100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Contractenrecht - Boek, colleges en jurisprudentie €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Contractenrecht - Boek, colleges en jurisprudentie

 69 keer bekeken  10 keer verkocht

Complete samenvatting van het vak contractenrecht dat wordt gegeven in de minor Overeenkomst en Arbeid. De samenvatting bevat alle voorgeschreven stof uit de boeken (Bijzondere overeenkomsten en Rechtshandeling en Overeenkomst). Daarnaast alle stof en aantekeningen uit de colleges en een korte same...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 60  pagina's

  • Onbekend
  • 25 maart 2020
  • 60
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
kennyian
Samenvatting Contractenrecht week 1

Hoofdstuk 1
De rechtshandeling (titel 3.2 BW)
Art. 3:33 BW geeft aan wat voor een rechtshandeling nodig is: een rechtshandeling vereist een op
rechtsgevolg gerichte wil, die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Uit dit artikel blijkt dat een
wilsverklaring vereist is: een verklaring die is gericht op een of meer rechtsgevolgen.
- Onder rechtsgevolg kan worden verstaan: het ontstaan, wijzigen of tenietgaan van een
bepaalde juridische relatie.

Rechtshandeling versus andere handelingen
Omdat een rechtshandeling gericht moet zijn op het intreden van een rechtsgevolg, onderscheidt de
rechtshandeling zich van gewone handelingen. Zoals een krant lezen of wandelen door het bos, dit is
immers niet gericht.
- Rechtshandelingen zijn uitsluitend de handelingen, die naar hun aard, gericht zijn op een of
meer bepaalde rechtsgevolgen. Bv. het sluiten van een koop- of arbeidsovk en het opzeggen
van een huurcontract.
- Een onrechtmatige daad is geen rechtshandeling, want hierbij is geen rechtsgevolg beoogd.

Meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen
Een meerzijdige rechtshandeling is een rechtshandeling die door meer dan één persoon wordt
verricht. Hét voorbeeld hiervan is de overeenkomst, doordat de ene partij een aanbod doet en de
andere partij aanvaard dit (art. 6:217 BW).
- Meerzijdige rechtshandelingen kunnen ook andere handelingen zijn dan de ovk.

Een eenzijdige rechtshandeling komt tot stand door één persoon, de instemming van een ander is
hier niet voor nodig. Zoals vernietiging van een koopovk of het opzeggen van een arbeidsovk.
- Ze moeten wel zijn gericht tot de ander, alleen de ander hoeft hier niet mee in te stemmen,
de ander fungeert uitsluitend als ontvanger.
o Dit worden eenzijdige gerichte rechtshandelingen genoemd.
- Er zijn ook eenzijdige ongerichte rechtshandelingen, hiervoor is geen instemming of
ontvangst van een ander nodig. Dit zijn bv. het maken van een testament en verwerping of
aanvaarding van een erfenis.

De wettelijke regeling is vooral in titel 3.2 (artt. 3:32-59 BW) opgenomen, dit gaat vooral om het
vermogensrecht. De rechtshandelingen van art. 3.2 zijn echter ook op andere terreinen van
toepassing zoals het personen- en familierecht, burgerlijk procesrecht etc.
- Art. 3:59 BW geeft hiervoor de schakelbepaling.
Iedere overeenkomst is een
rechtshandeling, maar omgekeerd
is niet iedere rechtshandeling een
overeenkomst!



De (obligatoire) overeenkomst
Art. 6:213 lid 1 BW geeft de definitie van een overeenkomst: een ovk idzv titel 6.5 is een meerzijdige
rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
- Een overeenkomt wordt gekenmerkt door haar verbintenisscheppende karakter (ook wel
obligatoir genoemd). Bij een koopovk moet de verkoper leveren, en de koper betalen.
o Een obligatoire ovk wordt ook wel contract genoemd, ook als dit niet schriftelijk is
vastgelegd.

, - Meerpartijenovereenkomst: zijn ovk tussen meer dan 2 partijen; zoals de driehoeksruil en
het aanvaarde derdenbeding.
o Art. 6:213 lid 1 en 2 BW: de regels van het overeenkomstenrecht gelden in principe
ook voor de meerpartijenovereenkomsten (lid 1), hier zijn echter uitzonderingen op
(lid 2).

Bijzondere overeenkomsten kennen een eigen regeling in Boek 7 (of 7a). T.a.v. de gelaagde
structuur van het BW zijn ten eerste de rechtshandelingen van titel 3.2 van toepassing, ten
tweede de overeenkomsten van titel 6.5, en ten derde de bijzondere ovk van Boek 7.
- Uiteraard is het algemene gedeelte van het verbintenissenrecht ook van toepassing.
- Gemengde overeenkomsten: hiervan is sprake wanneer overeenkomsten voldoen aan meer dan
één van de in de wet uitgewerkte bijzondere contracten.
o Hierbij zijn de bepalingen naast elkaar van toepassing, tenzij deze niet goed verenigbaar
zijn (art. 6:215 BW).

