De ontwikkeling in het virtuele milieu H9 vogelvlucht
De invloed van de media is onmiskenbaar, het is een aanzienlijke factor geworden die invloed uitoefent op alle terreinen.
Tot 2000 was het onderzoek naar de invloed van de computer nog erg gericht op de cognitieve mogelijkheden die de
computer bied en werd de volle impact pas langzaam zichtbaar voor volwassenen, maar het was al lange tijd het terrein van
de adolescent.
Er is een nieuwe opvoedende instantie ontstaan het internet.
In het opvoeden van het kind spraken we altijd over het gezin (eerste milieu), de school (2 de milieu) en de wereld daarbuiten
(3de milieu).
Uit het 3de milieu heeft zich een factor losgemaakt die zowel het 1 ste als het 2de milieu binnendringt en een eigen status
verdient, omdat de vormende invloed ervan groot is: De media met internet als meest vooraanstaand invloed.
We zouden kunnen spreken van een 4de milieu= het virtuele milieu.
Deze omvat de fictieve wereld waarin ouders en kind zich passief, actief en interactief en bewegen.
Het virtuele milieu is een opvoedende instantie die niet als zodanig bedoeld is.
Het internet is enorm omvangrijk en daardoor is het niet mogelijk te overzien door wie dan ook het is een vrije instantie
iedereen kan iets op internet zetten er zijn geen regels zoals in de andere milieus als gezin, school en maatschappij.
Volwassenen waren nauwelijks op internet aanwezig om te onderzoeken, waardoor we geen inzicht hebben op de invloed
die het virtuele milieu op de ontwikkeling van kinderen heeft. Bij het onderzoek dat vervolgens gedaan word, is het
methodologisch niet mogelijk om die invloed te onderzoeken omdat deze overal aanwezig is waar we het zouden willen
onderzoeken.
De vorming van jeugdigen vind mede plaats door mensen die geen opvoedende verantwoordelijkheid ervaren, maar erop
gericht zijn hun product te verkopen. zo dringen commerciële motieven ongemerkt de vorming van kinderen binnen,
terwijl de ouders dat weinig beseffen.
Virtuele leefmilieu
Kinderen en jongeren bewegen zich op internet zonder bemoeienis van ouders, leerkrachten of andere volwassenen.
Ze proberen rollen en identiteiten uit, ze experimenteren met seksualiteit en ontwikkelen een virtueel leven.
Het schoolplein is niet meer de ontmoetingsplaats voor kids en jongeren, chatten en email zijn normale manieren geworden
om mensen te leren kennen.
Wat kinderen erdoor kunnen leren en ontdekken is geweldig, maar de vorming die ervan uitgaat is niet altijd gunstig en het
is nauwelijks te overzien wat het gaat betekenen voor de toekomst.
Veel kennis ontbreekt bij volwassenen. Kinderen ontdekken sneller hoe iets werkt op de computer dan hun ouders. maar ze
missen kaders waarin ze hun ervaringen kunnen plaatsen dit is wat opvoeding voor ze doet VB: emotioneel-sociaal
functioneren.
Behalve grenzen van het gebruik van de apparaten hebben ouder nog niet veel kunnen opvoeden, dit is ook begrijpelijk
want hun gewone opvoedkennis schiet te kort.
De opvoedkundige kennis die voor een belangrijk deel aanwezig is in ouders, draait om de werkelijke wereld.
Met het opgroeien leren we met het kind samen hoe het moet opgroeien en hoe wij moeten opvoeden als ouders deze
balans word dagelijks getoetst.
In het virtuele milieu word een dimensie aangesproken die niet zichtbaar is, niet makkelijk meetbaar. Het gaat bijna
allemaal om wat er in het kinderbrein gebeurd met wat het kind in het virtuele milieu doet, en niet BV of het zich bezeert of
ergens afgehouden moet worden.
Een ander lastig element is dat specifiek in het virtuele milieu hoort en in het fysieke leven niet zo is, is de commercialiteit.
Dus vooral commercieel en financieel.
, Jonge kinderen worden blootgesteld aan leeftijd inadequate ervaringen. VB: kind van 4 jaar was lang niet naar school
gekomen. Waarom: omdat hij bij iemand heel zn huis had kapot geslagen met een stok. Dit vertelde het kind normaal, en
het kind was een rustig en in een gezonde vorm van ontwikkeling. Bij 4 jaar past dat je ervaringen gaat experimenteren en
uitproberen.. dit heeft hij gedaan alleen door GTA is dit negatief beïnvloed. (18+)
Het virtuele leefmilieu is een wereld waarin men zich zowel reël als fictief beweegt. (als zichzelf met verschillende
identiteiten)
Er moet aan internet een leeftijdsadequaat aangeboden worden. we laten onze kinderen ook niet gelijk fietsen op de
openweg. Stapje voor stap. In de virtuele wereld word het kind wel beschouwt als een mini volwassenen.
Het is het kind eigen om te exploreren en ze de wereld te ontdekken; het is de adolescent eigen om de wereld te veroveren
en aan zich te onderwerpen.
Voor volwassenen aan het begin van de 21ste eeuw is de computer met internet een instrument, voor jongeren is het een
leefmilieu.
Inmiddels weten ouders dat de aantrekkingskracht van het virtuele milieu groot is, kinderen er niet makkelijk weg van te
krijgen zijn.
Onzichtbaar zijn voor de volwassenen en vrij uit kunnen experimenteren is voor adolescenten heel belangrijk, het internet
biedt het die mogelijkheid.
De invloed op de ik-ander differentiatie
Het is nauwelijks mogelijk om te zien wat de invloed is van het virtuele milieu op de ontwikkeling van kinderen.
1e reden= dat we te laat zijn met onderzoeken, omdat de invloed er al is.
2e reden= dat het virtuele milieu zijn invloed niet in een vacuüm uitoefent, maar binnen de 3 andere milieus.
3e reden= dat de invloed altijd begrensd word door de aanleg van het kind.
We kunnen dus alleen via extrapolatie van aanwezige kennis over de ontwikkeling van kinderen bekijken wat de invloed
zal zijn.
een basale bouwsteen van de ontwikkeling van kinderen is de ik-ander differentiatie op grond daarvan ontwikkelt het
kind inzicht in de eigen gedachten en gevoelens en die van anderen (theory of mind), empatie, rekening houden met
anderen, persoonlijk sociologisch inzicht in de maatschappij en vriendschap, relaties en burgerschap.
Een aantal elementen van het virtuele milieu sluit nauw aan bij e ego gerichte maatschappij die zich vanuit de
industrialisatie van de 19de eeuw ontwikkelde = de mobiel en de email.
Deze kenmerken beïnvloeden het gedrag en stimuleren gedragscodes. Het is aan de beller om rekening te houden met bv.
Etenstijd of bezigheden.
Hiermee is telefoneren een oefening voor de ik-ander differentiatie, in het verplaatsen van de ander en empathie.
De voicemail en telefoonbeantwoorder doorbreekt dit patroon de verantwoordelijkheid voor de communicatie ligt niet
meer bij de beller maar bij de gene die wordt gebeld.
Deze 2 elementen (mobiel&email) maken dat er minder geoefend word in zich verplaatsen in de andere en dat het
probleem voor de communicatie meer bij de ander word gelegd. Het ligt voor de hand om te verwachten dat dit kinderen
onbedoeld en onbewust meer egocentrisch maakt.
Media vullen de tekorten aan die zijn ontstaan in de veranderde wereld. VB: internet informatie bron, behoefte van
grenzeloze informatie.
Contactomie= een wereld ingesteld op 24-uurs contact.
De internet wijze van hulp bieden via progamma’s waarbij je via internet aan je depressie kan werken, het blijkt niet het
gewenst resultaat te hebben of zelf situatie te kunnen verslechteren.
Op internet stappelen de ervaringen zich op, zonder dat kids de kans krijgen om ze te verwerken en te bepraten met
anderen. Ook omdat ouders weinig vragen over wat kids op het internet doen of hebben meegemaakt, is het gevolg dat
kids hun ervaringen niet kunnen toetsen aan de realiteit en niet aan de ervaringen van volwassenen.