Samenvatting Staatsrecht
Hoofdstuk 1 De Nederlandse staat en zijn bewoners
1.1 De Nederlandse staat
1.1.1 Kenmerken van de staat
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
1. Grondgebied
Het grondgebied van een staat kent grenzen die soms na talloze oorlogen tot stand zijn gekomen
en in een verdrag met buurlanden zijn vastgelegd. De grenzen aan de kust zijn in internationale
verdragen vastgelegd, waarbij ook een brede strook zeewater tot het grondgebied van de staat
behoort. Ook het luchtruim boven het land en de territoriale zone horen bij het grondgebied van
de staat.
2. Gemeenschap
De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of
die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen.
3. Gezag
De staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn gehele grondgebied. Het hoogste gezag
van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Aan de ene kant wordt
met staat het land aangeduid, dat wil zeggen het grondgebied met de bevolking van de staat.
Tegelijkertijd wordt met staat ook het gezag in de staat bedoeld, oftewel de overheid.
De staat kan in beide betekenissen worden beschouwd als een zelfstandige en ondeelbare
eenheid. De staat is soeverein. De Nederlandse staat is een rechtspersoon naar burgerlijk recht.
Dit betekent dat de staat, net als een persoon, zelfstandig drager is van rechten en plichten en
als staatsmacht kan optreden in het juridische verkeer binnen Nederland en in contact met
andere staten. Deze erkennen de Nederlandse staat en moeten het zelfbeschikkingsrecht van
Nederland binnen zijn eigen staat en over zijn eigen staatsaangelegenheden respecteren.
Erkenning van een staat door anderen staten wordt wel als vierde kenmerkend element van een
staat beschouwd. De overheid zorgt voor bescherming van de burgers en dat het algemeen
belang wordt gediend. De overheid vervult haar taken door als wetgever op te treden, door de
staat te besturen en door middel van rechtspraak.
Het publiekrecht wordt in Nederland onderverdeeld in het staatsrecht, het bestuursrecht en het
strafrecht. Het staatsrecht betreft de manier waarop de inrichting van de staat en het optreden
van de overheid zijn georganiseerd. Het bestuursrecht heeft betrekking op de wijze waarop de
overheid de samenleving bestuurt. Het strafrecht regelt de vervolging en bestraffing van
(rechts)personen.
Hoofdlijnen staatsrecht:
- Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden
- Handhaving individuele vrijheid van de burger
- Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
- Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
,1.1.2 Het Koninkrijk der Nederlanden
Nederland maakt deel uit van het koninkrijk der Nederlanden. Het koninkrijk der Nederlanden was
tot 10-10-2010 een staatsrechtelijk samenwerkingsverband tussen de landen: Nederland, de
Nederlandse Antillen en Aruba.
Het statuur voor het koninkrijk der Nederlanden is een staatsregeling waarin afspraken zijn
vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het Koninkrijk en de samenwerking. Wetten die van
toepassing zijn in het gehele Koninkrijk heten rijkswetten. De Nederlandse heeft de grootste stem in
het koninkrijk. De afzonderlijke staten mogen hun eigen aangelegenheden zelf behartigen. Aruba,
Curaçao en Sint-Maarten hebben daarom, net als Nederland, een eigen bestuur(regering), wetgever
en rechterlijke macht.
1.2 Nederlanders en vreemdelingen
1.2.3 Nederlanderschap
Burgers die tot het koninkrijk der Nederlanden behoren, hebben de Nederlandse nationaliteit. Dit
heeft voor een aantal juridische consequenties.
1. Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven.
2. Het Nederlandse wetboek van strafrecht is ook van toepassing op Nederlanders die buiten
het territorium van het Koninkrijk bepaalde misdrijven hebben gepleegd. Deze wet heeft
exterritoriale werking.
3. De Nederlander die in het buitenland gevangen genomen wordt, geniet diplomatieke
bescherming, dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor zullen
inzetten dat hij door de buitenlandse staat goed wordt behandeld. Zij kunnen ook proberen
te bewerkstellingen dat Nederlanders hun straf in Nederland mogen uitzitten.
4. Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd, als niet zeker is dat zij na hun
veroordeling hun straf mogen uitzitten in Nederland.
5. Art. 4 GW geeft Nederlanders het recht om onder anderen de leden van de tweede kamer,
de volksvertegenwoordiging, te kiezen. Ook kunnen Nederlanders zelf gekozen worden als
Kamerlid.
6. Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders worden vervuld. Dit geldt
bijvoorbeeld voor de functie van burgemeester en die van de rechter, alsmede in principe
voor het vervullen van een vertrouwensfunctie als ambtenaar.
7. Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen zoals bijstand,
kinderbijslag en huurtoeslag.
Een vreemdeling heeft de eerste 6 rechten die hiervoor zijn genoemd niet en de laatste alleen als hij
rechtmatig in Nederland verblijft. De staat bepaalt zelf hoe iemand de nationaliteit van die staat
verkrijgt of verliest. Het Nederlanderschap wordt allereerst doorgegeven door de ouders.
Vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden in art 6 RWN kunnen het Nederlanderschap
verkrijgen door optie. De vreemdeling legt op gemeentehuis in zijn woonplaats een zogeheten
optieverklaring af die na onderzoek door de burgermeester kan worden bevestigd. Een vreemdeling
die niet voor optie in aanmerking komt kan een verzoek tot naturalisatie indienen bij de immigratie-
en naturalisatiedienst (IND) die na onderzoek kan instemmen met het verzoek. De vreemdeling moet
in een naturalisatietoets laten zien dat hij is ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Is de optie
bevestigd of is ingestemd met naturalisatie dan moet de vreemdeling deelnemen aan een
naturalisatieceremonie waar hij een verklaring van verbondenheid uitspreekt. Hiermee geeft hij aan
dat hij de vrijheden en rechten van de Nederlandse staat eerbiedigt.
, Omdat de eigen nationaliteit van de vreemdeling wordt gezien als een belemmering voor de
inpassing in de Nederlandse samenleving, geldt voor degene die zich tot Nederlander wil laten
naturaliseren aan afstandsplicht. Hij moet zijn uiterste best doen om zijn eigen nationaliteit kwijt te
raken anders wordt het verzoek tot naturalisatie in beginsel geweigerd.
Het is mogelijk om het Nederlanderschap te ontnemen aan Nederlanders die onherroepelijk zijn
veroordeeld wegens een misdrijf waarbij de essentiële belangen van het koninkrijk of een van de
daartoe behorende landen zijn geschaad. Degene die zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeeft
van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het koninkrijk dan wel tegen een
bondgenootschap waarvan het koninkrijk lid is, verliest in beginsel het Nederlanderschap.
1.2.2 Vreemdelingen
De ambassade is feitelijk een stukje Nederlands grondgebied in het buitenland, waar de Nederlandse
staatsmacht geldt.
Met een visum verleent Nederlands toestemming aan een vreemdeling om gedurende korte tijd in
Nederland te verblijven (max. 3 maanden). Voor een langer verblijf moet de vreemdeling op een
Nederlandse ambassade een zogeheten machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen. In Nederland
kan daarna een zogenoemde verblijfsvergunning regulier worden aangevraagd. Voor asielzoekers
gelden niet dezelfde toegangsregels als voor de reguliere vreemdelingen. Asielzoekers moeten een
verblijfsvergunning asiel aanvragen in een Nederlands aanmeldcentrum.
1.3 Bronnen van Staatsrecht
De rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen, worden constitutie of
staatsregeling genoemd. De Nederlandse constitutie is te vinden in de Grondwet, het Statuut voor
het Koninkrijk, in verdragen en in gewoonterecht. Daarnaast bevatten organieke wetten regels van
het staatsrecht, behoren de eigen regelementen van de staatsorganen tot de Nederlandse
constitutie en geeft de jurisprudentie een nadere interpretatie.
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Het Statuut regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en samenwerking
tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk. De Hoge Raad zorgt ervoor dat wetten in
het Konikrijk eenduidig worden geïnterpreteerd en toegepast worden waardoor de rechtszekerheid
voor burgers wordt gegarandeerd.
De Grondwet
De Grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de staatsorganen
en de verdeling van de staatsmacht. De Grondwet vult het Statuut aan voor wat betreft zaken die het
gehele Koninkrijk betreffen. Verder bevat de Grondwet de hiervoor genoemde grondrechten, die
burgers beschermen tegen al te grote inbreuken door de staat.
(Organieke) wetten, reglementen
Als de Grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, een wet
dus van de regering en de Staten-Generaal, dan spreken we van een organieke wet. Regelementen
regelen onder andere de gang van zaken bij vergaderingen en andere werkzaamheden.