H10 de lichamelijke ontwikkeling
Lichaam en geest zijn 1 geheel ons gedrag is niet los te zien van onze lichamelijke aanleg en door ons gedrag worden
lichamelijke processen in werking gesteld.
Groei is een proces van toename van het aantal en de grootte van de cellen en de celtussenstof waardoor vanuit een
eencellig stadium uiteindelijk een volwassen individu ontstaat.
Tegelijk met de groei speelt een proces af van differentiatie, integratie en rijping dit houd in dat groepen cellen zich
ontwikkelen tot verschillende organen en orgaan systemen, die rijpen en integreren tot een optimale samenwerking dit
proces word aangeduid met de term ontwikkeling.
Groei en ontwikkeling zijn met elkaar verbonden, ze verlopen in het algemeen volgens vaste lijnen maar met een grote
variatie in tempo.
We volgen de lichamelijke groei van kids aan de hand van referentiecurven deze zijn tot stand gekomen door grote
aantallen kids die vanaf hun geboorte tot 19 jaar te meten.
We maken gebruik van referentiecurven voor lichaamslengte naar leeftijd, gewicht naar leeftijd en gewicht naar lengte.
De eerste 2 worden over het algemeen gebruikt voor zuigelingen en de eerste en derde voor oudere kinderen.
Verschijnsel van versnelde en versterkte groei= seculaire groeiverschuiving door dit fenomeen zijn de nlse geleidelijk
aan het langste volk ter wereld geworden.
Inhaalgroei= ze groeien harder dan je op grond van de groeicurve zou verwachten.
De lichamelijke groei hangt samen met de ontwikkeling deze verloopt volgens vaste patronen: van hoofd naar voet en
van romp naar de uiteinden van de ledematen.
De grove motoriek (grotere bewegingen van t lichaam; omrollen,kruipen, lopen) ontwikkelt zich eerst en vervolgens de fijne
motoriek (fijnere bewegingen handen, voeten en ook de samenwerking tussen ogen en handen= de oog-handcoördinatie).
Belangrijk voor de kwaliteit van de bewegingen is hoe het kind zijn vaardigheden toepast in het dagelijks leven: de
adaptie.
Het hele proces van functieontwikkeling psychomotorische ontwikkeling genoemd, werkt vormen op de ontplooiing van
de persoonlijkheid en het sociale gedrag van het kind.
Het belangrijkste is het psychomotorische ontwikkelingsonderzoek gebaseerd op Arnold Gesell deze onderzoekt de
zuigelingen en peuterperiode tot 4 jaar.
Groei per leeftijdsfase
In de psychomotorische ontwikkeling zien we een verandering van de houding van de baby, dicht tegen het lichaam
gehouden armen en benen naar spreiding van de armen en later benen. Door het rondzwaaien van de armen komen deze
in het gezichtsveld van de baby en begint de hoog-handcoördinatie. Vervolgens gaat het kind de armen en benen strekken.
Door het roteren om de lichaams-as (omrollen) en het aanleren van alternerende bewegingen (kruipen) komt de
samenwerking van beide lichaamshelften tot ontwikkeling.
Na het 1ste levensjaar is de hele snelle groei er een beetje uit. VB: baby’s gaan daarom ook minder eten en komen minder
aan.
De fontanel (deel van de babyschedel) kan in het eerste jaar sluiten maar is bij een jaar 2 dicht.
De motorische ontwikkeling in deze periode is enorm, maar vertoont grote variatie in snelheid in de volgorde: van
binnen naar buiten en van boven naar beneden en van grof naar fijn.
De grove motoriek ontwikkeld zich van onzeker los lopen naar goed lopen en tot schoppen, traplopen en springen.
De fijne motoriek ontwikkeld zich van de pincet greep naar stapelen, puzzelen en penhoudergreep.
Tussen het 4de en 6de levensjaar zakt de groei van het kind een beetje in.
De motorische ontwikkeling vordert met het De lateralisatie (is de fase in de neuro-motorische ontwikkeling waarbij de
linker- of rechter-hersenhelft zijn dominantie of specialisatie krijg) rond het 4 de jaar: het kind word dan recht of links gericht
afhankelijk van de overheersende hersenhelft.
