Psychologie H1
Sociale invloed
Het vakgebied van de sociale psychologie gaat over de invloed die mensen, al dan niet bedoeld,
op elkaar uitoefenen.
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde
aanwezigheid van andere mensen.
Mensen worden niet zozeer beïnvloed door wat anderen feitelijk vinden, maar door wat ze denken
dat anderen vinden, dat wil zeggen, door hun eigen interpretaties van het gedrag van anderen.
Onze meest intense emoties, zowel positief als negatief, ontstaan in relatie met anderen. Mensen
die lang een relatie hebben, gaan uiteindelijk zelfs meer op elkaar lijken doordat ze elkaars mimiek
overnemen. Je spieren willen automatisch nadoen wat ze zien. Niet alleen lichamelijk, maar ook
mentaal bewegen we mee met anderen.
We zijn met z’n allen het nageslacht van mensen die bij een groep bleven, zich aanpasten aan
elkaar en het belangrijk vonden om erbij te horen en een goed groepslid te zijn. Deze need to
belong zit nog altijd in de hedendaagse mens en beïnvloedt ons sociale gedrag. Zulke behoeften
die in de loop van de evolutie van de mens zijn ontstaan doordat ze overlevingswaarde hadden,
zijn meestal niet bewust maar wel diep verankerd in onze instincten.
Dat mensen sociale dieren zijn, zien we ook aan een verschijnsel genaamd social tuning het
onbewust op elkaar afstemmen van gedrag, gedachten en gevoelens. Mensen kunnen elkaar
ongemerkt “besmetten” met bijvoorbeeld;
- stemmingen en gevoelens
- Meningen en overtuigingen
- Snelheid
- Gedrag en gewoontes
- Bewegingen, lichaamshouding en mimiek
Het overnemen van elkaars bewegingen en mimiek wordt het kameleon-effect genoemd. Dit
effect is sterker als mensen elkaar graag mogen en als ze bij dezelfde groep horen.
Verondersteld wordt dat automatische imitatie een kenmerk is van alle sociale dieren. Al deze
dieren lijken te beschikken over zogenoemde spiegelneuronenI, die ervoor zorgen dat ze datgene
wat ze zien automatisch nadoen. Spiegelneuronen zijn hersencellen die de activiteiten en
ervaringen van anderen weerspiegelen in het eigen brein.
Bij alles wat we waarnemen vindt een automatische belichaming plaats in ons eigen brein; ons
lichaam stimuleert de ervaring van de ander.
Empathie = door de weerspiegeling in ons eigen brein weten we wat anderen ervaren, ook als we
het zelf niet rechtstreeks meemaken. De spiegel voor de ervaringen van anderen schept een heel
directe band tussen mensen en helpt om het gedrag van anderen razendsnel intuïtief te begrijpen.
Niet alleen beïnvloeden we elkaars stemmingen en gedragingen als we samen zijn, dit gebeurt al
wanneer we alleen maar aan iemand denken;
- Mensen die een mening moeten verdedigen voor een publiek, passen zich bij voorbaat al
enigszins aan hoe het publiek erover denkt.
- Mensen die aan een behulpzame verpleegster denken, schieten eerder iemand te hulp. En
denken aan domme blondjes maakt dat mensen zich afhankelijker gaan voelen.
- Mensen nemen elkaars stemming alvast over voordat ze elkaar gaan spreken, zelfs als ze zich
daardoor minder goed gaan voelen.
- Vrouwen en leden van minderheidsgroepen laten hun zelfbeeld ongemerkt beïnvloeden door
vooroordelen over hun groep.
,Bij het incident de schreeuw op de Dam is te zien hoe de paniek en het wegvluchten heel lokaal
ontstonden en hoe mensen die elkaar konden zien elkaar besmetten met hun paniek. Dit
verschijnsel kan van invloed zijn op conformisme; de neiging ons aan te passen aan anderen.
Daarnaast is er ook sprake van emotionele besmetting automatisch elkaars emoties overnemen.
Imitatie is een zekere vorm van vleien, want als je mensen imiteert, gaan ze je aardiger vinden.
