Minor oncologie week 1
Introductie (Kanker algemeen)
Van Spil: Hoofdstuk 1: Kanker, diagnostiek en stadiëring
In Nederland krijgen jaarlijks 109.663 mensen de diagnose kanker. De meest voorkomende zijn
huidkanker, borstkanker, dikke darmkanker en longkanker. Uiteindelijk zullen hieraan 44.885 mensen
aan overlijden in een jaar. 1 op 3 mensen in Nederland krijgt kanker. Wereldwijd sterven er jaarlijks
7,9 miljoen mensen aan kanker (13% van het totaal aantal sterfgevallen). Verwacht wordt dat het
aantal sterfgevallen wereldwijd zal stijgen tot 11,4 miljoen in 2030
Kanker: Is een ongecontroleerde deling van lichaamscellen. De cellen kunnen niet meer stoppen met
delen en infiltreren in omliggende weefsels en metasteren door het lichaam.
Kankercelgroei
Bij kanker gaat het om een verstoring in de evenwichtssituatie tussen celgroei en celdood. Voordat
een kwaadaardige tumor een zodanige groei heeft bereikt dat hij voelbaar of anderszins
detecteerbaar is treden doorgaans ongeveer veertig tumorcelpopulatieverdubbelingen op. Een
tumor heeft een exponentiele groei. Dat betekend dat hij evenveel tijd nodig heeft om van 0,5 cm
naar 1 cm te groeien en van 1 cm naar 2cm.
Genen: Een gen is het deel van het DNA dat voor een specifieke eiwit codeert. Alle erfelijke
informatie moet bij de celdeling aan beide dochtercellen worden doorgegeven. De tweede DNA-
strengen ontwinden zich zodat de basenparen uit elkaar gaan. Op deze wijze ontstaan twee enkele
strengen die met losse DNA-bouwstenen weer worden aangevuld tot dubbele strengen.
Veranderingen (mutaties) in genen die betrokken zijn bij de regulatie van de celgroei zorgen ervoor
dat een normale cel in een tumorcel verandert. Genen liggen op 23 paar chromosomen.
Carcinogenese: Het proces van het ontstaan van kwaadaardige tumoren. Verschillende genetische
veranderingen zijn noodzakelijk om een normale cel te veranderen in een tumorcel. Elk tumorsoort
heeft een andere set gemuteerde genen en binnen een tumorsoort zijn er zelfs hierin verschillen.
Oncogenen: Een oncogeen is een gemuteerde variant van een zogenoemde proto-oncogeen
(normale gen). Proto-oncogenen stimuleren de celgroei.
Tumorsupressorgenen: Deze coderen voor eiwitten die een remmende invloed hebben op de
celgroei. Door een mutatie kan het tumorsuppressorgen geïnactiveerd worden of zelfs geheel
vernietigd worden. Inactiviteit van een tumorsuppressorgen resulteert in het verdwijnen van een
eiwit dat de celgroei remt. Oncogenen stimuleren dus en tumorsuppressorgen remmen. Het
stimuleren van de groei of het verwijderen van de remmen leidt tot ongecontroleerde groeit.
Neoplasie: Het gevolg van de genetische veranderingen kan een onafhankelijke groeiende tumor
ontstaan, ook wel nieuwvorming of neoplasie genoemd. Een neoplasie kan goed (benigne) of
kwaadaardig zijn. Kanker is een maligne neoplasie. Oncologie is de leer van de neoplasmata.
Tumor: Het woord tumor betekent gezwel. Ook veel gebruikt als synoniem voor neoplasie.
, Goedaardige tumoren
o Een goedaardige tumor is geen kanker. Het is een tumor die niet snel groeit, goed is
ingekapseld en anatomische begrenzing respecteert. De cellen zijn goed gedifferentieerd
(de structuur van het weefsel van herkomst is daarin duidelijk te herkennen).
De cel differentiatie is dus normaal, maar de cellen hebben een te groot vermogen tot delen.
o Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan een
reden zijn om het gezwel te verwijderen
o Heel soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dan is een behandeling nodig.
Niet solide tumoren zijn altijd kwaadaardig.
Kwaadaardige tumoren
o De regulatie van de celvermeerdering (proliferatie) en de cel differentiatie zijn gestoord.
o De tumor groeit en infiltreert in omliggende weefsels (geen anatomische begrenzing).
o De cellen zijn veranderd van structuur ten opzichte van het weefsel van herkomst en er is
veelvormigheid (polymorfie) van de celkernen.
o Infiltratieve groei kan ertoe lieden dat tumorcellen losraken en met de lymfe- of bloedstroom
worden meegevoerd (metastase). Metastasering is het losraken van tumorcellen die zich
verspreiden door het lichaam en elders innestelen en ter plaatse een nieuwe tumor vormen
van hetzelfde weefseltype als van de oorspronkelijke tumor (uitzaaiing).
o Vaak last van anemie, zwakte, slechte eetlust en gewichtsverlies -> slechte conditie
Etiologie
Oorzaak 1: De regelgenen zijn ontregeld. Regelgenen zijn diegenen van de cel die betrokken zijn bij
de groei en deling van de cel. Een cel heeft ong. 100 regelgenen. Wanneer deze regelgenen door een
mutatie ontregeld worden kunnen ze van een gewone cel een kankercel maken. Er zijn twee groepen
regelgenen in de cel: Prot-oncogenen en tumorsupressorgenen.
Autostimulatie: De cel waarbij de regelgenen ontregeld zijn gaat zelf heel veel groeifactoren
produceren. Ook zij er veel receptoren op de celmembraan waardoor de cel nog gevoeliger wordt
voor zijn eigen groeifactor. De asociale cel zet zichzelf aan tot delen
Groeifactoren: Een groeifactor is een signaalstof. Deze stof kan afgegeven zijn foor buurcellen of door
hormoonklieren die groei en deling van cellen stimuleren. Deze groeifactoren zetten de cel aan tot
deling. Voordat een cel zich kan delen moeten er vele eiwitten in de cel worden aangemaakt de S-
fase en in de G2-fase. Onder invloed van de groeifactoren komt de transcriptie en de translatie op
gang.
Oorzaak 2: Een normale cel wordt beïnvloed door veel factoren uit de omgeving. Dit heeft invloed op
de celgroei en functie. Door verandering in DNA (5 a 6 fouten in het DNA) wordt een normale cel een
kankercel. De cel heeft de mogelijkheid om eigen groei te controleren verloren.
Er zijn twee verschillende factoren die te maken hebben met het ontstaan van kanker:
o Exogene factoren: Roken, voeding, bewegen, alcohol, zonnen, overgewicht, ioniserende
straling, beroepsrisico, geneesmiddelen, infecties en milieu.
o Endogene factoren: Hormonale invloeden, genetische factoren en gevolg van andere ziekten.
Normale celdeling: In de celkern wordt DNA over geschreven in mRNA, en in het cytoplasma worden
de mRNA- moleculen overgeschreven in eiwitten
o S-fase: Verdubbeling in de celkern van de DNA-ketens. Er ontstaan 2 identieke sets
chromosomen. DNA-gehalte is hoog, hieruit kan je delingsactiviteit van de tumor afleiden.
o M-fase: De delingsfase (mitose) waarin daadwerkelijk 2 nieuwe cellen ontstaan.
o G1-fase: De groeifase van de nieuwecellen dit verschilt meer weefsel.
o G2-fase: Groei gaat verder tot de kern een dubbele hoeveelheid DNA bevat.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tessaxx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.