Biologie H4 Thema 4 Erfelijkheid
4.1
DNA: bevat de erfelijke informatie van een organisme
Gen: een stuk DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap,
bijvoorbeeld de informatie voor de kleur van je haar
4.2
Fenotypen: alle uiterlijke waarneembare kenmerken van een individu
Erffactor: ander woord voor gen
Genotypen: het totale pakket aan genen in een cel
Fenotypen beïnvloed door milieufactoren licht, lucht, vochtigheid, temperatuur
Bij veel eigenschappen stelt het genotypen de uiterste grenzen vast en
bepaald het milieu hoe dicht de grenzen worden benaderd
Eeneiige tweeling: ontstaan uit een bevruchte eicel, na deling van de zygote
ontstaan er cellen met hetzelfde genotypen. Ze hebben precies hetzelfde genotypen.
Twee-eiige tweeling: ontstaan uit twee zaadcellen en twee eicellen. De genen in de
twee zaadcellen zijn niet precies het zelfde. Dit geld ook voor de twee eicellen. Ze
lijken net zo veel op elkaar als broers en zussen.
DNA-molecuul: opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen. De volgorde van deze 4
bouwstenen in het DNA (DNA-sequentie) is de code voor erfelijke informatie.
DNA-sequentie in een gen dat betrokken is bij de vorming van je nagels is anders
dan in een gen dat betrokken is ij de vorming van haar op je hand. Deze verschillen
duidelijk van elkaar.
Genexpressie: het tot uiting komen van een gen. Of bepaalde genen aan of uit
staan wordt geregeld door regelgenen. Milieufactoren kunnen de genexpressie ook
beïnvloeden.
Epi genetica: de studie van wijzigingen in de genexpressie zonder dat er wijzingen
in de DNA-sequentie plaatsvinden.
4.3
Paren: chromosomen komen in lichaamscellen zo voor en bevatten genen voor
dezelfde erfelijke eigenschappen.
Genenpaar: de informatie voor een erfelijke eigenschap ligt ook in een genenpaar.
geslachtscellen komen ze enkelvoudig voor.
Allel: een van de genen van een genenpaar noemen we in plaats van een gen ook
een allel.
Allelenpaar: in plaats van een genenpaar. Voor een erfelijke eigenschap kunnen
verschillende allelen bestaan.
Homozygoot: bij personen waarbij de twee allelen aan elkaar gelijk zijn.
Heterozygoot: bij personen waarbij de twee allelen ongelijk zijn.
Dominante gen: het gen dat tot uiting komt
Recessieve gen: het gen dat niet tot uiting komt
Intermediair: een dergelijk fenotypen
in de genetica: Aa. ArAr, ArAw
Genetische variatie: door recombinatie ontstaat een grote verscheidenheid in
genotypen binnen een soort. Dit zorgt voor een grote overlevingskans.
4.4
P: parents
F1: kinderen 1e generatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimvhg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.