DE WERKPLEKWIJZER
HOOFDSTUK 2 T/M 8
Ingrediënten voor een effectieve, efficiënte en
prettige werkomgeving
DWO, De Werkende Organisatie
Hanzehogeschool Groningen
,Hoofdstuk 2 De eerste stappen in het proces
De stappen die ondernomen worden bij de inhoudelijke vaststelling en vormgeving van het
kantoorconcept bestaan uit: benoemen van de aanleiding, analyseren van de uitgangssituatie en het
bepalen van de richting.
Aanleiding
De aanleiding om de werkomgeving te veranderen is vaak praktisch van aard, een uitbereiding of
krimp van de organisatie, een versleten gebouw of het einde van de huurtermijn.
De strategische vragen en concrete aanleidingen zijn belangrijk in de vroege fasen van een traject. De
aanleiding bepaalt de urgentie van de verandering. De aanleiding speelt een belangrijke rol bij het
‘waarom’ van de verandering. Deze vraag legitimeert een verandering en vorm een beslissende
schakel in het creëren van draagvlak.
Uitgangssituatie
Wanneer er voldoende aanleiding is voor de verandering, moet inzicht verkregen worden in de
uitgangssituatie. Er wordt gekeken naar de risico’s en kansen van de verandering. Informatie die
verkregen moet worden die tot het ‘ijzeren repertoire’ hoort is:
- Context van de verandering;
- Toekomstige organisatieontwikkelingen;
- Organisatiecultuur;
- Werkprocessen en werkstijlen;
- Gebruik van de werkomgeving;
- Bestaande huisvesting;
- Bestaande facilitaire diensten en -dienstverlening.
Er zijn verschillende aanpakken en modellen voor het in kaart brengen van de uitgangssituatie:
interviews, workshops, bezettingsgraadmetingen of observatiestudies. Er kan ook gekeken worden
naar bestaande systemen en documenten (m2-gebruik, aanwezigheidscijfers en aantallen
medewerkers).
Richting geven: doelen, randvoorwaarden, strategie en haalbaarheid
Doelen
Hierbij wordt gekeken naar wat de organisatie wil bereiken met de verandering. Gaat het om het
oplossen van een concreet probleem of zijn er meer ambities?
Randvoorwaarden
Randvoorwaarden bepalen de contouren van de verandering. Veranderingen moeten gerealiseerd
worden binnen een bepaald budget, tijdshorizon of kwaliteitsniveau.
Implementatiestrategie
Om een verandering te kunnen doorvoeren is het belangrijk voldoende draagvlak te hebben. De
fysieke omgeving is belangrijk voor de routines van mensen. Daardoor speelt een verandering in de
werkomgeving op de gevoelens van mensen.
Het is belangrijk om te bepalen wat het startpunt is voor de implementatiestrategie. Er moet
gecommuniceerd worden met de medewerkers.
Haalbaarheidsanalyse
Hierbij wordt gekeken of de doelen onder de gegeven randvoorwaarden haalbaar zijn. Daarnaast
wordt er gekeken naar de (financiële) risico’s.
,Hoofdstuk 3 Cruciale keuzes
De concrete invulling van een concept voor de fysieke werkomgeving start met zes
fundamentele keuzes die samen de basis vormen voor het werkconcept:
1. Plaats: Op kantoor of plaatsonafhankelijk?
2. Gebruik: Vaste werkplek of flexplek?
3. Ruimtelijke indeling: Open kantoor, kamerkantoor of een combinatie?
4. Uitstraling: Wat moet het ontwerp uitstralen?
5. Voorzieningenniveau: Wat moet het niveau van de voorzieningen op kantoor zijn?
6. Mate van standaardisatie: Eén concept voor de gehele organisatie of maatwerk per
afdeling?
1. Plaats van de werkplek
De vraag of het zwaartepunt op kantoor ligt of daarbuiten is belangrijk. Als medewerkers
veel uithuizig zijn, wordt het kantoor vooral een ontmoetingsplek. Als dat niet het geval is,
blijft het kantoor primair een werkplek.
De keuze hangt samen met de mobiliteit en werkprocessen van de medewerker. Daarnaast
is de mate van samenwerking erg belangrijk. Bovendien spelen persoonlijke voorkeuren een
rol.
2. Gebruik van de werkomgeving
Bij het gebruik van de werkplekken gaat het over de vraag hoeveel werkplekken er
gerealiseerd moeten worden voor een gegeven aantal medewerkers. Krijgt iedereen een
eigen werkplek of gaan medewerkers werkplekken delen? Zwerft iedereen door het gebouw
of komen er afdelingen? Er moet gekeken worden welke indeling bij de organisatie past.
3. Ruimtelijke indeling
Hierbij wordt gekeken naar gesloten kamers of open kantoren. Vaak zie je in de praktijk een
combinatie hiervan. De keuze voor een bepaalde inrichting gaat over de balans tussen
communicatie (open) en concentratie (omsloten). In de praktijk kan een open ruimte ook
rustig zijn en zegt een omsloten ruimte niet per se dat je je er kan concentreren. Welke mix
van werkplekken het beste werkt hangt af van de activiteiten van de medewerkers.
