoonlijke uitgaven zoals betaalde alimentatie aftrekbaar? En is ontvangen
alimentatie belast?.................................................................................................................140
Los het probleem op?............................................................................................................141
Toets of het correct is dat de inspecteur de inkomsten van Lieke heeft aangemerkt als
ROW?....................................................................................................................................141
Heeft Lieke recht op zelfstandigenaftrek?...........................................................................141
Mag Lieke alle uitgaven aftrekken van haar inkomsten?...................................................141
Hoorcollege 4........................................................................................................................143
Probleem 7: Grenzeloos ondernemen..................................................................................148
2
, 7A...........................................................................................................................................148
Hoe wordt de vestigingsplaats van een lichaam bepaald?...................................................148
Op grond van welke aangrijpingspunten/beginselen kan een land belasting heffen en hoe
gebeurt dit in Nederland, in het bijzonder met betrekking tot onroerende zaken en
dividend?................................................................................................................................150
Hoe wordt als meerdere landen belasting heffen over hetzelfde inkomen, ervoor gezorgd
dat dit niet tot dubbele belastingheffing leidt?.....................................................................154
7B...........................................................................................................................................164
Wat is een Fiscale Eenheid en wat zijn de vereisten voor een FE?....................................164
Kan een fiscale eenheid worden gevormd met een niet in Nederland gevestigde entiteit op
grond van de Nederlandse belastingwet of het Europees recht? (Gebruik hierbij
jurisprudentie).......................................................................................................................164
Maakt een FE het mogelijk om verliezen en winsten van verschillende vennootschappen te
verrekenen?...........................................................................................................................165
Kan een FE worden gevormd met een niet in Nederland gevestigde entiteit op grond van
het Nederlandse belastingrecht (X-Holding arrest)?...........................................................166
Hoorcollege 5........................................................................................................................167
3