Bedrijfsrecht
Samenvatting
Bedrijfskunde
Leerjaar 2
Hogeschool van Amsterdam
,Hoofdstuk 2 Onderneming, eenmanszaak en
personenvennootschappen
2.1 Onderneming
Een onderneming is een zelfstandige organisatie in het economisch verkeer, die met arbeid
en kapitaal probeert winst te maken. Een onderneming is iets anders dan een bedrijf. Een
onderneming is een economische eenheid in tegenstelling tot een bedrijf, dat een technische
eenheid vormt. Met andere woorden: een onderneming kan één, maar eventueel ook
meerdere bedrijven omvatten.
Onder beroep wordt verstaan: een maatschappelijke werkkring waarvoor men de vereiste
bekwaamheid en/of bevoegdheid heeft gekregen. Beoefenaren van een vrij beroep hebben
wel een onderneming, maar geen bedrijf. Zij zijn niet werkzaam in industrie, handel of
nijverheid. Bij vrije beroepen staat geestelijke arbeid centraal. Voorbeelden van vrije
beroepen zijn: huisarts, chirurg, notaris, accountant, advocaat, architect, vroedvrouw,
fysiotherapeut en tandarts.
In recht is het onderscheid tussen onderneming, bedrijf en beroep vaak van belang; het is
daarom goed te weten of er sprake is van een beroeps of van een bedrijfsuitoefening.
2.1.1 Rechtsvorm
De rechtsvorm is niets anders dan het juridische jasje waarin de onderneming wordt
gestoken. Zowel bij het begin als in latere stadia is het van groot belang om te weten welke
vorm de voorkeur dient. Door een rechtsvorm te kiezen bepaalt men namelijk de aard en
omvang van de aansprakelijkheid: een keuze die ook gevolgen heeft voor de fiscale
aspecten, de sociale zekerheid en de continuïteit van de onderneming. Bij rechtsvormen
zonder rechtspersoonlijkheid is geen scheiding aan te brengen tussen het privévermogen
van de ondernemer en het ondernemingsvermogen. Bij deze rechtsvorm blijft de
ondernemer dus persoonlijk aansprakelijk. De rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid wordt
door de wet aangemerkt als een zelfstandig lichaam, dat een eigen bestaan leidt naast de
ondernemer. Bij een onderneming met rechtspersoonlijkheid kan de ondernemer niet meer
geldverliezen dan waarmee hij in de rechtspersoon deelneemt. De meest gangbare
rechtsvormen in het Nederlandse recht voor de uitoefening van een onderneming zijn de
eenmanszaak, de commanditaire vennootschap (cv), de maatschap, de vennootschap onder
firma (vof), de besloten vennootschap (bv) en de naamloze vennootschap (nv).
2.1.2 De Handelsregisterwet
De Kamer van Koophandel in Nederland beschikt over een register, waarin alle
ondernemingen en rechtspersonen staan ingeschreven. Deze inschrijving is wettelijk
verplicht en zorgt ervoor dat er voldoende informatie over het bedrijfsleven beschikbaar is.
De betreffende informatie bevordert de rechtszekerheid bij het zakendoen, omdat precies is
vastgelegd wie bij de ondernemingen vertegenwoordigingsbevoegd en aansprakelijk zijn. De
registers zijn openbaar maar inzage kost geld. De onderneming moet op al haar briefpapier,
facturen e.d. vermelden waar zij in het handelsregister is geregistreerd en onder welk
nummer (art 27, lid 1 Handelsregisterwet).
2.1.3 Rechtsbescherming
De juistheid van de gegevens in het register is voor het handelsverkeer van essentieel
belang (art 25 Handelsr.w.). Derden die met een onderneming zaken doen, mogen afgaan
op de opgave zoals die aan het handelsregister is gedaan. Zij hoeven geen rekening te
houden met niet-geregistreerde, onjuiste of door de werkelijkheid achterhaalde gegevens.
Het maakt bovendien niet uit op welk tijdstip de derde het handelsregister raadpleegt, voor of
na de transactie. Het gaat erom wat er op het moment van de transactie geregistreerd stond.
2
,2.1.4 Administratie en boekhouding
Bedrijven zijn wettelijk verplicht een administratie en boekhouding te voeren en de gegevens
te bewaren (2: 10 BW). De gegevens moeten zeven jaar worden bewaard, en binnen een
redelijke termijn controleerbaar zijn.
2.1.5 Rechtshandeling en feitelijke handeling
Een rechtshandeling is een handeling waarmee een (rechts)persoon beoogt rechtsgevolgen
in het leven te roepen. Feitelijke handelingen kunnen ook rechtsgevolgen met zich
meebrengen maar deze zijn niet beoogd.
2.1.6 Vertegenwoordiging
Gewoonlijk behartigen mensen zelf hun belangen, maar dit kunnen ze ook laten doen. Dan
spreken we van vertegenwoordiging. Het begrip ‘vertegenwoordiging’ houdt in dat iemand
die daartoe de bevoegdheid heeft, een rechtshandeling verricht in naam een ander met als
gevolgen dat er rechtsgevolgen voor die ander ontstaan. De vertegenwoordiger valt er als
het ware tussenuit, hij is niet aansprakelijk. Vertegenwoordiging bestaat op de grond van:
Een uitdrukkelijke wetsbepaling, bijvoorbeeld de wettelijke vertegenwoordiging van
een rechtspersoon door zijn bestuurders (art 2:240 BW).
