100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, door Belinfante en de Reede €3,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, door Belinfante en de Reede

 356 keer bekeken  4 keer verkocht

Samenvatting studieboek Beginselen van het Nederlandse staatsrecht van Belinfante en De Reede - ISBN: 9789013065398, Druk: 17e druk, Uitgavejaar: 2012

Voorbeeld 2 van de 41  pagina's

  • Ja
  • 30 januari 2014
  • 41
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (129)
avatar-seller
Rosalynn
BEGINSELEN VAN HET NEDERLANDSE STAATSRECHT
Prof. mr. A.D. Belinfante/mr. J.L. de Reede


Deel 1 Algemeen


Hoofdstuk I Inleiding
1. Benadering van het begrip staat
Een staat is een gemeenschap die ondanks de verschillen bereid is de grondwaarden in leefregels
neer te leggen, en deze regels te handhaven eventueel met dwang. Dwang om gemeenschaps-
normen te handhaven is kenmerkend voor een staat. De met gezag beklede organen in een staat
mogen dwang uitoefenen. Staatsrecht is ‘de regels die betrekking hebben op de organisatie van de
met gezag beklede organen en de grenzen van hun gezag’. Ons staatsrecht is het product van een
historisch proces, en dus ook de ontwikkeling van een cultuur.
In de middeleeuwen was het gezag afhankelijk van het grondgebied, en het was dus persoonlijk en
erfelijk, de gemiddelde man had echter wel sociale zekerheid. In de 16e eeuw schreef Machiavelli
(o.a. ‘De Vorst’, waarin hij adviezen aan gezagsdragers geeft) dat de vorst niet meer het gezag als
persoonlijk bezit had, als de vorst en het land teveel uit elkaar groeiden verdwijnt de vorst. In de
middeleeuwen was de mens lid van een gemeenschap met bijbehorend gezag, maar in de 16e eeuw
werd de mens individu met de vraag over de rechtvaardiging van het gezag. Locke zei al: alle
mensen zijn vrij, en gezag beperkt juist de vrijheid.
Rousseau laat met zijn ‘contrat social’ zien dat de individuele vrijheid kan worden gehandhaafd
door dwanguitoefening, oftewel vrije individuen maken met elkaar een contract tot samenwerking.
Ieder staatsrecht is een compromis tussen individuele vrijheid en (dwang van) de gemeenschap.
Tegenwoordig vinden we dat elke burger gelijkwaardig is en recht heeft op gelijke invloed op het
staatsbestuur, maar in de tijd van Aristoteles en later Locke was dit niet het geval, vb. slaven en
vrouwen. Het vraagstuk van de beste staatsvorm valt met deze ethische gelijkwaardigheidseis weg,
aangezien onbeperkte monarchie en oligarchie hier tegenin gaan.

2. Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen
Aangezien niet alle miljoenen inwoners kunnen regeren, wordt de representatie van de democratie
geregeld door een door de burgers gekozen gezag. Ambivalente verhouding van burger met staat,
namelijk de burger stelt het gezag aan, maar is ook onderworpen aan dat gezag.
Bij een beslissing heb je altijd tegengestelde belangen, en daarom moeten er prioriteiten aan deze
belangen worden gesteld. Om deze prioriteiten te stellen is een procedure en een organisatie nodig,
en dat noemen we het gezag. Het gezag moet deze beslissing zo nodig met dwangmiddelen kunnen
doorzetten.
Gezag is dus onvermijdelijk, maar moet deze volkomen bij een kleine kring van bestuurders liggen?
Want eenmaal gezag gegeven moeten de burgers zich hieraan houden… De oplossing hiervoor is
de verdeling van het gezag over verschillende organen die elkaars samenwerking nodig hebben en
elkaar controleren. Dit zorgt voor evenwicht tussen de gezagsorganen, oftewel ‘checks and
balances’. Montesquieu zei al in zijn trias politica dat de overheidstaken van wetgeving, bestuur en
rechtsspraak gescheiden moeten zijn.
De regering heeft de uitvoerende taak, maar die is tegenwoordig veel breder geworden: behalve
uitvoering van wetten ook zelfstandige taak, en deze twee samen staat dus in de Grondwet als
‘bestuur’. En de wetgeving is niet alleen door het parlement, maar parlement en regering samen, en
hoewel de regering bestuurt is er altijd de controle van het parlement.
Een tweede methode om het gezag te verdelen is de territoriale splitsing, zodat provincies en
gemeente meer macht krijgen.

