Bestuur en Beleid | Hoorcollege 1 | 10-09-2024
Wat is beleid en waar gaat het over?
Public policy = a set of activities that a government employs to
accomplish a certain aim. / Activiteiten waar een overheid in voorziet om
een bepaald doel te behalen.
o Beleid maken: Slim nadenken over problemen, oplossingen
ontwerpen, die worden gebruikt en toegepast.
- Wanneer is beleid succesvol? (4 criteria)
1. Effectiviteit, beleid moet effectief zijn. Het doel moet
behaald zijn. Beleidsmakers moeten ‘craft work’ leveren ; het
ontwerpen, aannemen en implementeren van beleid, die een
betekenisvolle impact hebben op de publieke kwesties die aan
hun bestaan ten grondslag liggen (dus gezondheid bijv.)
2. Sociaal, ethisch en legaal geaccepteerd. Het beleidsproces
moet voldoen aan de legale eisen (privacy bijv.),
overeenkomen met wijdverspreide gedeelde waardes
(gelijkheid en inclusie bijv.)
3. Lange termijn. Het moet voor de lange termijn werken en
ook als er tegenstanders het proberen omver te werpen, moet
het nog blijven bestaan.
4. Als succesvol erkend. De bevolking en andere politieke
elites moeten het ook waarderen als succesvol, anders blijft
het niet staan en doorgevoerd worden. Daarom is de ervaring
en actieve communicatie van belang.
- De mythe van beleid als een ordelijk proces:
o Agenda setting -> policy design -> decision ->
implementation -> evaluation (negatieve uitkomst, terug op
de agenda) -> agenda setting
o MAAR,
Beleidmaken begint niet altijd op hetzelfde punt. Het
gaat vaak mmeer over bestaand beleid aanpassen. Ook
1
, moet eerst ‘het’ een probleem worden gemaakt voordat
er beleid voor kan worden geschreven (chapter …).
Vaak kunnen overheden problemen ook niet oplossen
(bijv. te duur of politiek onacceptabel) (bijv. climate
change, poverty).
De evaluatie is niet altijd netjes aan het einde van het
beleidsproces. Het is namelijk bijna nooit duidelijk
wanneer beleid eindigd en er bestaan ook verschillende
momenten van evaluatie (hoorcollege 6). Soms is
evaluatie ook niet van belang/op de planning.
- De mythe van het top-down proces:
o Het simpele idee is dat beleid van bovenaf wordt geschreven
en daarna verder wordt gedelegeerd en geïmplementeerd.
Echter gaat een beleid heen en weer. Er bestaat ook bottom-
up beleid, vaak is dit echter wel bij kleinere problemen bij
lokale overheden (voorbeeld Covid plaatsje Mexico).
- De mythe van de politics-administration dichotomy
o = separation of tasks tussen de beleidsmaker en de
ambtenaren (= civil servants)
o Normatief antwoord: Wie moet de macht hebben?
Het is niet slecht om een harde scheidslijn te hebben.
Mensen in de politiek zijn gekozen en ambtenaren niet.
Het werk van politici is belangrijke beslissingen maken
over sociale kwesties en het is het werk van ambtenaren
om volgens hun overheid te dienen.
o Empirisch antwoord: Wie heeft daadwerkelijk macht?
Politici hebben echter niet altijd de macht en dit is ook
niet mogelijk. Ambtenaren maken en moeten
beslissingen maken die directe invloed hebben op de
beleidsvorm en uitvoering. Het normatieve idee van
scheiding van de taken is dus onwaar.
o Politici zijn dus afhankelijk van de uitvoering van de
ambtenaren en zouden anders ook nooit beleid kunnen
implementeren. Zij kunnen het beste ambtenaren de vrijheid
geven = ‘bureaucratic autonomy’. Dit leidt tot eigen
interpretatie van de ambtenaren en tot ‘wie wat krijgt,
wanneer en hoe’. Kortom, zij maken politieke beslissingen.
Daarom zijn ambtenaren, politieke actoren (H2, p. 28).
o Laurence Lynn zegt zelfs dat ambtenaren ook mee beleid
mogen schrijven. Dat zij ook als ‘statecraft’ gezien moeten
worden.
o In werkelijkheid werken ze vaak samen.
- De mythe van rationele beleidsmaking
2
, o Er bestaat een stappenplan hoe je rationeel beleid kan maken.
Dit is echter niet de werkelijkheid.
Allereerst is het doel al moeilijk vast te stellen. Wil je
minder doden in het verkeer of minder file, of allebei?
Consensus over een probleem en de oplossing bestaat
nauwelijks. Ook al is men het hierover eens, faalt de
rationele theorie dikwijls.
Het is bijna onmogelijk om alle relevante informatie over
de oorzaken, de instrumenten en de mogelijke
uitkomsten van het probleem te vinden. En het is
allemaal nog moeilijker als ze weinig tijd hebben om een
berekening of analyse te maken.
Bounded rationality. Ondanks dat beleidsmakers
objectief denken te handelen, valt dit erg mee omdat er
begrensde rationaliteit bestaat. Bijvoorbeeld dat
werkelozen lui zijn, is niet een evidence-based policy
theorie, maar wordt wel dikwijls gedacht door
beleidsmakers. Dat door data en excel sheeds een
beslissing wordt gemaakt en niet meer wordt gedacht
aan de mensen daarachter.
- De mythe van meetbare beleidsuitvoering
o Kunnen we eigenlijk wel zeggen dat beleid succesvol is? De 4
criteria die we hebben om succes te meten, kan dat eigenlijk
wel? Wat is legaal, wat is de politieke elite, wat is sociale
acceptatie, wat nu goed is kan ook morgen slecht zijn.
Daarnaast is succesvol beleid niet voor tegenstanders
succesvol. Wie bepaalt de criteria en wie bepaalt of het
succesvol is? Naast goede gevolgen zijn er ook slechte
gevolgen, bijvoorbeeld de welvaart door de WIC, maar ook de
volkerenmoord.
Succesvol beleid is subjectief en kan uitgelegd worden aan de
hand van verschillende criteria, die eigenlijk ook subjectief zijn.
- De mythe van de luie ambtenaar
o Ambtenaren (civil servants) staan bekend als werknemers die
zo min mogelijk werk willen doen met zo hoog mogelijk
resultaat. Echter wordt het stereotype de afgelopen jaren
ontkracht en komt er juist naar voren dat ambtenaren hun
werk leuk vinden en willen bijdragen aan de samenleving.
Deze motivatie verschilt per werknemer en kan liggen aan
individuele, psychologische, sociale en organisatie kenmerken.
(Hoorcollege 5 komt de invloed van de organisatie op de
motivatie voor beleid maken).
3
, Wat is de taak van de overheid -> is het publiek of privaat
Het bepalen wat de overheid doet kan nooit zonder een politiek
statement.
Wat levert de overheid?
- Public Goods ; Publieke goederen/diensten (veiligheid)
o Zaken die in de samenleving anders nauwelijks zouden
bestaan. Niet 1 persoon kan het aan iedereen voorzien ->
niemand wil dat voor iedereen betalen.
o Niet te vertalen naar individuele transacties, maar collectieve
actieproblemen. Je kan niet een deel ervan uitsluiten, dus daar
heb je per definitie de overheid voor nodig.
vb. straatverlichting, dijken, leger, verkeerslichten, straten,
onderwijs, publieke zorg, drinkwater.
- Bemoeigoederen (de effecten zijn onwenselijk voor de overheid)
o Accijns of subsidie (dit is belangrijk en als we het aan de
markt overlaten, dan gebeurt er te weinig). Aka ingrijpen in de
markt.
*De overheid lost het falen van de markt op -> maar beleid ook vanuit
normatief beeld / politieke idealen.
- Collegegeld wordt niet aan de markt overgelaten, omdat het dan te
duur/onbetaalbaar wordt.
De overheid kan eenzijdige besluiten opleggen -> anders dan privaatrecht
waar beide partijen móeten instemmen.
- Één van de kerneigenschappen
- Je mag niet mensen vermoorden.
- Je kunt boetes krijgen en daar kan je niks tegen doen.
- Niet met z’n tweëen onderhandelen of je een 10 hebt voor je toets.
- Veel organisaties kunnen grotendeels privaat zijn met publieke
kenmerken. APK keuring -> de keuringsmeester besluit. Het bedrijf
is dus privaat, maar het besluit is publiek en dus eenzijdig.
Burgers kunnen ook zelf beleid voeren dat het publiek treft, echter is er
eigenlijk altijd ondersteuning van de overheid nodig om het door ter
kunnen voeren.
Financiering:
4