Samenvatting Kijk op de Nederlandse jeugd.
Hoofdstuk 1, Typeringen van generaties.
1.1. Wat is een generatie?
Karl Mannheim, socioloog, was de eerste die het denken in generaties presenteerde.
Generatie= Cohort mensen die onder gelijke maatschappelijke omstandigheden zijn opgegroeid
en herkenbaar zijn aan bepaalde typerende kenmerken.
Generatie bevat mensen van dezelfde leeftijd, die dezelfde gebeurtenissen en dezelfde
veranderingen hebben meegemaakt.
Onderscheid generaties gebaseerd op de veronderstelling dat elke generatie onder invloed van
dezelfde sociale, politieke, economische en technologische ontwikkelingen zich bepaalde
opvattingen, meningen en gedragingen eigen maakt.
In Nederland heeft Henk Becker, socioloog, het denken in generaties geïntroduceerd. Gemiddeld
wordt een generatie beperkt tot een periode van 15-20 jaar.
1.2. Wat is het realiteitsgehalte?
Een generatie krijgt vaak een sterk dominant kenmerk die vervolgens meer in detail toegelicht wordt
met de kenmerken die uniek/onderscheidend zijn voor een bepaalde generatie. Meer inzicht in de
huidige generatie kan leiden tot meer begrip van en meer oog voor veranderingen in gedrag, het
onderkennen van gevaren en mogelijkheden waarmee een bepaalde generatie wordt
geconfronteerd.
1.3. Veteranengeneratie (70-plussers)
Veteranengeneratie/(voor) oorlogse generatie/ stille en traditionele generatie:
Geboren voor 1945 (70-plussers), en de 2 e wereldoorlog en de crisisjaren meegemaakt.
3 karakteristieken:
1. Hoog arbeidsethos: Werk erg belangrijk voor hun bestaan.
2. Gezag is autoriteit: Hier dien je respect voor te hebben.
3. Hechten waarde aan tradities en disciplines.
1.4. Babyboomers (50 tot 70 jaar)
Babyboomers/ protestgeneratie:
Geboren tussen 1946-1964 (50- tot 70-jarigen).
Deze generatie heeft de wederopbouw meegemaakt en gewerkt aan een nieuwe toekomst zonder
oorlog. Ze zijn opgegroeid in een periode van welvaart (voldoende werk en geld). Feminisme was in
opkomst, ze streden voor een vreedzame wereld en zette zich in voor gelijke rechten van iedereen
(emancipatie). Deze groep aanvaarde het gezag niet langer als vanzelfsprekend en kwam daar
geregeld mee in aanvaring. Ze werden omgeschreven als zelfingenomen en arrogant. Enerzijds waren
ze erg kritisch op de overheid, anderzijds waren ze van mening dat de overheid overal zorg voor
moest dragen
1.5. X-generatie (30 tot 50 jaar)
X-generatie/ verloren generatie:
Geboren tussen 1965-1980.
Hun ouders (de babyboomers) waren meer met hunzelf bezig dan met hun X-generatie kinderen. Dit
werd vaak gecompenseerd met verwennerij. Deze generatie was ook kritisch richting de autoriteit. Er
was veel werkloosheid, omdat men snel van de ene naar de andere baan hopte. Deze generatie is
pragmatisch en zelfredzaam (=no-nonsense houding), maar ook ondernemend en niet bang om
1
, risico’s te nemen. Ze kwamen als eerst in aanraking met computers.
1.6. Y-generatie (15-30 jaar).
Y-generatie/ grenzeloze generatie:
Geboren tussen 1982- 1999.
Deze generatie is opgegroeid in de digitale wereld met social media. Ze doen veel dingen tegelijk
(multitaskers). Ze zijn flexibel en hebben een goed aanpassingsvermogen. Conflicten gaan ze niet uit
de weg. Echter zijn ze wel kieskeurig, verwend, zelfverzekerd, arrogant, creatief, ambitieus en
prestatiegericht. Er is een duidelijke scheiding tussen werk en privé.
1.7. Z-generatie
Z-generatie/ ik-generatie:
Geboren na 2000.
Kenmerken: Te groot ego, te hoog zelfbeeld, narcistisch, arrogant, verwend.
Internet is voor hun vanzelf sprekend. Brengen ook veel tijd thuis door, minder fysiek actief.
1.8. Overlap tussen generaties.
Er is veelal overlap tussen de X-, Y- en Z-generatie. Men zegt dat er nog niet gesproken kan worden
van een Z-generatie omdat deze generatie niet lang genoeg hebben bloot gestaan aan de invloeden
van de maatschappij om van een generatie te kunnen spreken. Ouders van de X-, Y- en Z-generatie
verwennen de kinderen te veel en geven ze te veel inspraak, met als gevolg dat de kinderen
narcistisch worden. Ouders willen niet weten dat hun kind lastig/moeilijk is, en geven het anders de
schuld van een afwijking of een stoornis (ASS, dyslectisch, ADHD).
1.9. Empirische ondersteuning.
Grenzeloze generatie:
Huidige generatie wordt beschouwd als de grenzeloze generatie.
Hebben moeite maat te houden, zijn sterk gericht op eigen belang en meer zelf bewust
Ze hebben fascinatie voor geweld, een hedonistische insteek (genieten, beleven, leuke
dingen doen), exhibitionistische neiging (kijk mij eens) en oog voor sociale netwerken.
Ze zijn minder kritisch op de maatschappij, minder gezicht aan gemeenschapszin, minder
prestatiegericht en minder idealistisch.
1.10. Geeft de huidige generatie reden tot zorg?
Soorten ‘kijks’ op de huidige generatie:
Pessimisten: Huidig generatie houdt zich veelal bezig met social media, handelen veelal uit eigen
belang handelen en worden dominanter.
Optimisten: Hebben positieve verwachtingen van de nieuwe generatie en denken dat die het beter
zal doen. Nieuwe technologisch vindingen zullen bijdragen aan de samenleving.
Verschillende gedachtes over de jongste generaties door:
De hoeveelheid aspecten waarop een generatie wordt beoordeeld.
Discussie over de typering van een generatie houden aan, omdat de meeste omschrijvingen
en typeringen gebaseerd zijn op analyses van uiteenlopende publicaties, aangevuld met
persoonlijke interpretaties en beschouwingen.
2