Overigens hoef je dat niet bewust te doen, want als de klik tussen mensen goed is, gebeurt het
vanzelf. Als die klik er juist niet is, kun je het ook beter niet doen, want dan kan het er juist toe
leiden dat je minder aardig wordt gevonden. Ook kun je door woordkeuze mensen beïnvloeden,
zeker wanneer ze je woordkeus overnemen.
Als je eenmaal iets weet, lijkt het vaak alsof je het altijd al wist. Dit is een sociaal-psychologisch
verschijnsel dat we hindsight bias noemen (hindsight = achteraf, bias = vertekening).
5 voorbeelden van onderzoeksresultaten uit de sociale psychologie
1. Tegenpolen
Mensen die op elkaar lijken, trekken elkaar aan. Mensen vallen eerder op iemand die op hen lijkt
wat betreft intelligentie, politieke overtuigingen, leeftijd, aantrekkelijkheid, achtergrond en
opleiding, interesses en liefhebberijen en leefsituatie. Als ze eenmaal bij elkaar zijn, zijn mensen
met dezelfde persoonlijkheidskenmerken tevredener over hun relatie en blijven ze langer bij elkaar
dan tegenpolen.
2. Eerste indruk
Self-fulfilling prophecy= een voorspelling die zichzelf tot werkelijkheid maakt. De eerste indruk is
dan accuraat, maar alleen doordat je dat onbewust zelf in de hand hebt gewerkt. In het algemeen
blijkt dat fysiek aantrekkelijke mensen betere sociale vaardigheden hebben dan onaantrekkelijke
mensen. Dit kan een effect zijn van de self-fulfilling prophecy. Van aantrekkelijke mensen wordt
verwacht dat ze aardig zijn. Daardoor worden ze van jongs af aan aardiger en positiever bejegend
dat onaantrekkelijke mensen.
3. Brainstormen
Op het eerste gezicht zou een vrije uitwisseling van ideeën een meerwaarde moeten hebben.
Twee weten meer dan 1, en bovendien; je stimuleert elkaar, alle deelnemers horen af en toe iets
nieuws waarmee ze hun eigen vastgeroeste gedachtepatronen kunnen doorbreken. Toch blijkt dit
niet te werken. Als je mensen in een groep bij elkaar zet om te brainstormen, komen ze uiteindelijk
met minder ideeën, en minder nieuwe ideeën, dan wanneer je iedereen apart zet en ieder voor
zich laat denken en aan het eind alle ideeën bij elkaar veegt. Mensen doen in groepen soms
minder goed hun best dan wanneer ze er in hun eentje verantwoordlijk voor zijn. En het luisteren
naar de ideeën van anderen kan de eigen gedachtegang verstoren.
4. Slijmen
Onderzoeksresultaten suggereren dat slijmen en vleien in het algemeen behoorlijk effectief is.
5. Hard to get spelen
Naarmate vrouwen meer tevreden waren over hun relatie, gaven ze vaker aan dat ze de hard to
get regels nooit hadden gebruikt. Het is ook mogelijk dat mensen na verloop van tijd vergeten dat
ze dit soort strategieën hebben gebruikt; een andere mogelijkheid is dat het in het begin van een
relatie wel werkt en later juist niet meer. Als je er langer over nadenkt, zal het duidelijk zijn dat niet
alles aantrekkelijk is wat moeilijk te krijgen is. Waar het om gaat, is dat dingen of personen die je
toch al aantrekkelijk vond, extra aantrekkelijk worden als ze moeilijk te krijgen zijn. Hard to get
spelen zou dus weleens averechts kunnen werken.
Het sociaal psychologisch perspectief
Het gedrag van mensen is gewoonlijk het resultaat van zowel interne als externe krachten, dat wil
zeggen; factoren binnen de persoon en factoren buiten de persoon.
Sociaal psychologen leggen het accent op de externe, situationele invloeden op het gedrag van
mensen. Die invloeden kunnen bestaan uit van alles en nog wat; iets wat je net hebt meegemaakt,
gezien of gelezen.
