Samenvatting studieboek Leren veranderen, een handboek voor de veranderkundige van Léon de Caluwé, Hans Vermaak (Hoofdstuk 2 t/m 6 en hoofdstuk 9) - ISBN: 9789013016543, Druk: Tweede geheel herziene editie, Uitgavejaar: 2010
Antwoord: noordzaak door groei
noodzaak door crisis
wenselijk iets te bereiken
groei model van Greinder
organisatie verandering vanuit gesignaleerde problemen (oorzaak-gevolg)
2.
noem de 5 ‘clusters’ die van invloed zijn op verandering en die het zeer complex maken:
Antwoord: 1. los gekoppelde systemen
2. managen en gemanaged worden
3. chaosdenken
4. sociopolitieke mechanismen
5. fixaties
3.
los gekoppelde systemen gebeuren op drie vlakken. Geef aan welke vlakken plus een voorbeeld (mechanismen van losgekoppelde systemen)
Antwoord: 1. organisatieniveau: ambiguïteit (dubbelzinnigheid) op niveau van doelstellingen, werkprocessen en participatie
2. groepsniveau: Vuilnisvatvorming
3. individueelniveau: Losse koppeling is hier de wijze waarop opvattingen en gedrag elkaar beïnvloeden
4.
wat is vuilnisvatvorming(1) en hoe wordt het doorbroken(2)?
Antwoord: 1. Een vuilnisvat met één probleem wordt steeds voller en er worden steeds meer problemen bijgehaald. Vervolgens wordt er weer een nieuw vuilnisvat gepakt, maar de oude is nog niet opgelost.
2. Kan alleen doorbroken worden als gevolg van externe aanleidingen: krimpende marktaandelen, fusies of een top-down reorganisatie.
5.
hoe los je losgekoppelde systemen op?
Antwoord: koppeling tussen de delen versterken door verbanden aanbrengen tussen het bepalen van doelstellingen, het uitvoeren van werkzaamheden en het zich eigen maken van de belangrijkste competenties.
Randvoorwaarden om koppeling tussen opvattingen en gedrag te maken:
- Gedrag moet zichtbaar zijn
- Er moet genoeg veiligheid zijn om feedback over gedrag te geven of te krijgen
- Men moet daadwerkelijk iets over de effectiviteit van het gedrag willen leren
- Men moet over de wil en de vaardigheden beschikken om van en met elkaar te leren
Antwoord: 1. Oerconflict: Managers en de professionals/werkers hebben elk eigen domeinen waarop de beslissingen nemen. Elke partij koestert het eigen domein. Probeert een partij op het domein van de ander te komen, dan gaat die ander heftig in verdedigingen en ontstaat disfunctionele verschijnselen. Er is ook in grijs gebied (contested zone) waar men elkaar nodig heeft en samen de beslissingen nemen.
9.
wat is pocket veto
Antwoord: machtsgebruik door juist iets niet te doen of anders te doen.
10.
er zijn 5 gebieden waar organisaties zich kunnen bevinden t.o.v. hun omgeving:
Antwoord: 1. statisch evenwicht: omgeving en organisatie veranderen niet of nauwelijks
2. vlakbij evenwicht: omgeving verandert langzaam en de organisatie heeft tijd om daar op in te springen
3. dynamisch evenwicht: organisatie ontwikkeling en omgevingsontwikkeling houden gelijke tred
4. tussen dynamisch evenwicht en rand van chaos
5. ver uit evenwicht: de omgevingsvariëteit neemt veel harder toe dan de variëteit van de organisatie (rand van chaos)
Voorbeeld van de inhoud
Organisatie ontwerp en verandering. Leren veranderen – de Caluwé
Hoofdstuk 2 – Waarom veranderen zo gecompliceerd is
• Fases veranderaanpak:
1. Diagnose
2. Kern van het vraag
3. Veranderstrategie
4. Interventieplan
5. Interventies
6. Resultaten
• Aanleidingen om te veranderen:
- Noodzaak door bijvoorbeeld groei
- Noodzaak door bijvoorbeeld crisis
- Wenselijk om iets te bereiken
- Model van Greiner
- Organisatie doorloopt in haar bestaan vijf fases met iedere fase typerende
problemen en oplossingen (zie blz. 40)
- Organisatieverandering vanuit gesignaleerde problemen (oorzaak-gevolg)
• 5 ‘clusters’ van mechanismen die van invloed zijn op verandering en die het
zeer complex maken:
1. Losjes gekoppelde systemen:
- Organisatieniveau: ambiguïteit (dubbelzinnigheid) op niveau van doelstellingen,
werkprocessen en participatie. Doelen zijn vaak erg verschillend, iedereen kan
zeggen wat hij als doel wil hebben. Ook hebben mensen in een organisatie vaak
nauwelijks inzicht in de manier waarop dingen aangepakt worden/de werk processen.
Ook is de participatie, de betrokkenheid van personen in de organisatie wisselend.
- Individueel niveau: Losse koppeling is hier de wijze waarop opvattingen en gedrag
elkaar beïnvloeden. Opvattingen volgen gedrag. Gedrag en opvattingen zijn
, losgekoppeld. Gedrag doet zich voor, onafhankelijk van opvattingen.
- Groepsniveau: Vuilnisvatvorming. Een vuilnisvat met één probleem wordt steeds
voller en er worden steeds meer problemen bijgehaald. Vervolgens wordt er weer
een nieuw vuilnisvat gepakt, maar de oude is nog niet opgelost. Kan alleen
doorbroken worden als gevolg van externe aanleidingen: krimpende marktaandelen,
fusies, een kas op een sprong voorwaarts of een top-down reorganisatie.
Als je een koppeling tussen de delen wilt versterken, moeten verbanden worden
aangebracht tussen het bepalen van doelstellingen, het uitvoeren van werkzaamheden en
het zich eigen maken van de belangrijkste competenties.
Randvoorwaarden om koppeling tussen opvattingen en gedrag te maken:
- Gedrag moet zichtbaar zijn
- Er moet genoeg veiligheid zijn om feedback over gedrag te geven of te krijgen
- Men moet daadwerkelijk iets over de effectiviteit van het gedrag willen leren
- Men moet over de wil en de vaardigheden beschikken om van en met elkaar te leren
Hoe om te gaan met ambiguïteiten?
- Druk uitoefenen
Door crisis te creëren en gemeenschappelijke vijandbeelden krijg je sneller een
gezamenlijk doel en zijn mensen bereid sneller te komen tot gezamenlijke besluit.
- Gedrag benoemen/expliciteren
Feedback geven, peer-assessments, spiegelen, confronteren met gedrag
2. Managen en gemanaged worden
Er is een bijna klassieke tegenstelling tussen autonome medewerkers vs. hiërarchische
managers. Een baas die krachtig leiding wil geven, ontmoet vaak meteen onbegrip.
Gevolgen:
- Versnippering omdat iedereen zijn richting volgt
- Middelmatigheid omdat er niet van elkaar geleerd wordt
- Vrijblijvendheid omdat resultaatgerichtheid ontbreekt.
Tegenstrijdige oriëntaties leveren problemen op:
- Oerconflict: Managers en de professionals/werkers hebben elk eigen domeinen
waarop de beslissingen nemen. Elke partij koestert het eigen domein. Probeert een
partij op het domein van de ander te komen, dan gaat die ander heftig in
verdedigingen en ontstaat disfunctionele verschijnselen. (blz. 31)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mwardenier. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.