Onderscheidingen van (obligatoire) overeenkomsten
A. Tweepartijen- tegenover meerpartijenovereenkomsten.
B. Bijzondere (en gemengde) overeenkomsten tegenover niet-bijzondere overeenkomsten.
C. Wederkerige overeenkomsten tegenover eenzijdige overeenkomsten.
(een ovk is wederkerig indien elk van beide partijen en verbintenis op zich neemt ter verkrijging
van de prestatie → Art. 6:261 lid 1 BW. Ovk die niet aan deze omschrijving voldoen, heten
eenzijdig)
D. Overeenkomsten onder bezwarende titel tegenover overeenkomsten om niet.
E. Consensuele overeenkomsten tegenover formele en (reële) overeenkomsten.
(Voor het tot stand komen van een ovk gelden in beginsel geen vormvereisten (art. 3:37 lid 1 BW),
dit wordt consensueel genoemd. Geldt er wel een vormvereiste, wordt dit een formele
overeenkomst genoemd)
F. Kortstondige overeenkomsten tegenover duurovereenkomsten.
(kortstondig = koop, duur = arbeidsovk, huur etc.)

Het recht betreffende obligatoire overeenkomsten wordt beheerst door een drietal met elkaar
samenhangende grondbeginselen; de contractsvrijheid, de vormvrijheid (consensualisme) en de
verbindende kracht van de overeenkomst.
- Contractsvrijheid: het staat de partijen vrij om te bepalen met wie, over welke inhoud en op
welk moment zij een overeenkomst sluiten.
o Tenzij dit in strijdt is met een dwingende wetsbepaling, de goede zeden of met de
openbare orde (art. 3:40 BW), is dit het geval dan is de ovk nietig.
- Vormvrijheid: tenzij anders bepaald kunnen verklaringen in iedere vorm geschieden (art.
3:37 lid 1 BW), uitzonderingen hierop met name bij bijzondere overeenkomsten;
o Zoals de verplichting om de koop van een woning op geschrift te doen (art. 7:2 BW).
- Verbindende kracht: een ovk heeft de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen (art.
6:248 lid 1 BW) → Belofte maakt schuld.
o Uitzondering: indien in strijdt met redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW).

De regeling van het rechtshandelingen- en overeenkomstenrecht is voor alle contractspartijen van
toepassing. Een uitzondering hierop zijn de algemene voorwaarden (avw), deze biedt aan de
consument extra bescherming in de vorm van de zwarte en grijze lijst. Grote contracten worden in
de regel juist vaak uitgesloten.
- Een zwakkere partij wordt doorgaans vaak beschermd tegen een (professionele) sterkere
partij. Wanneer een ovk onduidelijkheden bevat, ligt het voor de hand dit beding in het
voordeel van diens (leek)wederpartij uit te leggen.

, - Haviltex: ten aanzien van contractsuitleg in het algemeen, is het van belang tot welke
maatschappelijke kring partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen mag
worden verwacht.

Wanneer een leek iets koopt bij een deskundige, heeft de verkoper een ruime spreekplicht (art.
6:228 lid 1 sub b BW) en mag de koper op de mededelingen van de verkoper vertrouwen (art. 6:228
lid 1 sub a BW).
- Wanneer een deskundige iets bij een leek koopt, kan hij echter niet snel een beroep op
dwaling doen, voor de deskundige geldt een ruimere onderzoeksplicht (art. 6:228 lid 2 BW).
- Bij een beroep op de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW) geldt ook dat de
particulier op meer clementie kan rekenen dan een professionele partij.

Hoofdstuk 2 (§2.1 en §2.2)
Totstandkoming
De totstandkoming van ovk wordt geregeld in Boek 3 (artt. 3:33-38 BW), Boek 6 bevat aanvullende
bepalingen over (verbintenisscheppende) ovk (artt. 6:217-225 BW).
- Voor de totstandkoming van een ovk is een wilsverklaring vereist (art. 3:33 BW). Voor
degene die bij de rechtshandeling betrokken zijn moeten gerechtvaardigd kunnen
vertrouwen op die verklaring (art. 3:35 en 3:36 BW).

Vorm van de verklaring: kan in iedere vorm, bij uitzondering in bijzondere vorm (art. 3:37 BW),
overtreding van het vormvoorschrift leidt tot nietigheid (art. 3:39 BW).
- Art. 3:37 lid 1 BW: verklaringen kunnen ook in een of meerdere gedragingen besloten liggen,
dit kan dus ook met een handgebaar of hoofdknik (ook wel stilzwijgende wilsverklaringen).
Zelfs niets doen kan onder omstandigheden een verklaring inhouden.
- Wanneer een communicatiemiddel of bode een verklaring onjuist overbrengt, geldt de
verminkte verklaring niettemin als een verklaring van de afzender (art. 3:37 lid 4 BW).
o De afzender had ook een andere wijze van overbrengen kunnen kiezen, hij draagt
dan ook het risico van de onjuiste overbrenging.
o Tenzij de wijze van overbrenging door de ontvanger was bepaald (slot lid 4).
▪ Het is uiteraard wel de vraag of je gerechtvaardigd mag vertrouwen op een
verklaring die onjuist is overgebracht.

Ontvangsttheorie: wil een verklaring werking hebben moet hij de andere partij hebben bereikt (art.
3:37 lid 3 BW). Onder bereiken wordt verstaan het ontvangen van de verklaring, de afzender moet
bewijzen dat hij de verklaring naar het juiste adres heeft gestuurd (woonadres, vestigingsadres
(zakelijk) of een adres dat tussen partijen recent is gebruikt).
- Ook het moment van ontvangst is van belang voor het tijdstip waarop de verklaring haar
werking krijgt en waarop de rechtshandeling tot stand komt.
- Risicocorrectie: het laatste deel van lid 3 geeft echter nog wel aan dat een verklaring wel
haar werking heeft indien het niet of niet tijdig bereiken van de verklaring het gevolg is van
een handeling van de ontvanger, personen waarvoor de ontvanger aansprakelijk is of andere
omstandigheden.
o Wanneer onder dergelijke omstandigheden een rechtshandeling tot stand komt zegt
art. 3:37 BW niet, er wordt aangenomen dat dit op het moment is waarop de
aanvaarding zonder storende omstandigheid zou zijn ontvangen (art. 6:224 BW).
- Intrekken verklaring: een verklaring die nog niet is ontvangen kan worden ingetrokken, dit
kan met een sneller communicatiemiddel, die ingetrokken verklaring moet de persoon dan
eerder of gelijktijdig met de verklaring bereiken (art. 3:37 lid 5 BW).

, Wilsvertrouwensleer: de verklaring moet de uitdrukking zijn van een op een rechtsgevolg gerichte
wil. Wanneer de wil en verklaring niet uiteenlopen komt er een rechtshandeling tot stand (art. 3:33
BW).
- Wanneer de verklaring echter verkeerd wordt overgebracht, is het de vraag of de andere
partij hier gerechtvaardigd op mag vertrouwen. Als dit het geval is komt de rechtshandeling
tot stand ondanks het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil.
o Uiterlijke schijn gaat dan ook boven de interne wil van de handelende persoon, bij
een gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW).
- Wil en verklaring kunnen in allerlei opzichten uiteenlopen, wanneer beide partijen een
andere betekenis toekennen aan een verklaring is er sprake van oneigenlijke dwaling.

Oneigenlijke dwaling kan op verschillende manieren voorkomen;
- De inhoud van de verklaring berust op een verspreking of een verschrijving.
- De inhoud van de verklaring wordt onjuist overgebracht door communicatiemiddel of bode.
o Hierbij kan er een beroep op gerechtvaardigd vertrouwen worden gedaan, indien de
manier van overbrengen door de andere partij is voorgeschreven (Art. 3:37 lid 4 slot
BW).
- De inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat als gevolg van
dubbelzinnig woordgebruik (misverstand).
o Zoals Bunde/Erckens → Belastingschade.
- De verklaring richt zich tot een door de afzender niet bedoeld persoon (afdwaling).

Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW): heeft iemand wiens geestesvermogens blijvend of tijdelijk zijn
gestoord, iets verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te
ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen
belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan.
- Bij alle vormen van geestelijke stoornissen wordt aangenomen dat de wil ontbreekt, zelfs bij
dronkenschap of hevige opwinding (mits ernstig genoeg).
- Geestelijke stoornis is een grond voor ondercuratelestelling (art. 1:378 lid 1 BW), wat weer
leidt tot handelingsonbekwaamheid (art. 1:381 lid 2 BW). Handelingsonbekwaamheid is een
grond voor vernietigbaarheid of nietigheid van rechtshandelingen (art. 3:32 BW).
o Bij een handelingsonbekwame kan er geen beroep op gerechtvaardigd vertrouwen
worden gedaan.
- Degene die lijdt aan een geestelijke stoornis moet dit bewijzen.
- Indien de gestoorde aantoont dat de rechtshandeling voor hem nadelig was, wordt de
verklaring vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan.
o Was het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling echter niet te voorzien, dan
geldt het vermoeden niet.
- Alleen eenzijdig ongerichte rechtshandelingen zijn nietig bij een geestesstoornis (art. 3:34 lid
2 BW), in alle overige gevallen is het vernietigbaar.
o De gestoorde kan zich alleen beroepen op het uiteenlopen van wil en verklaring, dit
kan de andere partij niet.

Gerechtvaardigd vertrouwen: ondanks het uiteenlopen van de wil en verklaring komt de
rechtshandeling toch tot stand indien de wederpartij een terecht beroep doet op het
gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW).
- Vertrouwensbescherming is op zijn plaats wanneer het vertrouwen op enigerlei wijze valt
terug te voeren op het gedrag van degene aan wie het wordt tegengeworpen.
- Bij een gerechtvaardigd vertrouwen is er sprake van te goeder trouw handelen (art. 3:11
BW).
o Te goeder trouw handelen brengt echter wel een onderzoeksplicht mee, bij een
lichte twijfel zal de wederpartij een onderzoek moeten instellen (art. 3:11 BW).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kennyian. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53920 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  10x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd