Inleiding in de Psychologie college 1:
Wat is psychologie:
Wetenschap die bezig gaat met: Menselijk gedrag en mentale processen.
- Waarom: beeld van hoe normaal/abnormaal/afwijkend/gezond menselijk gedrag -> en
wanneer is dit zo, hoezo gaan mensen van het ene naar het andere gedrag.
Wat wordt er bestudeerd:
Hoe kan veranderend verdrag worden voorkomen of behandeld.
Ontwikkeling van het brein, wat kan er van bepaalde leeftijden worden verwacht (minder ontwikkeld
bij kind)
Perceptie: waarneming, wat mensen hebben meegemaakt (baan etc.) kan zorgen voor een totaal
andere waarneming in dezelfde situatie. -> je let heel erg op bepaalde dingen, pp verschillend.
Pro sociaal gedrag: iemand anders op een positieve manier helpen.
S24
Waarom wetenschap?
- Verschillende psychologische theorieën
Deelgebieden specialisatie psychologie
- Ontwikkeling: hoe waarom gedrag en mentale processen veranderen gedurende levenscyclus
+ gevolgen (vb. wanneer krijg een kind spreekrecht)
- Onderwijs: hoe mensen leren + hoe onderwijs beste vorm te geven
- Cognitief: mentale processen als perceptie, geheugen, leren, denken, bewustzijn, slaap,
intelligentie, interpretatie.
- Klinisch: oorzaken, gevolgen, behandeling van psychische stoornissen > mentale status ouders
heeft invloed op opvoeding
- Gezondheids: hoe gedrag en mentale processen de lichamelijke gezondheid kunnen
beïnvloeden, en andersom (wat doet het met de patiënt zelf en met de mensen eromheen)
- Persoonlijkheid: de stabiele karaktereigenschappen van personen + hoe dit samenhangen
met vb. psychische problemen (het temperament) ervaringen etc. (zie college 4)
- Sociale: hoe mensen elkaars gedrag en mentale processen beïnvloeden, individueel en in
groepen (als iemand anders pijn heeft, voel jij dit ook -> met elkaar meevoelen) het kind
wordt bestudeert in zijn omgeving (pestgedrag)
- bio en neuro: hoe het brein en processen in ons lichaam ons gedrag en mentale processen
beïnvloeden, en andersom. (controle over emoties)
- organisatie: hoe de efficiëntie, productiviteit en tevredenheid van werknemers en de
werkgevers vergroot kan worden. Hoe je veiligheid (in bedrijven) kan bevorderen.
, College 2
Leertheorie stelt: gedrag is aangeleerd.
- UR: unconditioned Response: niet geleerd gedrag dat volgt op een Unconditioned Stimulus.
(handen op oren als je hard geluid hoort)
- US: unconditioned Stimilus: stimulus die een Unconditioned Response uitlokt
Voedsel (US) -> Speeksel aanmaken (UR)
Fel licht (US) -> ogen dichtknijpen (UR)
Habituatie (habituation): op een gegeven moment stoppen met een response terwijl de stimulus er
nog steeds is. Je raakt gewend aan de stimulus. (vieze geur niet meer erg vinden)
Respondent Conditioning (Pavlov)
Pavlov stuitte op het verschijnsel dat honden beginnen te kwijlen wanneer ze voedsel wordt
aangeboden. Hij onderzocht dit verschijnsel door een signaal te geven en daarna de honden te
voeren. Het signaal was geen bel, zoals vaak wordt gedacht, maar het tikkende geluid van
een metronoom. Later experimenteerde hij met andere signalen (het geluid van een harmonium, het
trillen van een buzzer, elektrische schokken).
Oorspronkelijk kwijlden de honden alleen bij het voeren en niet bij het signaal. Nadat de combinatie
van signaal gevolgd door voeren enkele keren was herhaald begonnen de honden al te kwijlen bij het
geven van het signaal.
Alleen voor dieren bewezen (door Watson) ‘Little Albert’
Dier wordt laten zien aan Little Albert. Voor geen een dier is hij bang. Later als er een dier komt en hij
reageert, laat de wetenschapper een hard geluid horen waardoor Little Albert bang wordt. Dus ook
wordt hij bang voor de dieren omdat hij dit hiermee associeert.
Angst kan dus worden aangeleerd.
Naar mooie mensen kijken: unconditioned stimulus (kijken greaag naar mooie mensen) -> maken
reclamemakers gebruik van. Kan ervoor zorgen dat je wordt aangetrokken door iets matrieels. (mooie
vrouw op een auto)
(Respondent) Extinction (flooding)
Als geconditioneerde stimulus wordt blijven aangeboden maar niet meer met ongeconditioneerde
stimulus wordt gekoppeld neemt de unconditioned response af.
Counterconditioning (systematic desensitization)
,Little Albert houd van koekjes, is bang konijntjes. Door de koekjes te koppelen met het konijntje zal
Little Albert minder bang worden en soms zelfs het konijntje leuk vinden. ‘positieve stimulus’ -> kan
ook de andere kant opwerken Aversie therapie (vaak onethisch -> genezing van homoseksualiteit
Dit alles gaat uit van reflexen, er moet dus eerst iets in de omgeving gebeurde: gedrag is uitgelokt
Wat leren van Watson en Pavlov:
- Hoe voorkeuren en angsten tot stand komen
- Hoe angsten kunnen voorkomen
- Hoe voorkeuren kunnen worden gemaakt
- Hoe angst kan worden behandeld.
Er zijn alternatieve verklaringen! (angst voor spinnen/slangen is mogelijk evolutionair) ->
voorgeprogrammeerde angsten
Skinner -> Operant conditioneren
Gedrag neemt in frequentie toe door Positive reinforcers
Stimulus die je krijgt waardoor gedrag en frequentie toeneemt: Kind leest, krijgt een snoepje, kind
gaat in de toekomst vaker lezen.
Als je iets doet, en er glimlacht iemand naar je/schouderklopje, dat stimuleert dit om het volgende
keer weer te doen (positive reinforcers)
Werkt ook zo bij honden bijv.
Benoem dat een kind iets goed doet, door te straffen weet een kind niet wat hij wel moet doen.
Afleren van negatief gedrag niet altijd het belangrijkst, maar vooral het belonen van goed gedrag.
Positive reinforces kunnen ook slecht/agressief gedrag tot stand brengen, zoals pesten. Pesters
hebben meelopers. Als de meelopers gaan lachen als de pester pest, zal de pester volgende keer
weer pesten.
Negative reinforces laten frequentie in gedrag toenemen.
De radio staat te hard, je loopt naar de radio om deze uit te zetten, de negatieve stimulus is gestopt.
Je hebt het koud -> negative response -> je doet een trui aan/zet de verwarming hoger, de negatieve
stimulans is gestopt
Escape & avoidance
- Escape conditioning: gedrag dat een onplezierige stimullus weghaalt
- Avoidance conditioning: gedrag dat een onplezierige stimulans voorkomt. -> waarschuwing.
Door je gedrag voorkom je dat je wordt blootgestelt aan een negatieve stimulus (leren want
dan geen onvoldoende)
Escape conditioning=negative reinforcement
Operant extinction
Gedrag neemt in frequentie af door ‘operant extinction’
, Gedrag treedt op door een reinforcer. Kind kan in het verleden hebben geleerd dat bepaald gedrag
leidt tot een reinforcer. Hierdoor gaat het gedrag dus afnemen. Volhouden dat de reinforcer niet
volgt.
Straf kan habitueren: je kan gewend raken aan straf. Ook als een kind weinig aandacht krijgt en dan
een tik krijgt als hij iets fout doet kan hij dit zien als reinforcer ipv als straf. Een form van aandacht
Gedrag in stand houden
Rat drukt op het hendeltje -> krijgt een reinforcer.
Rat drukt op een hendeltje en krijgt geen reinforcer -> stopt met drukken
Als je de rat soms een reinforcer geeft zal de rat altijd op het hendeltje blijven drukken (de
onvoorspelbaarheid maakt verslavend bij bijv. gokken)
Bijgeloof (accidentele reinforcement) -> nu lijkt het alsof deze reinforcement heeft geleid tot iets
goeds. Een toevallige onbedoelde combinatie van een stimulans en een reactie. Kan ook tot
dwanggedrag leiden.
Straf
Gedrag neemt in frequentie af door straf. Straf maakt mensen depressief, verdrietig, agressief en leidt
tot imitatie. Straf is een aversieve stimulus die slecht gedrag doet afnemen.
Als een kind thuis geslagen wordt als straf, kan een kind dit ook gaan doen bij andere kinderen op het
schoolplein.
Straf kan leiden tot habituatie: leidt tot ouders die steeds zwaarder gaan straffen.
Soorten straffen:
- Fysieke straffen
- Sociale straffen: uitschelden
- Exclusie: time-out stoel
Straf kan ook leiden tot:
- Personen en situaties worden geconditioneerde straffen
- Straf kan leiden tot masochisme
Sociale leertheorie
Generalisatie ontstaat als kinderen agressief gedrag zien, ze bedenken agressiever gedrag bij het
agressieve gedrag dat aan hen getoond is.
Het idee achter de sociale leertheorie is dat individuen kennis van elkaar kunnen overnemen door
observeren, imiteren en modelleren. Dit soort leren, ook wel observationeel leren genoemd, kan
worden gebruikt om een verscheidenheid aan gedragingen te verklaren, inclusief gedragingen waar
andere leertheorieën geen rekening mee kunnen houden.
Als ouders roken en kinderen zien dit, zullen deze kinderen dit normaler gaan vinden en later ook
gaan roken (hetzelfde kan gelden voor kindermishandeling) -> ook wel modeling genoemd.