, 3. Grondregels van een staatsorganisatie
Er zijn een aantal grondregels waaraan een democratische staatsorganisatie getoetst wordt, maar
deze beginselen zijn niet op elk terrein in rechtsregels omgezet.
1e grondregel: ‘Geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet.’ Dit legaliteitsbeginsel
zorgt dus dat de wet (de volksvertegenwoordiging) de grenzen van de bevoegdheid bepaalt. Dit
zien we ook terug in de Britse ‘rule of law’ en het Franse ‘principe de légalité’.
Dit is dus de overheidsdwang, maar andere overheidsprestaties jegens burgers nog niet allemaal.
Voorbeeld subsidies zijn nu wel gebonden aan wettelijk voorschrift, maar er zijn uitzonderingen
waarin dit bij subsidies ook niet hoeft. Door de delegatie van wetgevende bevoegdheid delegeert de
formele wet vaak voor de inhoud naar de regering of een specifieke minister.
2e grondregel: ‘Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn
of zonder dat op die uitoefening controle bestaat’. Er is dus bijna altijd verantwoordingsplicht, en
anders is Art.121 Gw er nog (‘openbaarheid van ambtshandeling’).
Vormen van verantwoordingsplicht van en controle op overheidsorganen:
- politieke verantwoordingsplicht, dus inlichtingen geven aan volksvertegenwoordiging, en het
vertrouwensbeginsel. Ook verantwoordelijk voor gedelegeerde bevoegdheden.
- ambtelijke ondergeschiktheid, als een ambtenaar een bevoegdheid gedelegeerd heeft gekregen,
moet hij hierover verantwoording afbrengen.
- bestuurlijk toezicht, een bestuursorgaan kan ook ‘gewoon’ worden gecontroleerd door een hoger
orgaan, vb. de overheid controleert beperkt het beleid van een gemeente.
- strafrechtelijke verantwoordelijkheid, dit is tegen de ambtenaar persoonlijk, en de sanctie voor zijn
overtreding treft hem ook persoonlijk.
- beroep, beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan
- burgerlijke rechter, op grond van ‘onrechtmatige daad’ Art. 6:162 BW kan ook de burgerlijke
rechter uitspraak doen als het bij de bestuurlijke rechter niet kan
- rechterlijke toetsing van wetgeving, de wetgever beoordeelt zelf of formele wetten in
overeenstemming zijn met de Grondwet, de rechter mag echter wel formele wetten aan de
verdragen toetsen, en ook lagere wetten aan hogere wetten.
Door openbaarheid van het parlementaire debat bestaat ook controle op het maken van de formele
wetten en overeenstemming met de Grondwet.

4. Democratie, rechtsstaat en historische ontwikkeling
‘democratie’ laat de gelijkwaardigheid van mensen zien, en ‘rechtsstaat’ is een staat waarvan de
organisatie erop gericht is dat de burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik door de staat zelf.
Waarborgen tegen machtsmisbruik: grondrechten, gelijkheidsbeginsel, staatsorgaan mag niet zijn
eigen rechtsregels schrijven, onpartijdige rechter (en scheiding van machten).
Zowel het presidentiële als het parlementaire stelsel bepaalt het volk wie het gezag krijgt en wie het
niet meer krijgt. De begrippen bescherming en zeggenschap hangen samen.
Door het legaliteitsbeginsel krijg je rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel, en het volk heeft
inbreng in de wet, en de 2e hoofdregel geeft machtenscheiding, en de verantwoordingsplicht aan
het parlement (het volk).
De Nederlandse staatsorganisatie is resultaat van een historische ontwikkeling, en van conflicten uit
het verleden. Tegenwoordig breidt de democratie, de inspraak van de burger, zich nog verder uit.
Voordat de beslissing komt, wordt de belanghebbende gehoord.
Vormen van directe democratie (directe inspraak) zijn het referendum, het volksinitiatief en het
burgerinitiatief.

5. Historisch-systematische methode
De methode van bestudering van het staatsrecht: De twee grondregels en de basisbeginselen samen
met de geschiedenis en cultuur liggen onder ons staatsbestel. We hebben een historisch-
systematische methode nodig: historisch om de historische groei van het staatsbestel goed te
kunnen begrijpen, en systematisch om de nieuwe ontwikkelingen te kunnen toetsen aan de
abstracte basisbeginselen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rosalynn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,48  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd