Dit is het oefententamen voor het vak Financieel Management. Dit oefententamen gaat over H5 Investeringsprojecten, H6 Werkkapitaalbeheer, H7 Eigen vermogen, H8 Vreemd vermogen, H9 Beoordeling van de financiële structuur, H10 Financiële markten. De vragen zijn gebaseerd op het boek basisboek bedri...
Inhoudsopgave
Vragen....................................................................................................................................................2
H5.......................................................................................................................................................2
H6.......................................................................................................................................................3
Vraag 10: Bereken de gemiddelde krediettermijn van de debiteuren van Bol.com? 2pt...............4
H7.......................................................................................................................................................4
H8.......................................................................................................................................................5
H9.......................................................................................................................................................6
H10.....................................................................................................................................................6
Uitwerkingen..........................................................................................................................................7
1
, Oefententamen Financieel Management
Vragen
Dit oefententamen bestaat uit 25 vragen. Je kunt in totaal 32 punten behalen.
Je cijfer = Aantal behaalde punten / 3,2
H5
Van een door een onderneming uitgevoerd investeringsproject zijn over een bepaald
jaar de volgende gegevens verzameld:
- Omzet: € 1.000.000
- Exploitatiekosten (inclusief afschrijvingen) € 500.000
- Afschrijvingen: € 200.000
Vraag 1: In dit jaar vinden geen investeringen of desinvesteringen in vlottende of
vaste activa plaats. Het marginale vennootschapsbelasting is 25%. Hoe hoog is de
vrije kasstroom in dit jaar? 2pt
a. € 325.000
b. € 375.000
c. € 575.000
d. € 500.000
Vraag 2: De interne rentabiliteit van een investeringsproject is gelijk aan nul. Wat
betekent dit voor de netto contante waarde van het project? 1pt
a. De netto contante waarde is hoger dan de vermogenskostenvoet.
b. De netto contante waarde is gelijk aan de vermogenskostenvoet.
c. De netto contante waarde is lager dan de vermogenskostenvoet.
d. De netto contante waarde kan niet berekend worden.
De vragen 3 tot en met 6 hebben betrekking op het nu omschreven
investeringsprojecten. Van twee investeringsprojecten zijn de volgende kasstromen
per jaar gegeven:
Project A Project B
Jaar 0 -240 Jaar 0 -400
Jaar 1 40 Jaar 1 200
Jaar 2 50 Jaar 2 300
Jaar 3 80 Jaar 3 100
Jaar 4 120 Jaar 4 50
Alle bedragen worden aan het eind van het jaar betaald of ontvangen. De
investeringen hebben aan het eind van de looptijd van het project een restwaarde
van 80. De vermogenskostenvoet bedraagt 7,5% per jaar. De disconteringsvoet
bedraagt 10%.
2
, Oefententamen Financieel Management
Vraag 3: Wat is de gemiddelde winst per jaar voor Project B? 2pt
A. 142,5
B. 162,5
C. 62,5
D. 42,5
Vraag 4: Bereken het boekhoudkundig rentabiliteit voor project A? 2pt
A. 60,4%
B. 45,3%
C. 125,7%
D. 131,3%
E. 7,8%
Vraag 5: Wat is het terugverdienperiode van project B? 2pt
A. Jaar 2
B. Jaar 3
C. Jaar 4
D. Dit valt niet te berekenen.
Vraag 6: Welk project is voordeliger om in te investeren? 1pt
A. Project A
B. Project B
C. Beide projecten hebben een gelijkwaardig aantal voordelen
D. Beide projecten leveren geen voordeel op om in te investeren
H6
Vraag 7: Welke bronnen kunnen gebruikt worden om het doel van de
kredietwaardigheidsbeoordeling te achterhalen? 1pt
A. Persoonlijke bezoeken aan de afnemer
B. Jaarrekeningen van de afnemer
C. Informatiebureaus zoals Dun & Bradstreet en Graydon
D. Alle antwoorden van A tot en met C
Vraag 8: Waarvan is de optimale ordergrootte afhankelijk van? 1pt
A. Totale afzet per periode, bestelniveau en voorraadkosten per periode
B. Gemiddelde voorraad, aantal orders en bestelniveau
C. Totale afzet per periode, bestelkosten per order, opslagkosten per stuk per
periode
D. Totale afzet per periode, bestelniveau, gemiddelde voorraad
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper henkkees. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.