Politics of Policymaking
Samenvatting hoofdstuk 1 t/m 7 en 10
Hoofdstuk 1 – The Importance of
Policymaking
In een wereld met bedreigingen en onzekerheden kijken burgers naar hun overheid om de
problemen erin op te lossen en veiligheid te waarborgen. Overheden maken beleid om dat
doel te bereiken. Ook maken overheden beleid voor capaciteiten en voorzieningen die de
markt niet aanbiedt (in ieder geval niet zonder inmenging van de overheid). Politicologen
noemen dit publieke goederen 1.
What is Policy?
Het boek beschrijft overheidsbeleid als een set van activiteiten die een overheid inzet om
een bepaald doel te bereiken. Beleid laat zien wat een overheid van plan is te doen (of
vermijdt), en hoe ze dit wil bereiken. Beleid wordt het gemaakt door beleidsmakers. Het
boek legt uit dat dit de mensen zijn die beleid initiëren, ontwerpen, mogelijk maken en de
activiteiten uitvoeren om beleid te maken. Deze activiteiten betreffen onderzoek doen,
luisteren, beslissingen maken, documenten schrijven, werken met burgers, leidinggeven,
evalueren, uitleggen en leren. Beleidsmakers zijn overheidsambtenaren die in diverse
organisaties werken, zoals lokale overheden, regionale overheden, nationale ministeries,
toezichthoudende instanties en internationale organisaties.
What is Success?
Het boek geeft 4 criteria voor een succesvol beleid:
Het beleid moet effectief zijn. Bereikt het beleid het vastgestelde doel? Het
bedenken, aannemen en uitvoeren van programma's en hervormingen die een
zinvolle impact hebben;
1
Publieke goederen' zijn diensten en capaciteiten die typisch bestaan omdat de overheid ze
levert. Het is erg moeilijk om burgers uit te sluiten van de voordelen van een publiek goed.
Daarom bieden private partijen ze niet aan (ze kunnen consumenten niet laten betalen voor
hun product). Zonder de organiserende kracht van een goed functionerende overheid wordt
het een stuk minder waarschijnlijk dat een samenleving kan genieten van geplaveide wegen,
straatverlichting, schoon leidingwater en een leger dat zich aan de wet houdt.
, - Het beleidsvormingsproces moet sociaal gepast, ethisch verantwoord en legaal
zijn;
- Het beleid moet lang genoeg werken om het probleem op afstand te houden of het
doel te bereiken. Oftewel, het beleid moet bestand zijn tegen tegenstanders.
- Het beleid moet beschouwd worden als een succes door politieke actoren en de
samenleving in het algemeen. De samenleving moet het er mee eens zijn dat het
beleid een succes is.
Thinking about Policymaking
Beleid maken wordt door velen gezien als een cyclus. De cyclus start bij de realisatie van een
ontdekt probleem dat actie vereist (agendasetting), wat leidt tot de formulering van initiële
ideeën (policy design) en de beslissing om het beleid aan te nemen (descision). Vervolgens
laat de cyclus de implementatie van het beleid (implementation) en dan naar de evaluatie
(evaluation). Wanneer het beleid negatief uitpakt, begint de cyclus weer opnieuw. Deze
cyclus is in lijn met de gegevens definitie van beleid, maar eigenlijk is beleid maken een stuk
rommeliger. Zo is het niet altijd duidelijk waar het beleidsproces begint. Veel problemen zijn
namelijk niet nieuw. Ook weten beleidsmakers niet altijd hoe een probleem opgelost kan
worden (denk aan klimaatverandering) of is een oplossing te duur. De beleidscyclus is
daarom een startpunt van het begrijpen van het beleidsmakingsproces. Het is een analyse
instrument.
Beleid maken wordt vaak gezien als een top-down proces, maar politicologen zijn gekomen
met een alternatief perspectief: de bottom-up benadering. In deze benadering start het
proces niet bij de politicus, maar bij de burger. Het zijn de behoefte van de burger waar de
politicus op in moet spelen. Wel geeft het boek aan dat het de kans groot is dat de bottom-
up benadering alleen werk bij kleinschalige problemen opgepakt door lokale overheden.
Het is vaak niet duidelijk wie de macht heeft in het beleidsmakingsproces. Er is namelijk
vaak verschil tussen wie de macht moet hebben en wie daadwerkelijk de macht heeft. Het
klinkt logisch dat de gekozen politica de koers van het beleid bepalen, maar in werkelijkheid
is het een samenspel tussen politica en ambtenaren. Zij werken samen om problemen op te
lossen en een politiek of maatschappelijk ideaal verwezenlijken.
Politicologen praten over een rationele aanpak van beleidsmakers bij het proces van beleid
maken. Hiervoor bestaat een rationeel model met 7 stappen:
- Verzamel informatie over mogelijke oorzaken van en/of oplossingen voor het
probleem;
- Opties voor het beleid uitwerken;
- Criteria van elke optie uitwerken voor het keuzeproces;
- Beleidsopties vergelijken;
- De beste beleidsoptie kiezen op basis van de geformuleerde criteria;
- Implementeren van de gekozen optie;
, - Vorderingen van het beleid in de gaten houden door informatie te verzamelen.
In werkelijkheid werkt deze benadering niet vaak, alleen als ‘einden’ duidelijk zijn. Als eerste
bestaat er vaak geen consensus over de oorsprong en de mogelijke oplossingen voor een
probleem. Als tweede is het vrijwel niet mogelijk om alle informatie te verkrijgen over de
oorzaak, de werking van de beleidsinstrumenten en de mogelijke uitkomsten.
Beleidsmakers werken vaak ook onder tijdsdruk en moeten werken onder bepaalde
voorwaarden met unieke situaties, waardoor er vaak nog minder informatie beschikbaar is.
Als derde zijn beleidsmakers vaak niet zo rationeel als dat wordt verwacht en zelf denken
dat ze zijn. Politicologen kleven daarom vooral aan één pijler vast, namelijk: het zoeken naar
informatie. Hoe meer informatie, hoe beter de oplossing voor een probleem kan zijn.