Samenvatting Medische Sociologie deel 2
Boek: Nettleton S (2013). The Sociology of Health and Illness
(3rd edition)
Hoofdstukken 5, 6 & 9
INHOUDSOPGAVE:
Titel & Hoofdstuk: Pagina’s:
Hoofdstuk 5: The Sociology of the Body 1-7
Hoofdstuk 6: The Sociology of Lay-Professional Interactions 7- 13
Hoofdstuk 9: The Sociology of Innovative Health Technology 13 - 16
, 1
Hoofdstuk 5
The Sociology of the Body
Waarom zijn sociologen geïnteresseerd in het lichaam?
- De pogingen van vrouwen voor herovername van de controle van hun eigen lichaam
in een man-gerichte medische professie → zorgde voor een belang in het lichaam.
- De ontwikkeling van technische innovaties zoals degene geassocieerd met
reproductie. Deze ontwikkeling heeft de grens tussen natuurlijk en sociaal lichaam
gehightlight.
- De verering van het lichaam in de ‘consumer culture’ zorgt voor een toename van
belangrijkheid bij postmoderne samenlevingen. Zorgt voor een commerciele en
cosmetische interesse in het lichaam.
- Demografische factoren, zoals vergrijzing, zorgen voor veranderingen van ‘the nature
of human bodies’.
- De opkomst van HIV/ AIDS in 1980 zorgde ook voor meer interesse in het lichaam.
Want AIDS laat zien dat de medsiche technologie is begrensd.
- De groeiende bezorgdheid over ethische kwesties die horen bij het lichaam zorgden
ook voor een toename in de interesse van het lichaam.
We gaan van een postmoderne samenleving naar een somatic society = een sociaal
systeem waarin het lichaam het centrale veld van politieke en culturele actieviteiten vormt.
- Regulatie van het lichaam.
Er wordt gezegd hoe meer we weten over het lichaam, hoe meer ongrijpbaar het schijnt te
worden.
Perspectieven op het lichaam:
Er zijn drie perspectieven op het lichaam, 2 zijn sterk afwijkend: het naturalistische
perspectief en het sociaal constructionistische perspectief. Het derde perspectief genaamd
fenemenologie vormt een brug tussen boven genoemde perspectieven.
De naturalistische benadering veronderstelt dat het lichaam een biologische entiteit is,
welke bestaat als een universeel fenomeen ongeacht van de sociale context waarin het
verblijft. De sociaal-constructionistische benadering zegt dat het lichaam sociaal
gecreëerd is, of uitgevonden, en is dus afhankelijk van zijn sociale en historische context. De
fenomenologische benadering veronderstelt dat de sleutel tot het begrijpen van het
menselijke lichaam de geest is, en meer specifiek, het begrip van ‘geleefde ervaring’. Het
veronderstelt dat mensen hun werelden op een zinvolle manier interpreteren en creëeren.
Het naturalistische perspectief:
De naturalistische benadering is opgedoken tijdens de 18e eeuw. Alle mensenlijke
gedragingen en sociale relaties kunnen worden uitgelegd in termen van hun biologische
basis. Oftewel menselijk gedrag is biologisch, genetisch en evolutioneel bepaald.
Het sociaal-constructionistische perspectief:
1
, 2
Het sociaal-constructionisme benadering is ontstaan in de 20e eeuw. Het lichaam heeft
een materiële basis, welke is gevormd en gewijzigd door sociale praktijken en in zijn sociale
context (Connel & Shilling). Focault heeft het over ‘gaze’, een effect. Het lichaam en ziekte
zijn effecten van het verhaal welke deze beschrijven. Een derde variant van dit perspectief
(Douglas) is dat de percepte van het fysieke lichaam is gemedieerd door het sociale
lichaam. Het lichaam voorziet een basis voor classificatie, en op zijn beurt zorgt de
organisatie van het sociale systeem hoe het lichaam is waargenomen.
Het fenomenologische perspectief:
Deze fenomenologische benadering is ontstaan in de 20e eeuw. We kunnen niks
ontvangen zonder ons lichaam, en ons gevoel kan niet functioneren zonder ons lichaam.
‘Embodiment’: de perceptie en het bewustzijn van mensen zijn steevast ingebed in het
lichaam: mensen zijn ‘embodied’ (belichaamde) sociale agenten (Nettleton en Watson). Het
zelf en het lichaam zijn niet gescheiden.
→ vooral ‘sociology of the experience of illnes
Conceptuele middelen en analystische tools:
-De primaire focus naturalistische perspectief = de biologische basis van het lichaam.
-De primaire focus sociaal constructionistische perspectief = de samenleving.
-De primaire focus fenomenologie = het belang van de intentie van de persoon.