De grove en fijne motoriek nemen toe in complexiteit.
, Vanaf 5 jaar opsommingen vaardigheden per leeftijd:
- een 5jarige slaapt 12 tot 14 uur per dag: hink op 1 voet, tekent een poppetje, kleed zich zonder hulp en kan zelf knopen
dichtdoen, kent vier kleuren en is trots op zijn prestaties.
- een 6jarige begint tanden te wisselen: kan redelijk gericht een bal gooien, kent kleuren, tekent bij poppetje hals en
kleren, weet het verschil tussen middag en avond.
- een 7jarige weet het verschil tussen links en rechts: word voorzichtiger, heeft vrienden en vriendinnetjes buitenhuis, kan
boodschappen onthouden, tekent hoofd, lichaam en ledematen, is nog op moeder gericht.
- een 8jarige heeft kennis van geldwaarden: kan 5 cijfers nazeggen, weet de datum en kent maanden, kan samengestelde
opdrachten uitvoeren en heeft minachting voor andere sekse.
- een 9 jarige slaapt 10 tot 12 uur: kan geld wisselen tot een euro, houd van lezen, is beschermend naar een jonger zusje,
heeft hechte vriend schappen en kan zelf oversteken.
- een 10 jarige kan een absurde uitspraak bekritiseren: heeft een oordeel over moeilijke problemen en vertoont de eerste
tekenen van belangstelling voor de andere sekse.
- een 11jarige slaapt 8 tot 10 uur: is sterk op sekse genoten gericht, heeft zekere zelfkennis en sociaal vloeiend.
- een 12jarige is meer naar binnen gericht met de problemen van dien (dwars, lusteloos, labiel, negatief): meisje begint
meer belangstelling te krijgen voor jongens en heeft weerstanden tegen suggesties.
Factoren die de groei en de ontwikkeling beïnvloeden
Groei en de ontwikkeling worden beïnvloed door factoren als:
- erfelijkheid
- gezondheid
- hormonen
- voeding
- omgeving
Erfelijke factoren
Groei is voor een groot deel erfelijk bepaald.
Een verstoorde groei wijst op aangeboren afwijkingen.
Als er bijvoorbeeld sprake is van mentale achterstand/verstaging, verloopt de gehele ontwikkeling vertraagd en blijft ze
uiteindelijk steken bij een relatief laag niveau.
Kids met een normale intelligentie zullen trachten een afwijking op een bepaald gebied te compenseren, bijvoorbeeld door
andere gebieden extra te trainen. VB: denk aan blinde kids, die extra goed kunnen voelen en horen.
Gezondheid
Verschillende ziekten kunnen leiden tot groeistoornissen voorbeelden:
- darmstoornissen
- leverstoornissen
- nierfunctieafwijkingen
- longziekten
- hartafwijkingen
Kids die te vroeg geboren zijn (prematuren) of die te licht en te klein zijn in verhouding tot wat van de zwangerschapsduur
mocht worden verwacht (dysmaturen), vertonen na de geboorte gewoonlijk inhaalgroei als die bij de ernstige gevallen niet
volledig is.
Hormonale factoren
er zijn verschillende hormonen die de groei beïnvloeden:
- het groeihormoon: deze beïnvloed de toename van het aantal cellen van het skelet.
- het schildklierhormoon: beïnvloedt de lengtegroei en de rijping van een aantal organen.
- geslachtshormoon: bevorderen de groei en de rijping van het skelet zorgen voor de groeispurt maar ook voor de
stilstand van de groei.
- bijnierschorshormonen: hebben een groei remmende werking.
Omgevingsfactoren
Uit onderzoek is gebleken dat kids uit een lage sociaal-economische klassen in nederland uiteindelijk een kleinere
lichaamslengte bereiken dan kids uit een hogere sociaal-economische klassen.
Bij zuigelingen en jonge peuters kan het achterblijven van groei als ontwikkeling wijzen op emotionele verwaarlozing, deze
gaat vaak samen met onvoldoende voeding.