2023
Gedrag in de organisatie
E.S. Pruijssers
4853730
2de Herkansing: 28-12-2023
NCOI
HBO Bachelor Facility
Management
Gedrag in de organisatie
,Voorwoord
Mijn naam is Elvira Pruijssers. Ik ben 29 jaar en geboren in Zwijndrecht.
Mijn hobby´s zijn dansen, paardrijden en wandelen met mijn hond.
Vanaf 2018 werk ik als pedagogisch medewerker binnen de organisatie `De Kleine Draeck´.
Kinderopvang “De Kleine Draeck’ is vanaf januari 2023 overgenomen door `Kibeo´ en verdergegaan
op dezelfde locatie onder de naam `Wiedewei Ridderkerk`. Dezelfde groene en uitdagende
kinderopvang met de vertrouwde pedagogisch medewerkers.
Naast mijn functie als Pedagogisch medewerker volg ik de opleiding Facility Management. Momenteel
is dit de 8de moduleopdracht. Hiervoor heb ik facilitaire dienstverlening, management en organisatie,
professionalisering fase 1, facility management, projectmanagementvaardigheden, propedeuse en
professioneel en oplossingsgericht werken afgerond.
Deze moduleopdracht is opgesteld in het kader van de afronding van de les gedrag in de organisatie.
De aanleiding van het schrijven van deze moduleopdracht is om een onderbouwend plan van aanpak
te maken over het ombuigen van ongewenst gedrag naar gewenst gedrag.
Via deze weg wil ik K. Gillis bedanken voor zijn inzet, tijd, leerzame en leuke lessen.
Zwijndrecht, mei 2023
Elvira Pruijssers
1
, Samenvatting
De problematiek waar het plan van aanpak voor is geschreven, speelt zich af op afdelingsniveau.
Begin Januari 2023 is kinderopvang `De Kleine Draeck´ overgenomen door `Kibeo´. De medewerkers
kregen nieuwe procedures, technologische veranderingen en werkwijzen op de groep. Eén
verandering op technologisch gebied zijn de roosters. De roosters binnen `Kibeo´ worden extern
geregeld door medewerkers van het roosterplan.
Het ongewenst gedrag is dat de vestigingsmanager gebrekkig communiceert met roosterplan.
Dit veroorzaakt veel openstaande diensten, te veel medewerkers tegelijk vakantie hebben en er
sprake is van een continu personeelstekort. De medewerkers ervaren een hoge werkdruk, omdat ze
langere diensten moeten draaien of met een medewerker minder moeten werken.
Het ongewenst gedrag van de medewerkers A, B en C zijn irritaties richting de manager, gespannen,
zeuren en roddelen over andere medewerkers. Door deze gedragingen is gebrek aan motivatie
ontstaan, stress en is de werksfeer negatief.
De volgende aandachtspunten worden onderzocht binnen de organisatie:
● Welke leiderschapsstijl moet de vestigingsmanager aanpassen om motivatie bij de medewerkers te
creëren?
● Welke invloed heeft de leidinggevende op het huidige en gewenste gedrag?
● Wat is het effect van dit gedrag op de medewerkers?
Uit de cultuurscan van Harrison & Handy is te lezen dat de organisatie het hoogst scoort op de
rolcultuur. De organisatie houdt zich aan regels, procedures, doormiddel van een kwaliteitshandboek
en visie/missie. De pedagogisch medewerkers hebben zich aan de regels en procedures te houden.
De organisatie is hiërarchie aangegeven (zie bijlage II). Er zijn duidelijke kaders en is het duidelijk wie
waarvoor verantwoordelijk is.
De vesting manager leidt met een vermijdende stijl. Er is weinig aansturing van de vestiging manager
op het gebied van werkzaamheden, omdat de aansturing niet inhoudelijk en concreet is, weten
medewerkers niet wat er van hen verwacht wordt. Ze is besluiteloos en de medewerkers moeten haar
vaak herinneren aan werk gerelateerde taken. Om motivatie bij de medewerkers te creëren binnen
`Kibeo´ moet de manager met een charismatisch leiderschap leiden.
Uit de analyse van de competenties, persoonlijkheidsfactoren, werkwaarden en psychologische
factoren kwam naar voren dat de manager een gebrek heeft in mildheid, zorgvuldigheid,
communicatieve vaardigheden, openheid voor nieuwe ervaringen en duidelijkheden. Deze
onderwerpen kunnen de oorzaak zijn voor het vertonen van ongewenst gedrag.
Op basis van de analyses, knelpunten, aandachtspunten en de getrokken conclusies binnen deze
moduleopdracht is er een plan van aanpak geschreven met concrete maatregelen om het ongewenste
gedrag van het team om te buigen naar het gewenste gedrag:
- Maatregel 1 Training leiderschap: Online-cursus `Macht en Charisma.
- Maatregel 2 Coping strategieën voor de medewerkers om stress te verminderen.
- Maatregel 3 Open en transparante communicatie.
De norm die in het plan van aanpak gesteld is, is om het ongewenste gedrag tussen 10 en 12
maanden om te buigen naar het gewenste gedrag.
Door deze maatregelen toe te passen ontstaat er bij de medewerkers betrokkenheid, minder stress en
werkdruk. Daardoor neemt de motivatie, samenwerking en werkplezier bij de medewerkers toe en
wordt het gezamenlijke doel en visie/missie gerealiseerd.
2