4. Uitstraling
Het ontwerp van een kantoor is een uitdrukking van de identiteit en de cultuur van een
organisatie. De gebruikte materialen, kleuren en vormen geven bezoekers een eerste indruk.
De uitstraling is voor medewerkers een onderdeel van de algehele werksfeer.
5. Voorzieningsniveau
Bij de keuze voor het voorzieningsniveau moet primair gekeken worden naar de behoefte en
interesses van medewerkers. Daarnaast spelen budget, organisatiegrootte en locatie een rol.
6. Mate van standaardisatie
,Er moet gekeken worden of de keuzes van toepassing zijn op de organisatie als geheel of
slechts delen daarvan. Verschillende afdelingen hebben verschillende behoeftes, hier moet
rekening mee gehouden worden. Een voordeel van een uniform concept is dat het bijdraagt
aan acceptatie en dat interne verhuizingen makkelijk zijn.
Hoofdstuk 4 Werkplekken
Er gelden verschillende minimum afmetingen voor werkplekken. De minimum afmeting voor
een bureauwerkplek is 6 m2. Dit bestaat uit een bureau met schrijfdeel en ruimte voor een
plat beeldscherm, stoel en bewegingsruimte.
Een toevoeging van extra functies leidt tot ophoging van dit minimum:
Kast + 1 m2
Verrijdbaar ladeblok + 0,5 m2
Overlegplek + 1,5 m2
Voor de minimumafmetingen van een werkplek gelden de volgende eisen:
Omvang 6 m2
Breedte 1,80 m
Hoogte 2,60 m
Deze afmetingen gelden voor werkplekken waar meer dan twee uur gewerkt wordt. Voor
werkplekken waar minder dan twee uur gewerkt wordt, gelden deze regels niet. Toch zijn er
redenen om niet voor de minimum afmeting te kiezen:
- Mensen vinden kleine ruimtes benauwend en werken hier dan ook minder graag;
- Grotere ruimtes kunnen flexibeler ingezet worden en bieden daardoor
‘toekomstvastere’ gebruiksmogelijkheden.
Eisen aan de afstand tussen werkplekken:
Tussen zitzijde van bureau en wand of kast (indien niemand hoeft te passeren) 0,90 m
Tussen zitzijde van bureau en wand of kast (indien er anderen moeten passeren) 1,20 m
Tussen bureau’ of workbenches bij een ‘back-to-back opstelling’ 1,80 m
Omsloten, half-open en open werkplekken
- Omsloten: ruimte is aan alle kanten omsloten door wanden, deze kunnen wel
transparant zijn.
- Half-open: de werkplekken bevinden zich in een open ruimte maar zijn omgeven
door schermen.
- Open: de werkplekken staan fysiek in verbinding met andere ruimtes, soms is er
sprake van enige afscherming.
Beleving
De beleving van de ruimte is belangrijk. Er is een balans tussen openheid en afscherming
nodig. Openheid versterkt het gevoel van ruimtelijkheid en brengt mensen in contact, maar
de openheid kan ook leiden tot afleiding en te veel prikkels.
Mensen vinden het prettig om een werkplekopstelling te hebben die rugdekking en zicht op
de deur biedt. Daarnaast vindt men het prettig om een zekere mate van visuele privacy te
hebben.
, Soorten werkplekken
Openwerkplek
- Werkplek in een ruimte met 10 of meer werkplekken
- Bedoeld voor bureauwerk waarvoor een lichte of gemiddelde
concentratie nodig is
- Onderling contact belangrijk
- Situering liefst op rustige plek aan de buitengevel i.v.m. daglicht
- Kwetsbaar voor geluidoverlast, extra aandacht materiaalkeuze
vereist
Halfopen werkplek
- Werkplek die omsloten is door halfhoge scheidingselementen
- Bedoeld voor activiteiten waarbij de noodzaak tot onderling
contact gering is
- Bedoeld voor bureauwerk waar gemiddelde tot sterke
concentratie nodig is
- Beleving moet niet aanvoelen als het werken in een ‘doos’
- Situering liefst op rustige plek aan de buitengevel i.v.m. daglicht
- Kwetsbaar voor geluidoverlast, extra aandacht materiaalkeuze
vereist
Eenpersoonsruimte
- Omsloten ruimte met 1 werkplek
- Bedoeld voor solistische activiteiten die concentratie of
vertrouwelijkheid vereisen
- Multifunctioneel (belruimte, cockpit, tweepersoonsruimte of
overleg-/ spreekruimte)
- Aan te raden grotere ruimte te gebruiken dan minimum
afmetingen i.v.m. multifunctionaliteit en benauwend gevoel
- Situering kan in druk gebied met aandacht voor privacy en
voorkeur heeft ligging aan buitengevel i.v.m. daglicht
Gedeelde ruimte
- Omsloten ruimte met 2-4 werkplekken
- Activiteiten waarbij sprake is van intensieve samenwerking en
vertrouwelijkheid en privacy vereisen, ook is er kans op overlast
door overleg.
- Multifunctioneel (overlegruimte, eenpersoonskamer, callcenter
of projectruimte)
- Situering kan in/bij druk gebied, ligging aan buitengevel is
gewenst indien er meer dan 2 uur gewerkt moet worden.