H1
Vergelding en preventie zijn de twee voornamelijke doelen van het opleggen van een straf.
Het opleggen van een straf, vergelding, wordt gezien als het wegwerken van het kwaad bij
het slachtoffer en de maatschappij. Het slachtoffer voelt zich voldaan omdat ook de dader
leed voelt door middel van de straf.
Preventiegedachte: mensen willen geen straf krijgen, dus zullen zij gedrag dat tot een straf
leidt, zoveel mogelijk vermijden.
Speciale preventie: dit moet voorkomen dat een gestrafte wederom in de fout gaat. Dit gaat
vaak gepaard met voorwaardelijke straffen.
Generale preventie: het uitgangspunt is dat ook anderen dan de gestrafte lering trekken uit
het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan worden. De gestrafte
moet een voorbeeld zijn dat potentiële wetsovertreders afschrikt.
Materieel strafrecht: men heeft het hier over de vraag wat een strafbaar feit is. Het
materiële strafrecht bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor
kunnen worden gestraft. In de eerste plaats gaat het hier om strafbepalingen, bijv. moord en
diefstal. Uitsluitingsgronden als noodweer en uitbreiding van strafbaarheid zoals poging en
medeplichtigheid behoren ook tot het materieel strafrecht. Dit wordt gevonden in het
Wetboek van Strafrecht.
Formeel strafrecht: dit wordt ook wel het strafprocesrecht of de strafvordering genoemd. Dit
deel van het strafrecht bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een wet
vermoedelijk is overtreden. Dit wordt veelal gevonden in het Wetboek van Strafvordering.
Hierin staan de regels voor bijvoorbeeld de politie, duur van voorlopige hechtenis etc.
Sanctierecht: dit heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Bijvoorbeeld de vraag of voor een strafbaar feit een
taakstraf mag worden opgelegd en welke voorwaarden de rechter mag stellen wanneer hij
een straf voorwaardelijk oplegt. Het sanctierecht is in beide wetboeken te vinden.
Commune strafrecht: het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen.
Bijzondere strafrecht: het strafrecht dat in andere wetten staat, zoals de Opiumwet en de
Wegenverkeerswet 1994.
APV: algemene plaatselijke verordening. Hierin worden allerlei gedragen strafbaar gesteld
die in die gemeente niet toegelaten zijn. Gemeenten kennen ook vaak andere
verordeningen.
Art. 91 Sr maakt duidelijk dat de bepaling van boek 1 Sr ook van toepassing zijn op feiten die
strafbaar zijn gesteld in bijzondere strafwetten en in lokale strafwetgeving.
, Strafbepaling: omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij een aanduiding van de
maximale straffen die mogen worden opgelegd.
Nederland kan verplicht zijn om bepaald gedrag strafbaar te stellen of bepaalde
bevoegdheden in het leven te roepen als gevolg van verdragen. Het gaat hier dan om
internationaal recht.
Besluiten van de Europese Unie en uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie
beïnvloeden steeds meer het Nederlandse strafrecht.
Supranationaalrechtelijke regels: het gaat om regels die een internationale organisatie
oplegt waar de lidstaten bij de die organisatie zich aan moeten houden. Uitspraken van het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) behoren tot het supranationaal recht.
H2.3
Legaliteitsbeginsel: art. 1 Sr JO art. 16 GW, strafbepalingen moeten altijd in het geschreven
recht terug te vinden zijn. Wetten in formele zin en APV’s bevatten strafbepalingen. Geen
feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Het
gedrag is dus pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van het feit in de wet strafbaar
gesteld is. Dit wordt ook wel het verbod van terugwerkende kracht genoemd.
Lex certa: Dit begrip hangt nauw samen met het verbod op analogie. De strafbaar gestelde
gedraging moet dus opgenomen zijn in de wet. Het Lex certa voegt daar nog eens aan toe
dat de gedraging met duidelijke termen moet zijn aangeduid. Hiermee wordt het verbod op
analogie minder toegepast. Het moet duidelijk zijn onder welke voorwaarden de gedraging
strafbaar is. De wet moet ook toegankelijk zijn.
Lex scripta: de strafbaar gestelde gedraging moet in de wet staan, anders is het niet
strafbaar.
Verbod op analogie: Het verbod op analogie verbiedt de rechter om de wet te ruim te
interpreteren. Het recht leent zich om bepaalde begrippen en verboden ruim te
interpreteren, bijvoorbeeld het begrip moord, maar er worden dus wel grenzen gesteld aan
het ruime interpreteren.
In het Nederlandse strafrecht wordt een analogische toepassing voor onaanvaardbaar
gehouden, terwijl een extensieve interpretatie toelaatbaar wordt geacht. Extensieve
interpretatie blijft binnen de grenzen van wat als geregeld moet worden beschouwd.
Een rechter moet in het vonnis altijd precies aangeven waar in de wet het feit dat de
verdachte heeft gepleegd strafbaar is gesteld (kwalificatie).
Art. 1 lid 1 Sr heeft tot doel rechtszekerheid te bewerkstelligen. De rechtszekerheid eist
onder andere dat omschrijvingen van wettelijke strafbepalingen voldoende helder zijn. Uit
de tekst van een delictsomschrijving moet duidelijk blijken wat precies verboden is.
Voor het interpreteren van wetstermen bestaan een aantal methoden:
- Wetshistorische interpretatie: er wordt gekeken naar de
totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling in kwestie om te bepalen wat de
inhoud van een wetsbepaling is. Meestal wordt er dan naar de memorie van
toelichting van een wetsvoorstel gekeken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sfunari. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.