04/02/2020 HC 01: Inleiding
Common sense beeld van wetenschap
De affaire Stapel (Diederik Stapel) > hij kon niet de formulieren met vragen laten zien die de
kinderen zouden hebben ingevuld. Dit was eenmalig, maar wat de commissie merkte dat de
wetenschap slordig werd uitgevoerd > sloppy science:
- Publicatiebias > wetenschappers publiceren alleen als ze iets positiefs te melden
hebben. We krijgen een niet gebalanceerde situatie, alles moet dus gepubliceerd
worden.
- Gebrek aan herhaling van onderzoek, één experiment is geen experiment want
toeval speelt een rol. Wil het betrouwbaar zijn, moet het herhaald worden.
Wetenschappers worden afgerekend op het aantal publicaties en tijdschriften zijn
minder geïnteresseerd in herhaald onderzoek ipv. origineel onderzoek. Systeem van
de wetenschap is ingericht, dat repliceren wordt ontmoedigd.
- Statistische incompetentie en desinteresse > statistiek op de onjuiste manier
toepassen, ze waren niet in staat om het werk te moeten doen wat ze zouden
moeten doen. Ook waren ze niet geïnteresseerd om deze kennis te verbeteren.
- Nauwelijks besef van wetenschapsethiek > niet alleen bezig met vestigen van eigen
reputatie.
Hoe hoort het dan wel? Het common sense beeld = beeld van wetenschap zonder je niet al
te erg te hebben verdiept in de wetenschap. Kenmerken:
- Wetenschappelijke kennis is objectief
- Aannemen dat de wetenschap is begonnen in de 16de eeuw de methode heeft
gevestigd dat de (unieke) wetenschappelijke methode de manier is om kennis over
de wereld te verkrijgen
- Wetenschap is waardevrij (autonoom, onafhankelijk, maatschappelijk waardevrij,
neutraal en niet normatief) en gaat over de feiten
- In de wetenschap spelen externe invloeden geen rol en alles draait om (empirisch)
bewijs
- Wetenschappers zijn op zoek naar de waarheid
Als wetenschappers hier niet aanhouden, dan zal sloppy science een rol gaan spelen en dat
moeten we niet hebben.
We gaan beter kijken naar wetenschappelijke kennis of deze objectief is. Persoonlijke
opvatting = subjectief, wetenschappers moeten hun gekleurde bril thuis laten en objectief te
werk gaan (geen invloed van religieuze/politieke overtuigingen).
Jouw kennis moet op een duidelijke manier worden weergegeven voor een heldere
begripsvorming:
- Afwezigheid van vaagheid en meerduidigheid (in wetenschap willen we zeggen de
thee is zoveel graden celcius) en dan kunnen we controleren wat er gebeurt en een
heldere en eenduidig verwoorden.
- Begrippen moeten helder gedefinieerd zijn (operationeel zijn) > concept wat je
gebruikt in de wetenschap moet meetbaar zijn en vrij is van persoonlijke opvattingen
+ culturele waarde.
- Voorbeeld uit de gedragswetenschappen “intelligentie” > We moeten de term
definiëren en zo dat er aan te rekenen/meten valt (operationaliseren). Eén van de
eerste onderzoekers definieerde de intelligentie aan de hand van de grootte van de
, schedel (Samuel George Morton). Volgens deze heer waren mannen intelligenter
dan vrouwen. Wat zou hier mis kunnen gaan? De manier waarop intelligentie
gedefinieerd wordt de cultuur bevestigd, want in die tijd werden de vrouwen als
minder gezien dan de man, dus wetenschap was hier niet objectief, dus was een
andere definitie nodig. Tegenwoordig is intelligentie gelijk aan de uitkomst van een
bepaald soort test (IQ-testen) en je kunt je afvragen of dit een objectieve test is.
Deze test is ook niet objectief, aangezien onze vaardigheden tijdens kindertijd ons
een voorsprong geven op deze test in vergelijking met bijv. aboriginals. Een
objectieve test bestaat niet. Cultuur lijkt er altijd wel in te sluipen, dus kan
wetenschappelijke kennis überhaupt wel objectief zijn en moeten we hier naar
streven?
Dat common sense beeld klopt dat wel (klopt misschien niet)? Jeroen Geurts heeft een
column geschreven over dat objectiviteit ook als er geen sprake is van sloppy science
problematisch zijn. Beantwoord de vragen:
1. Jeroen Geurts zegt in zijn stuk dat de wetenschap feilbaar is, maar dat het zeker niet
zinloos is, aangezien wetenschappers veel scherper nadenken of het een
gerechtvaardigde conclusie is + ze controleren elkaar en gaan met elkaar in gesprek.
Het is de beste manier om kennis over de wereld te vergaren en we genezen meer
mensen dan ooit.
2. We beschrijven en verklaren, maar de werkelijkheid is meestal te complex om
precies de oorzaak voor een ziekte aan te wijzen. Vaak is dit niet eens nodig voor
een succesvolle behandeling. Betrouwbare resultaten ontstaan wanneer
wetenschappers kritisch elkaars werk beoordelen en hierover met elkaar in gesprek
gaan.
We kijken naar het volgende kenmerk: wetenschappers zijn op zoek naar de werkelijkheid.
Hoe behoren wetenschappers te werk te gaan?
