Interculturele psychologie
Hoofdstuk 1 Wat is interculturele psychologie?
1.1 Inleiding
De aandacht voor de omgang met culturele verschillen is enorm toegenomen: door internationalisering van het dagelijks leven
brengt je steeds meer met andere culturen in aanraking en er is heel veel sprake van migratie.
Psychologische benadering: de cultuur wordt beschouwd vanuit het perspectief van iemand in interactie met de sociale
omgeving.
Cultureel-relativistisch perspectief: de ene cultuur is niet minderwaardig ten opzichte van de andere.
Etnocentrisme: de eigen omgeving, het eigen volk of de eigen cultuur is bewust of onbewust de maatstaf om de rest van de
wereld te beoordelen.
1.2 Definitie van cultuur
Cultuur volgens Herskovits (1958): ‘The man-made part of the environment’
- Subjectief: normen, waarden en opvattingen
- Objectief: observeerbare producten van mensen boeken, gebouwen, apps, etc.
Bevat ook de tafelmanieren, maar ook moskeeën en bordelen.
Er zijn heel veel definities van cultuur die in de meeste gevallen veel overeenkomsten vertonen.
Cultuur: is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen,
communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op generatie wordt overgeleverd.
1.3 Elementen van cultuur
Belangrijkste aspecten van cultuur:
- Cultuur wordt niet altijd in een gelijke mate gedeeld: mensen verwerken, beoordelen, interpreteren anders en slaan
het anders op in hun geheugen. Ook hangt het ook af van de hechtheid van een cultuur tightness VS looseness
De hechtheid van een cultuur verwijst naar de mate waarin er sterke sociale normen bestaan binnen die cultuur en of
er sancties zijn als deze worden overtreden.
- Cultuur beïnvloedt het gedrag van de leden van een gemeenschap, maar omgekeerd hebben ook mensen invloed op de
cultuur
- Cultuur is niet statisch, maar past zich aan: de cultuur richt zich naar ecologische en economische omstandigheden: een
voorbeeld. Is de opkomst van de genderneutrale toiletten en neutrale genderaanduidingen.
- Overdracht van cultuur vindt plaats door enculturatie en socialisering: enculturatie verwijst naar het leren van
cultuurelementen in de ruimste zin. Dus zowel naar formele als informele processen. Socialisering is een gerichte,
normatieve van enculturatie inburgeringscursus
- Cultuur en ras zijn geheel verschillende zaken: ras verwijst, al dan niet gefundeerd, naar fysieke kenmerken. Een raciale
groep is ook een culturele groep wanneer ook belangrijke cultuurelementen, zoals taal of religie, gedeeld worden.
- Cultuur en etniciteit zijn meer met elkaar verwante begrippen.
- Cultuur is niet hetzelfde als nationaliteit: nationaliteiten zijn heterogeen samengesteld en nationaliteiten verschillen
ook doordat men leeft in een gebied met een bepaald klimaat en een bepaalde staatkundige structuur en economie.
Ook beïnvloedt het gedrag en denken van mensen.
1.4 Over het ontstaan van culturele verschillen
Cultuur is het resultaat van een reeks aanpassingen van een gemeenschap aan de ecologische omgeving het Hollandse
molenlandschap is ontstaan dankzij het winderige klimaat en de noodzaak laaggelegen gebieden droog te houden.
Eco-cultureel model: ecologie cultuur enculturatie individuele eigenschappen gedrag
,1.5 Cultuurdimensies
Geert Hofstede (2001) noemt vier cultuurdimensies waarmee je de nationale culturen kunt onderscheiden:
- Machtsafstand: ongelijkheid van mensen in een bepaalde samenleving
- Onzekerheidsvermijding: geeft de behoefte aan zekerheid in een bepaalde samenleving weer
- Individualisme VS collectivisme: hoe sterk is de band tussen het individu en allerlei groepen (familie, werk, buurt, etc)
in een samenleving. In een individualistische samenleving moet iedereen voor zijn eigen belangen zorgen. De band is
niet zo sterk. In collectivistische landen dient iemand op te komen voor de belangen van de groep waartoe hij behoort
loyaliteit
- Masculiniteit VS feminiteit: de sociale rollen die de twee seksen in een samenleving vervullen. Masculien: traditioneel
mannelijk gerichtheid op prestaties, succes en geld verdienen. De rolpatronen tussen mannen en vrouwen in deze
landen zijn erg groot. Feminien: de rol van zorg voor anderen en de leefomstandigheden, naar bescheidenheid, intuïtie
en emoties. De seksen in deze landen verschillen nauwelijks wat betreft normen, waarden en handelingen.
