Financieel management werkcolleges en boek grip en zicht
Accounting
Management accounting: gericht op interne planning- en besturingsactiviteiten
(kosten/baten).
Financial accounting: financiële overzichten die opgesteld worden om externe stakeholders
inzicht te geven in de financiële positie van een bedrijf (jaarverslagen)
Wie controleert?
Wat zijn de externe stakeholders?
- Aandeelhouders
- Kredietverschaffers
- Overheidsinstanties
Jaarverslag
Verantwoording
Balans
Winst- en verliesrekening (opbrengsten/kosten over bepaalde periode) (=
Resultatenrekening)
Soms kasstroomoverzicht (feitelijke geldstromen boekjaar)
Verschil kosten/ uitgaven!
à Hoe zit het met aflossing en afschrijving?
Ma= management accounting
Fa= Financial accounting
Weergave Resultatenrekening
EBITDA (earnings before interest, taxes, depreciation and amortisation) = Resultaat
voor interest, belasting, afschrijving materiële activa en afschrijving goodwill.
EBIT (earnings before interest and taxes) = Bedrijfsresultaat na afschrijvingen (materieel en
goodwill).
,Balans
Moment opname
Bezittingen en hoe bezittingen gefinancierd
Activa/ passiva
Activa: Vaste, vlottende, liquide middelen
Vaste activa: goederen die in het bedrijf aanwezig zijn en die niet voor de verkoop bestemd
zijn. (meubelen, machines, apparatuur).
Vlottende activa: middelen die een korte tijd in een bedrijf aanwezig zijn zoals:
goederenvoorraad, grondstoffen, kasgeld).
Passiva: Eigen vermogen, vreemd vermogen lang, vreemd vermogen kort
Financial en Operational lease: verschil?
Operational lease
De leasemaatschappij is economisch en juridische eigenaar van de leaseauto
Auto staat niet op de balans
In jaarrekening wordt aangegeven welke leaseverplichtingen de onderneming is
aangegaan.
In resultatenrekening worden lease termijnen als kosten post verantwoord.
Financial lease
De klant is economisch eigenaar van de leaseauto
De auto staat op de balans en in de resultaten rekening op de afschrijvingen.
Begrippen en betekenis balans.
Balans: Een balans is een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen
van een entiteit zoals een onderneming, instelling of persoon, op een bepaald moment.
Activa zijde: waar is het geld in geïnverteerd.
Begrip Uitleg
Activa / debetzijde materiële vaste activa, waaronder grond,
gebouwen en machines, materialen,
inventaris
immateriële vaste activa, waaronder goodwill
financiële vaste activa, waaronder
deelnemingen
Vaste activa Grond, terreinen en gebouwen
Op alle vaste activa wordt afgeschreven, hier worden ook de liquide middelen (kas,
behalve de grond, omdat die niet slijt! banktegoeden) ondergebracht.
Vlottende activa Zaken die snel in geld moeten worden
omgezet. (Voorraden, liquide middelen).
Liquide middelen Bank en bedrag in kas, spaarrekening.
Ontroerend goed Pand en grond
Debiteuren Klanten die hun facturen bij jou nog moeten
betalen.
Inventaris al het materiaal/middelen/goederen (stoelen,
tafels, een bar, glaswerk, frituur, keukenblok,
koelkast, etc.)
Passiva zijde: waar komen de geldmiddelen vandaan.
Passiva / creditzijde De passiva wordt gebruikt om de activa te
financieren.
Eigenvermogen/aandelen/reserves
Voorzieningen
Lang vreemd vermogen: schulden langer
, dan een jaar, banklening (hypotheek),
leningen.
Kort vreemd vermogen: crediteuren,
kortlopende rekeningen (bank), rekening-
courant met andere bedrijven of
aandeelhouders, te betalen rente, af te
dragen btw.
Eigen vermogen vermogen van jezelf wat in het bedrijf is
gestoken.
Het eigen vermogen is een eenvoudige
berekening van alle bezittingen minus de
schulden. In formule kun je dit dus als volgt
berekenen: eigen vermogen = bezittingen –
schulden.
Vreemd vermogen vermogen wat is geleend
Lang vreemd vermogen Schulden langer dan een jaar
Kort vreemd vermogen Schulden korter dan een jaar
LET OP VUIST REGEL De vaste activa (hypotheek op een pand)
minimaal gedekt moet
worden door het langlopende eigen en of
vreemd vermogen. Dit wordt
ook wel de gouden balansregel genoemd.
Crediteuren Een crediteur is een (een persoon of bedrijf)
aan wie nog moet worden betaald voor het
leveren van goederen of een dienst.
Rekening courant krediet Bij een rekening courant krediet opent de
bank een rekening voor de klant en staat
hem toe om tot een bepaald maximum
bedrag debet te staan op deze rekening.
Een rekening courant krediet is de wat
chiquere benaming voor rood staan op een
(zakelijke) bankrekening.
Octrooi: Een octrooi geeft de octrooihouder het recht om anderen te verbieden de uitvinding
bedrijfsmatig toe te passen. Alleen recht om het te verkopen.
Werknemers: de mensen die je inkoopt om te werken
Kapitaal goederen: vaste activa goederen die lang mee gaan
Grondstoffen: dingen die je verbruikt zoals eten en drinken
Capaciteit: grote investering in kapitaal goed vergroot je de capaciteit maar ook de risico.
Werkkapitaal: is het geld wat je over hebt. Met dit geld kan je investeringen doen. Hoe meer
werkkapitaal hoe beter. Wel geadviseerd om hier iets mee te doen met je bedrijf.
Kengetallen balans
De solvabiliteit: een maatstaf om de financiële gezondheid van een onderneming te
beoordelen. De solvabiliteit is een verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd
vermogen en is een indicator voor de mate waarin een onderneming in staat is om haar
schuld af te lossen
Wie kijkt vooral naar de solvabiliteit: Solvabiliteit kijken banken vooral na. Als je een
slechte solvabiliteit hebt dan valt de kans weg dat je nog wat kan lenen van de bank. (als je
slechte solvabiliteit hebt is het moeilijker om te lenen en kan je op langer termijn failliet gaan)
Solvabiliteit (33%-50%): eigen vermogen/ vreemd vermogen
Wanneer ga je failliet: Je gaat failliet (slechte liquiditeit) als mensen die jij geld schuldig
bent waar afgesproken is dat je er voor zou betalen. Als die mensen hier niet meer mee