6670 Samenvatting Voeding, Voorlichting en Gedrag
Visies op Gezondheid:
1. Klassiek Medisch: Ziekte is aanwijsbaar en heeft een oorzaak.
2. Biologische Visie: Gezondheid = in staat zijn onder wisselde externe omstandigheden
het interne milieu contant te houden.
3. Psychologische Visie: Gezondheid = zelf gestelde doelen behalen en geestelijke
behoeften vervullen.
4. Sociale Visie: Gezondheid = sociale rollen in de maatschappij vervullen binnen
geldende normen en waarden.
5. Humane Visie: Holistische verbinding tussen biologische, psychologische en sociale
factoren; geen duidelijke criteria voor gezondheid/ziekte.
6. Dynamische Visie: Gezondheid = balans tussen individu en omgeving.
Soorten Preventie:
Primaire Preventie: Richt zich op risicofactoren wegnemen voor aandoeningen
(bijv. vaccinaties of stoppen-met-roken-maatregelen).
Secundaire Preventie: Richt zich op vroegtijdige identificatie van aandoeningen,
zodat vroeg behandeling mogelijk is om erger te voorkomen (bijv. screenings op
borstkanker of andere screenings).
Tertiaire Preventie: Richt zich op het beheer van ziekte en complicaties en erger
voorkomen (bijv. diabeteszorg, door bloedsuikers controle van verpleegkundige).
Universele Preventie: Gericht op de gehele bevolking of grote groepen daarbinnen
(bijv. voorlichting over voeding van voedingscentrum).
Selectieve Preventie: Gericht op risicogroepen (bijv. schoolcampagnes).
Geïndiceerde Preventie: Gericht op individuen met beginnende symptomen (bijv.
groepslessen voor overgewicht).
Zorg-gerelateerde Preventie: Gericht voor mensen met een bestaande ziekte (bijv.
voedingsadviezen voor hartpatiënten).
Doelgroepen:
- Individueel (bijv. patiënten)
- Groepsniveau (bijv. ouders)
- Organisatieniveau (bijv. managers in bedrijven)
- Lokaal (bijv. redacteuren van lokale kranten)
- Samenlevingsniveau (bijv. besturen van vakbonden)
Individuele benadering
Voordeel: persoonlijk, efficiënt, anoniem
Nadeel: opsporen risicogroepen lastig. Te laat?
Collectieve benadering:
Voordeel: efficiënt en effectief
Nadeel: niet persoonlijk en lage inschatting eigen risico
,Preventieparadox: Dit betekent dat de collectieve benadering een grote gezondheidswinst
heeft op populatieniveau, maar weinig winst voor een individu.
Determinanten
Determinanten zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden. Determinanten van
gezondheidsgedrag: sociale economische status, biologische factoren, erfelijkheid,
persoonlijke (keuzes), leefstijl, omgeving, sociale normen, en zelfs politieke en wettelijke
factoren.
Deze determinanten kunnen zowel positief als negatief invloed uitoefenen op de gezondheid.
Bijvoorbeeld, de aanwezigheid van snackbars en het gebrek aan sportfaciliteiten kunnen
ongezonde keuzes bevorderen, terwijl maatregelen zoals zoutreductie in brood, gezonde
snacks in schoolkantines, en kortingen op sportscholen gezonde keuzes kunnen stimuleren.
Meetinstrument Determinanten van Innovaties (MIDI) heeft veel verschillende factoren,
leg uit wat er bedoeld wordt met complexiteit, correcte cliënt, juistheid
Complexiteit: Mate waarin de innovatie complex is om uit te voeren
Correcte cliënt: Mate waarin de gebruiker de innovatie relevant vindt voor zijn/haar cliënt.
Juistheid: Mate waarin de innovatie is gebaseerd op feitelijke juiste kennis.
Endogene determinanten: Interne factoren zoals biologische, fysiologische en
psychisch, erfelijk, verworden, leefstijl en gedrag
Exogene determinanten: Externe factoren zoals fysieke omgeving en
maatschappelijke normen en waarden.
, Persoonlijke determinanten: Gedrag, Attitude, Kennis, Zelf-effectiviteit, Geanticipeerde
spijt, Risico inschatting, Persoonlijkheidskenmerken
Omgevingsdeterminanten + negatieve - en positieve effecten :
1. Fysieke omgeving: verwijst naar de beschikbaarheid van middelen of mogelijkheden.
+ Meer gezond eten in de schoolkantine
- Veel fastfoodketen in de buurt
2. Economische omgeving: betreft de kosten die gerelateerd zijn aan gezond en
ongezond gedrag.
+ Prijzen van gezonde producten verlagen
- Laag gezinsinkomen waardoor er meer ongezonde voeding wordt gekocht omdat
het meestal goedkoper is.
3. Sociale omgeving: verwijst naar de sociale en culturele context waarin het gedrag
wordt uitgevoerd.
+ Opvoeding bij kinderen waarbij gezond eten vanzelfsprekend is.
- Vrienden die vaak ongezond eten
4. Politieke omgeving: verwijst naar de regels en wetgeving die het gezondheidsgedrag
kunnen beïnvloeden.
+ Verlaging van het zoutgehalte in brood.
- Reclames over ongezonde voeding
Hoe kan je de omgevingsdeterminanten beïnvloeden om de gezondheid te bevorderen?
1. Environmental-agents -> gedrag omgeving individuen veranderen (ouders of kantine
juf)
2. Regel en wetgeving, leidt tot verplichte gedragsverandering.
Er zijn diverse methodieken die je kunt toepassen om de sociale omgeving te veranderen
+ voorbeeld:
1. Entertainment educatie (V.b. in soapseries een gezondheidskwestie over groenten
en fruit aan de orde te stellen)
2. Massamedia gebruik (V.b. Billboard reclame met mooie foto’s van groente en fruit
en deze ook in de supermarkt hangen)
3. Mobiliseren van sociale netwerken (influencen van gezonde keuzes)
4. Behavioral journalism (goede voorbeeld geven door quotes uit de doelgroep)
Negatieve invloed heeft Sociaal Economische Status op de gezondheid?
SES: Sociaal Economische Status: mensen met een lage SES:
1. Geven vaker aan dat hun gezondheid niet goed is en zijn vaker ziek.
2. Door weinig geld leven ze in slechtere woningen en door stress hebben ze dan meer
psychische problemen.
3. Ze gebruiken vaker alcohol en drugs.
4. Opleidings- en inkomensniveau is lager