, Hoofdstuk 2 De invloed van cultuur op taal, cognitie en zelfbeeld
2.2 Cultuur en taal
Cultuur en taal zijn nauw met elkaar verweven straattaal
Bijna alles kun je wel vertalen naar een andere taal, maar daarbij gaan wel nuances verloren. Talen nemen dan ook vaak
woorden of uitdrukkingen van elkaar over, omdat ze bij vertaling naar hun eigen taal iets van de oorspronkelijke betekenis
verliezen.
Cultuuraccommodatie: mensen uit verschillende culturen leren de bijbehorende culturele attitudes en waarden. Sapir-
Whorf-hypothese: veronderstelt dar onze manier van denken volledig bepaald wordt door de taal die we spreken.
Cultuuraffiliatiehypothese: tweetalige identificeert zich met de cultuur van de taal die hij/zij op dat moment spreekt.
Priming: het activeren van associaties in het geheugen: door het gebruik van de ene of de andere taal worden waarschijnlijk
allerlei cognities geactiveerd die gekoppeld zijn aan die talen.
2.3 Cultuur en cognitie
Fundamentele attributiefout: verwijst naar de neiging om het eigen gedrag vooral toe te schrijven aan de persoon.
- Attributies: verklaringen die mensen geven voor wat er in hun sociale wereld gebeurt. Het gaat meestal om de vraag of
het gedrag van zichzelf of anderen intern (aan de persoon zelf) of extern (aan situationele factoren) toegeschreven
moet worden.
2.4 Cultuur en intelligentie
Intelligentie is een van de gevoeligste onderwerpen bij de invloed van cultuur op het denken betreft de vraag of cultuur van
invloed is op intelligentie. Dit komt doordat intelligentie een zeer gewaardeerde eigenschap is. Niemand wil dom zijn of dom
genoemd te worden. In alle culturen wordt er waarde gehecht aan intelligentie.
De definitie van intelligentie verschilt sterk van cultuur tot cultuur: in de westerse cultuur ligt de nadruk bijvoorbeeld op
cognitieve, verstandelijke vermogens, daarbij zijn in andere culturen de sociale aspecten ook van belang.
Ook de opvatting over hoe je intelligentie het best kan uiten verschilt: in individualistische culturen is het belonend om kennis en
vaardigheden te laten zien terwijl dit in culturen waarin samenwerking en bescheidenheid centraal staan dit juist wordt gezien
als ongepast of arrogant.
Intelligentie wordt ook op verschillende manieren gemeten. Dit komt door de cultuur.
2.5 Cultuur en zelfbeeld
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een zelfconcept als een onafhankelijk persoon (independent self of onafhankelijk zelf) en
een zelfbeeld als een met de gemeenschap verbonden persoon (interdependent self of onderling afhankelijk zelf)
- Westen: mensen voelen zich individueel verantwoordelijk en benadrukken hun innerlijke kenmerken, die als stabiel en
intrinsiek gezien worden: er bestaat geen overlap tussen het zelf en de anderen.
- Collectivistische culturen: fundamentele verbondenheid tussen de mensen. Belangrijke doelstelling is om zich aan te
passen aan de groep of de gemeenschap. Intersubjectief het zelf en de anderen zijn overlappende eenheden
Self-serving bias of zelfdienende vertekening: het eigen succes toeschrijven aan persoonsgebonden factoren ‘ik heb aanleg
voor pianospelen’ of ‘ik zakte voor dat tentamen omdat er zoveel herrie was in de zaal’. Dit komt vooral voor in de westerse
cultuur.
Locus of control of beheersingsoriëntatie: verwijst naar de mate waarin mensen controle ervaren over hun gedrag in relatie
met anderen en met hun omgeving.
- Interne beheersingsoriëntatie: deze mensen vinden dat zijzelf in belangrijke matte hun gedrag bepalen
- Externe beheersingsoriëntatie: deze mensen vinden dat hun gedrag afhankelijk is van anderen en de omgeving
externe krachten waar zij geen invloed op kunnen uitoefenen.