100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Correlationeel en Experimenteel BOS €5,83   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Correlationeel en Experimenteel BOS

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting gebaseerd op zowel de lesstof uit hoorcolleges als de grasple lessen

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 1 november 2024
  • 34
  • 2024/2025
  • Samenvatting
  • statistiek
  • bos
Alle documenten voor dit vak (21)
avatar-seller
laurahamaker
Correlationeel
Les 1
Deductief van aard  vragen over samenhang en relatie. Onderzoeksvragen volgen uit theorie




PAC acronym
 Population
 Association
 Constructs

Population: de groep mensen (of dieren of objecten) die de onderzoeker wil onderzoeken
Association: verband/relatie: de onderzoeker geeft aan welke relatie verwacht wordt
Constructs: theoretische begrippen, de kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil weten en
meten en waartussen er een verband verwacht wordt. Altijd minimaal twee constructs/theoretische
begrippen in een onderzoeksvraag.

Causaliteit: als vragen over of één bepaald kenmerk een verandering in een ander kenmerk
veroorzaakt, spreken we over causaliteit. Oorzaak  gevolg relatie onderzoeksvragen
 Covariance: er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
 Temporal precedence: de oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg
 Internal validity: alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten

Om een theoretisch begrip te meten moeten de onderzoekers een operationalisatieproces
doorlopen: (in stappen ervoor zorgen dat er over een theoretisch begrip bijvoorbeeld vragen kunnen
worden gesteld)




Conceptuele definitie: wat de onderzoekers met het theoretische begrip bedoelen
Operationele definitie: hoe de onderzoekers het theoretische begrip gaan meten
Variabele: concrete vragen of stellingen om aan mensen te stellen, wanneer een theoretisch begrip
eenmaal is geoperationaliseerd

, Nominaal Ordinaal Interval Ratio
Categorieën Idem Idem Idem


Volgorde Idem Idem

Afstanden gelijk Idem
Absoluut nulpunt




Begripsvaliditeit (construct validity):
Meten we inhoudelijk wat we willen meten?
Is het een goed meetinstrument om bijv mate van geluk te meten?

Subjectief:
-Inhoudsvaliditeit (content validity)
 Meet het meetinstrument wel alle aspecten van zelfwaardering?
 In de theorie staan aantal aspecten; worden deze geadresseerd? Alles in vragenlijst?

-Indruksvaliditeit (face validity)
 Als experts naar de vragenlijst kijken, hoe beoordelen ze deze vragenlijst op het eerste oog?

Empirisch:
-Convergente validiteit: geeft antwoord op de vraag: “komen de metingen van dit meetinstrument en
metingen van een ander meetinstrument (dat hetzelfde begrip meet) overeen?”
 Twee meetinstrumenten vergelijken

-Discriminante validiteit: geeft antwoord op de vraag: “hangen de metingen van dit meetinstrument
juist niet samen met echte andere kenmerken?”
 Bijv woede en agressie zijn andere begrippen, als je beide afneemt zou je niet precies
dezelfde scores krijgen, dat is een indicatie dat ze anders zijn.

,-Criterium validiteit: geeft antwoord op de vraag: “hangen de metingen van dit meetinstrument
samen met gedragsmatige uitkomsten waarvan we weten dat er een verband hoort te zijn?”
 Als er bijv een vragenlijst is over extraversie, en er komt een hoge score dan weet je welk
gedrag samen zou moeten gaan met extraversie, zoals of ze spontaan zijn. Dat gedrag past bij
iemand met een hoge score extraversie. Als die samenhang er is, tussen score vragenlijst en
gedrag, is dat een indicatie dat het goed zit met de begripsvaliditeit


Interne validiteit: kunnen we een ‘goed’ antwoord geven op de onderzoeksvraag?
Vooral van belang bij causale onderzoeksvragen (experimenteel)
 Alternatieve verklaringen, kunnen we die uitsluiten?

Externe validiteit: over welke populatie kunnen we op basis van onze steekproef conclusies trekken?
Dat noemen we generaliseren
 Correlationeel onderzoek heeft vaak als doel om conclusies te laten gelden voor een grote
groep

Statistische validiteit: kunnen we de conclusies uit een statistische analyse vertrouwen?
Duidelijk probleem: data verzinnen


Betrouwbaarheid (reliability): betrouwbaarheid van een meetinstrument
 Leidt de operationalisatie tot goede, consistente metingen?
 Als hetzelfde meetinstrument nog een keer gebruikt zou worden bij dezelfde groep, zouden
de resultaten dan hetzelfde zijn?

Test-hertest betrouwbaarheid: geeft antwoord op de vraag: “geeft het meetinstrument consequente
scores wanneer onderzoekers het meerdere keren gebruiken?”
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: geeft antwoord op de vraag: “geeft het meetinstrument
consequente scores wanneer verschillende onderzoekers het gebruiken?”
Interne betrouwbaarheid: geeft antwoord op de vraag: “geven respondenten soortgelijke
antwoorden op verschillende vragen over hetzelfde theoretische begrip?”

, Les 2
 Feiten: bestaande data, vragenlijst
 Gedrag: observatie, vragenlijst
 Meningen: vragenlijst




Double-barreled question/dubbele vraag
 Probleem met comprehension/response
Twee vragen in één, mensen weten niet goed hoe ze het moeten beantwoorden.

Leidende vraag
 Probleem met retrieval/judgement
Leidende vraag maakt dat mensen automatisch ergens aan gaan denken wat je suggereert.

Telescoping effects
 Probleem met retrieval/judgement  naast probleem begripsvaliditeit ook betrouwbaarheid
Iets wat recent gebeurt is voelt als langer geleden, iets wat langer geleden gebeurt is voelt als
recenter. Mensen schatten het te hoog of te laag in.

Volgorde effect (ordering effects)
 Probleem met retrieval/judgement/responde
Eerst vragen concreet gedrag en dan mening dan zullen mensen de vraag over de mening invullen
zodat die in lijn is met het gedrag dat ze vertonen, terwijl als je het andersom vraagt het gedrag los
kan staan van de mening.

Sensitive questions
Probleem met response
Je meet niet meer wat je wil weten, maar hun neiging om sociaal wenselijke antwoorden te geven of
vragen over te slaan

Acquiescence: ‘ja knikken’
Fence sitting: vermijden van extreme antwoorden
Straightlining: zelfde antwoord op alle vragen
Primacy effect: bovenste opties kiezen (online vragenlijsten)
Recency effect: onderste opties kiezen (telefonische vragenlijsten)
Sociale wenselijkheid: sociaal wenselijk antwoord geven

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurahamaker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,83. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 84866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,83
  • (0)
  Kopen