Volmacht
2.1.7 Volmacht
Om iemand juridisch te kunnen vertegenwoordigen moet de vertegenwoordiger in het
algemeen over een volmacht beschikken. Met een volmacht geeft de vertegenwoordigde
(de persoon die zich laat vertegenwoordigen) toestemming aan de vertegenwoordiger (de
persoon die de rechtshandeling feitelijk namens de vertegenwoordigde verricht) om namens
hem bepaalde handelingen te verrichten (art 3:60, lid 1 BW). De machtiging kan mondeling
of schriftelijk worden verstrekt, daarvoor zijn geen regels gesteld. Verlening van een
volmacht door de vertegenwoordigde maakt hem niet onbevoegd de desbetreffende
rechtshandeling zelf uit te voeren.
2.1.8 Indirecte vertegenwoordiging
Bij indirecte vertegenwoordiging handelt de vertegenwoordiger in en voor rekening van de
opdrachtgever, maar op eigen naam. De derde weet niet dat het om een vertegenwoordiger
gaat. Bij indirecte vertegenwoordiging ontstaat er een overeenkomst tussen de
tussenpersoon en de derde.
2.1.9 Directe vertegenwoordiging
Bij directe vertegenwoordiging handelt de vertegenwoordiger in opdracht, voor rekening
en in naam van de opdrachtgever. Bij directe vertegenwoordiging ontstaat de overeenkomst
direct tussen de derde en de vertegenwoordigde.
2.1.10 Onbevoegde vertegenwoordiging
Indien een vertegenwoordiger een overeenkomst sluit met een derde zonder dat hij
vertegenwoordigingsbevoegd is, dan bindt hij in beginsel niet de vertegenwoordigde en ook
niet zichzelf. De hoofdregel is dat er in het geheel geen rechtshandeling tot stand komt. Om
de derde te beschermen tegen onbevoegde vertegenwoordigers geeft de wet de derde
twee mogelijkheden, hij kan de vermeende opdrachtgever aanspreken, of hij kan de
onbevoegde vertegenwoordiger aanspreken. De derde kan een beroep doen op
bescherming van bij hem bestaand gerechtvaardigd vertrouwen.
Als een derde handelt met een onbevoegde vertegenwoordiger, dan is de onbevoegde
vertegenwoordiger aansprakelijk voor de door de derde geleden schade (art. 3:70 BW). Als
de derde wist of moest begrijpen dat een toereikende volmacht ontbrak of er sprake was van
een situatie waarin de onbevoegde vertegenwoordigde zijn volmacht geheel aan de
3
, wederpartij heeft meegedeeld, dan kan de derde de vertegenwoordigde en de onbevoegde
vertegenwoordiger niet aanspreken voor een schadevergoeding.
Handelen met een vertegenwoordiger is een risico. Omgekeerd, wie een vertegenwoordiger
namens zich laat optreden, neemt het risico dat deze daarbij de grenzen van zijn
bevoegdheden niet altijd in het oog zal houden en zal er dus zelf op toe moeten zien dat die
grenzen ook voor derden kenbaar zijn.
2.2 Eenmanszaak
Van een eenmanszaak is sprake als een onderneming toebehoort aan één persoon. De
onderneming is deel van zijn privévermogen en daarom is hij (en zijn partner mits ze in
gemeenschap van goederen getrouwd zijn) met zijn gehele vermogen aansprakelijk voor alle
schulden. Om een eenmanszaak te beginnen hoeft men niet aan veel meer formaliteiten te
voldoen dan het zich laten inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel
binnen welk gebied de eenmanszaak zal worden gevestigd. Uiteraard zal men wel moeten
beschikken over de vereiste vergunningen en moeten voldoen aan vereisten die voor een
bepaalde branche gelden.
2.2.1 Vertegenwoordiging
In een eenmanszaak is de eigenaar degene die contracten mag afsluiten, werknemers in de
onderneming mogen dit niet. De eigenaar kan wel volmacht geven aan zijn werknemers
zodat ze kunnen deelnemen aan het handelsverkeer.
2.2.2 Aansprakelijkheid
Bij een eenmanszaak is de ondernemer met zijn gehele vermogen aansprakelijk voor
verplichtingen die ontstaan uit de transacties die hij als ondernemer sluit. Er wordt geen
onderscheid gemaakt tussen ondernemingsvermogen en privévermogen.
2.2.3 Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Zijn partners voor 1 januari 2018 getrouwd en zijn er geen huwelijkse voorwaarden
opgesteld dan is er sprake van een algehele wettelijke gemeenschap van goederen. Door bij
de notaris huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden op te stellen, kan men van de wettelijke
gemeenschap van goederen afwijken. Vanaf 1 januari 2018 geldt voor huwelijken die worden
gesloten zonder huwelijkse voorwaarden de beperkte gemeenschap van goederen (art 1:94
lid 2 BW). Dit betekent dat erfenissen en schenkingen bijvoorbeeld niet meer in de
huwelijksgemeenschap vallen. Bezittingen en schulden die men bij het huwelijk of registratie
al had, blijven persoonlijke bezittingen en schulden.
Wie gaat ondernemen, kan beter huwelijkse voorwaarden door de notaris laten opmaken. Dit
kan zowel voor als tijdens het huwelijk en moet via de notaris, bij notariële akte gebeuren.
2.2.4 Borg
Wanneer een onderneming geld wil lenen bij een bank, kan het zijn dat de bank de aanvraag
afwijst, omdat er niet genoeg financiële draagkracht is om het krediet te verlenen. De bank
kan alsnog besluiten het krediet te verlenen wanneer iemand zich borg wil stellen.
Borgtocht is een overeenkomst waarbij een derde zich verplicht om de prestatie die de
schuldenaar moet verrichten jegens de schuldeiser zelf na te komen indien de schuldenaar
in gebreke blijft (art 7:850 BW). Ondernemers hebben bij het aangaan van bepaalde
rechtshandelingen (borg staan voor een ander) toestemming nodig van hun echtgenoot of
echtgenote.
4