Lichaamstechnieken:
Natuurlijke lichaamsfuncties en -acties zijn in feite gevormd door de sociale contexten
waarin een lichaam ‘woont’. Er zijn culturele, historische en geografische variaties hoe we
dingen doen, denk aan zwemmen, lopen en slapen. Lichaamstechnieken referen naar onze
lichamelijke praktijken en gewoonten die we vaak beschouwen als natuurlijke processen en
praktijken. En daarom worden ze vaak verwaarloosd in sociologisch onderzoek. Maar moet
wel meegenomen worden. Lichaamstechnieken brengen namelijk biologische,
fenomenologische en geconstrueerde aspecten van belichaming ‘embodiment’ samen. In
deze beschouwing kan aan het lichaam gewerkt worden en kan het lichaam zelfs een
project worden.
Lichaamsprojecten:
Shilling argumenteert dat het lihcaam het best geconceptualiseerd kan worden als een
onafgewerkt biologisch en sociaal fenomeen, welke is getransformeerd, met veranderende
limieten, als een resultaat van de participatie in de samenleving. Als voorbeeld, de manier
van lopen, praten en gebaren zijn beïnvloed door onze opvoeding. Aangezien het lichaam
onafgewerkt is kan je het lichaam zien als project (‘body as a project’). Waarin het lichaam
wordt gezien als entiteit (geheel) welke in het proces is van het worden; een project waaraan
moet worden gewerkt en wat moet worden bereikt als onderdeel van het zelf / de identiteit
van een individu. Als voorbeeld van het lichaam als project: creëeren en behouden van een
gezond en fit lichaam.
Het lichaam als project is gebaseerd op 2 beweringen:
1. We hebben de technische kennis en mogelijkheid om het lichaam te veranderen, of
om in te grijpen.
2
, 3
2. Steeds meer mensen zijn bewust van het lichaam als een onafgewerkte entiteit
welke gedeeltelijk is gevormd door leefstijlkeuzes.
→ meer eigen controle over het lichaam, meer zelfs-expressie en een manier van je goed
voelen neemt toe as je investeert in je lichaam.
Bourdieu: het lichaam wordt gebruikt als markering van onderscheid, en dat in de
hedendaagse samenleving het zelf en de identiteit aanzienlijk verbonden zijn met het
lichaam.
Elias: onze lichamelijke acties en natuurlijke functies zijn in de loop van de tijd veranderd in
overeenstemming met sociale gevoeligheden.
Regulerende lichamen:
Sociale reacties op het fysieke lichaam hebben invloed op het geleefde lichaam, en op zijn
beurt hebben de acties van het geleefde lichaam invloed op het fysieke lichaam. Dit concept
voorziet een analytisch handvat voor het begrijpen van het lichaam als een ding en hoe het
lichaam geleefd wordt (Turner). Turner beargumenteert dat de samenleving,
rechtsinstellingen, religies en geneeskunde het meeste bezig zijn met de regulatie van het
lichaam.
Het ontwikkelen van een analytisch raamwerk, welke werkt op de levels:
- Het lichaam van het individu.
- Het lichaam van de populatie.
Hierin identificeert Turner 4 basis sociale taken welke centraal staan in de sociale orde:
1. Reproductie → refereert naar de creatie van instituten welke de bevolking regeren
over tijd om te voldoen aan fysiek behoeften. De controle over seksualiteit.
2. De behoefte aan regulering van lichamen → vooral medische toezicht en beheersing
van criminaliteit.
3. Restrait (terughoudendheid) → refereert naar het innerlijke zelf en aansporingen om
verlangen en passie te beheersen in het belang van sociale organisatie.
4. Representatie van het lichaam → refereert naar de fysieke presentatie van het
lichaam tegenover de wereld.
Foucault en het lichaam:
Een centraal thema in het werk van Foucault is de shift van een pre-moderne naar moderne
samenlevingsvorm, dit bracht een verplaatsing van sovereine macht met zich mee, waarbij
de macht bij de vorst/koning/regering (macht van hoger af) lag naar disciplinaire macht,
waarbij de macht ligt in het investeren in het lichaam door jezelf naar de normen van de
bredere samenleving. Disciplinaire macht refeert naar de manier hoe lichamen zijn
gereguleerd, getraind, behouden en begrepen, en is het meest belangrijk in sociale
instituties zoals scholen, gevangenissen en ziekenhuizen. In deze instituties is de kennis van
lichamen geproduceerd volgens Foucault en hij noemt deze processen van kennisvorming :
power/ knowledge. Mensen zijn ‘objecten’ en ‘subjecten’van power. Maar de mechanismen
en technologieën van macht veranderen tussen sociale en historische contexten.
→ Mensen voelen druk om mee te gaan in processen naar de maatschappelijke norm.
Er is niet één iemand die zegt jullie moeten dit gaan doen aan je uiterlijk maar er is nu een
maatschappelijke norm waaraan iedereen wil voldoen. Het is meer een onderhuids
3