, Het omstander-effect
Hoe meer omstanders, des te kleiner de kans op hulp. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen
voor dit zogenoemde bystander-effect. Eén daarvan is dat mensen, wanneer er anderen in de
buurt zijn, zich niet persoonlijk verantwoordelijk voelen om hulp te bieden. Veel denken ‘iemand
anders zal het wel doen’. We noemen dit diffusion of responsibility: de verantwoordelijkheid lijkt
verspreid over meerdere mensen, waardoor het onduidelijk is wie verantwoordelijk is. Een andere
reden waarom mensen niet helpen, is dat ze elkaar automatisch nadoen.
Je reactie in een noodsituatie wordt sterk beïnvloed door kenmerken van de omgeving. Dat kan
het aantal omstanders zijn, maar ook de relatie tussen die omstanders.
Gehoorzaamheid
Mensen kunnen niet alleen op een positieve manier iets voor anderen betekenen, zoals in het
geval van hulp, maar ook op een negatieve manier, zoals in het geval van agressie of ander
gedrag waarmee anderen worden geschaald. De centrale vraag van Milgram (schok onderzoek)
was hoe ver mensen gaan bij het gehoorzaam aan een autoriteit, zelfs als dit betekent dat
anderen letsel wordt aangedaan. Latere studies wijzen erop dat de bereidheid om een autoriteit te
gehoorzamen ervan afhangt of mensen
a) zich identificeren met de autoriteit en diens doeleinden, en
b) Overtuigd zijn dat de autoriteit gelijk heeft
Mensen zijn niet blind gehoorzaam aan een autoriteit; ze zullen niet ergens in meegaan als ze
denken dat het geen zinnig doel dient. Mensen willen een autoriteit vooral gehoorzamen als ze het
idee hebben dat hij precies weet wat hij doet en dat het een goede zaak dient. Een andere factor
die van belang leek, is de nabijheid van het slachtoffer en van de autoriteit. Er wordt wel eens
gesproken van de perverse commando-keten, die het makkelijker maakt om mensen te doden; de
autoriteit hoeft dit zelf niet te doen, en negende die de opdracht uitvoert, doet het onder
verantwoordelijkheid van de ander.
Interpretatie van de situatie
Mensen reageren op hun eigen interpretatie en waarneming van de situatie. Bij het omstander-
effect gaat het niet om hoeveel omstanders er nu feitelijk zijn, maar hoeveel iemand denkt dat er
zijn. Het zijn niet de objectieve kenmerken van de situatie zelf waar mensen op reageren, maar op
hun eigen interpretaties ervan.
De goede bedoelingen van anderen kunnen een roze kleur geven aan onze ervaringen.
Hoe je een gebeurtenis interpreteert, kan afhangen van je eigen persoonlijkheid en je
gevoeligheden, maar het kan ook sterk worden beïnvloed door de reacties van anderen. In die zin
hangen de invloed van de omgeving, de mens als kuddedier en de interpretatie van de situatie
nauw met elkaar samen.
Betekenisgeving
Niet alleen maken we zelf allerlei toevoegingen bij de dingen die we waarnemen; we filteren ook
dingen weg, of we veranderen dingen. Onze waarneming bevat talloos veel momenten van
selectie en interpretatie. Je geeft een bepaalde draai aan de informatie, waardoor een coherent
beeld ontstaat. Mensen geven betekenis aan wat ze zien, ze zoeken samenhang.
Cognitieve efficiëntie
Het selectief toevoegen, weglaten of veranderen van informatie leidt ertoe dat er geen perfecte
overeenstemming is tussen de werkelijkheid en het beeld van dat we in ons hoofd hebben. Wat
mensen in feite doen bij het waarnemen, is hun cognitieve capaciteit zo efficiënt mogelijk te
gebruiken. Mensen gaan zo efficiënt en pragmatisch mogelijk om met hun aandacht. Wanneer iets
of iemand niet zo heel belangrijk is, letten ze minder goed op, waardoor hun beeld eerder
onvolledig of onjuist zal zijn.
Motivationele vertekeningen; wishful thinking
Mensen zien vaak vooral wat ze verwachten te zien. Daarnaast zien ze ook eerder wat ze graag
willen zien. We spreken dan van wishful thinking of motivated thinking. Je denkt dat iets zo is,
omdat je het hoopt/wenst en omdat het strookt met je motieven en belangen. De waarnemingen