RWD
Groep 1 = 4-5 jaar
Groep 2 = 5-6 jaar
Groep 3 = 6-7 jaar
Groep 4 = 7-8 jaar
Groep 5 = 8-9 jaar
Groep 6 = 9-10 jaar
Groep 7 = 10-11 jaar
Groep 8 = 11-12 jaar
Ontluikend → beginnend → basaal (aanvankelijk rekenen,
Ontluikende gecijferdheid en beginnende gecijferdheid
Ontluikende gecijferdheid:
- Peuterfase = 3 jaar
- Besef dat getallen iets betekenen en de wereld wiskundig bekijken
- Volgende fase is beginnende gecijferdheid
Fase van tellen:
- Akoestisch tellen (door een liedje, tellen heeft nog geen betekenis) → groep 1
- Asynchroon (1 op 1 relatie klopt niet, nummeren is essentieel) → groep 1
- Synchroon tellen (1 op 1 relatie klopt) → groep 1-2
- Resultatief tellen (resultaat klopt) → groep 1-2
- Verkort tellen en terugtellen (cijfers overslaan) → groep 3
Niveaus van resultatief tellen:
- Context gebonden = betekenisvol tellen
- Object gebonden = tellen van dingen
- Formeel tellen = los van object of betekenis tellen, dus alleen rekenen
Enkele begrippen
Telstrategie = manier waarop een kind telt
Getalbeeld = een vast beeld dat een getal aangeeft, bijv. een dobbelsteen
Getalsymbool = Het symbool van een getal, bijv. 5
→ 10 is een getal, 5 is een cijfer
Getal aspecten = betekenis van een getal
- Hoeveelheidsgetal → hoeveelheid, bijv. 11 spelers in een voetbalteam
- Ordinaal getal → rangorde in de telrij, bijv. de derde, vierde of nummer 7
- Meetgetal → geeft een maat aan, dus bijv. twee liter limonade
- Naamgetal → aanduiding, rugnummer 11
- Rekengetal → 3 + 2 = 5
, Basale gecijferdheid → Aanvankelijk rekenen tot 20 (volgende niveau)
Aanvankelijk rekenen
- De telrij tot (zeker) 20
- Structurering om tot niveauverhoging te komen aan de hand van modellen
- Niveaus van rekenen
Niveaus van rekenen
- Tellend (object gebonden, evt. vingers, opnieuw tellen, doortellen)
- Structurerend (met een hulpmiddel: bijvoorbeeld rekenrek of getallenlijn)
- Formeel (paren schoenen tellen, gebruik makend van weetjes, geautomatiseerd)
Wat veranderd er?
Tellend rekenen: Op de vingers tellen, van hieruit de koppeling maken naar een meer perspectief
biedende aanpak.
Structurerend rekenen: Het vinger rekenen wordt omgevormd tot structurerend rekenen m.b.v.
structuurmateriaal.
Formeel rekenen: Zonder steun van structuurmodellen wordt er geopereerd met getallen.
Modellen
- Lijnmodel
- Groepjesmodel
- Combinatiemodel
Lijnmodel
Bijv. kralenketting, liniaal en getallenlijn
Het onderwijs is erop gericht dat kinderen in de loop van groep 3:
- Getallen tot 20 in één groep kunnen pakken met 5-structuur
- Getallen globaal op een getallijn tot 20 kunnen plaatsen
- Getallen vlot naar grootte kunnen ordenen en buren benoemen
Groepjesmodel
- Bijv. rekenrek, vingerbeelden en turven
- Getallen kunnen tot 20 overzichtelijk worden samengesteld of ontleed met enen, vijven en
tienen
- In groeperingen zijn de objecten telbaar
Combinatiemodel
- Hoeveelheden worden zowel naast als onder elkaar afgebeeld, waardoor hierin zowel het lijn- als
het groepjesmodel terug te zien zijn.
- Denk hierbij aan het rekenrek, maar ook een eierdoos