- Kloonaffaire > hier ging het niet zoals het hoorde. Een Zuid-Koreaanse hoogleraar
publiceerde 2 artikelen in Science. Alleen na verloop van tijd moesten de artikelen
terug getrokken worden, vanwege fraude. Het was door een groep wetenschappers
geschreven en daarom was het opmerkelijk. Je zou denken dat Co-auteurs hebben
meegekeken en fraude en manipulatie niet zo optreden.
- Co-auteurs zullen een corrigerende werking hebben
- Co-auteurs wekken de schijn van interne controle
Waarom trok niemand van de co-auteurs aan de bel:
- Sociaal maatschappelijke of culturele invalshoek > Amerikaanse onderzoekers
waren teleurgesteld, aangezien politieke opvattingen negatief waren over
stamcelonderzoek. Daarom keken ze minder kritisch om het in een positiever licht te
zetten.
Autoritair georganiseerde Oosterse cultuur > andere durfde de hoofdonderzoeker
niet op de vingers te tikken.
- Ethische invalshoek > moet jouw onderzoek niet zo onafhankelijk mogelijk ingericht
zijn en daar kun je verschillend over denken.
- Wetenschapsfilosofische invalshoek > hoe kan het dat een bepaalde theorie in een
leerboek terechtkomt. Je vindt positief bewijs (verificatie) of je vindt geen tegenbewijs
(falsificatie). Het kan ook met andere zaken te maken hebben, reputatie van
wetenschappers > hoe hoger, hoe minder kritisch kijken naar de opgestelde theorie.
Ook peer review en andere controlemechanismen die wel/niet betrouwbaar zijn.
, - Rol van persoonlijke opvattingen/aangehangen waarden en levensbeschouwelijke
visie.
In deze cursus zullen we het common sense idee te toetsen vanuit 3 perspectieven:
1. Wetenschapsfilosofie > hoe komt het dat hypothesen en theorieën in een leerboek
komen.
2. Filosofie van geneeskunde > wanneer spreken we van ziekte en een gezond mens.
3. Ethiek > Hoe behoren wetenschappers te werk te gaan (onderzoeksethiek) en mag
alles wat kan.
In plaats van je te verdiepen in nog meer concrete kennis van vakgebieden ga je in deze
cursus denken over het verschijnsel wetenschap:
- Wat betekent precies een wetenschappelijk onderbouwde stelling
- Wat is het verschil tussen echte en pseudo wetenschap en wie bepaalt dit verschil
- Waarom heeft wetenschap in onze maatschappij zo’n hoge status
We doen onderzoek naar levenwetenschappelijk onderzoek en deze vraag kan je niet
uitbesteden aan een wetenschapper > probleem van circulariteit (wetenschapper hanteert
een bepaalde methode en jij vraagt je af waarom deze methode) en daarom kijken we via de
filosofische reflectie (Socrates > model voor de filosoof en hij stelde heel veel vragen en
deze kun je samenvatten in wat bedoel je precies (wat is wetenschappelijk onderbouwd?) en
klopt het wel).
Er wordt verschillend gedacht over het antwoord op de vraag: waarom komt een bepaalde
theorie in de leerboeken terecht?
- Standaardbeeld van wetenschap > common-sense beeld met belangrijkste opvatting:
wetenschappelijke kennis is objectief, wetenschap is de enige vorm waarlangs we
kennis kunnen krijgen en andere vormen zijn onbetrouwbaar, zoek naar een positief
bewijs voor de hypothese (verificatie/conformatie)
- Karl Popper > belangrijkste opvattingen: objectieve kennis verwerven kan dat
wel/heb je niet altijd concepten en ideeën in je hoofd (je kunt alleen maar zeggen dat
het bordje groen is via een kleurenkaart in je hoofd, je hebt al een theorie in je
hoofd), Verificatie/conformatie is fijn maar wat zegt het over een theorie je kunt beter
op zoek gaan naar die ene zwarte zwaan (van bevestiging naar weerlegging ook wel
falsificatie genoemd).
- Thomas Kuhn > meest centrale figuur in de wetenschapsfilosofie met paradigma
(denkkader van waaruit wetenschap geanalyseerd en beoordeeld wordt). Popper
dacht iets te simpel over wetenschap en Kuhn zegt wetenschappers hebben een bril
op met bepaalde ideeën en kijken naar de gegevens. De wetenschappelijke theorie
is het resultaat van: empirische gegevens, theorievorming, subjectieve en objectieve
criteria, psychologische factoren en sociale factoren. Andere factoren spelen dus ook
een rol in het doen van wetenschap.
- Sociologie van de Wetenschappelijke Kennis > sociale factor die Kuhn al noemde is
doorslaggevend. Belangrijkste opvattingen: feiten tref je in de werkelijkheid niet aan
en is het resultaat van de onderhandeling van de wetenschappers, sociale factoren
zijn de machtsverhoudingen in de wetenschap en zijn doorslaggevend bij de
acceptatie van de wetenschappelijke kennis. De kloon affaire is hier een mooi
voorbeeld van > macht van de hoofdonderzoeker zorgde ervoor dat de co-auteurs
, hun mond niet open getrokken en kon hij dingen in de wetenschap voor elkaar
krijgen. Wat uiteindelijk als feit telt, wordt bepaald door wetenschappelijke
argumenten en (sociale) belangen.
- Actor-netwerk theorie van Latour > sommige mensen denken dat universiteit losstaat
van de andere gebouwen in de stad en dat wetenschap niet verweven is met andere
industrieën, maar dit is wel zo. Acceptatie van wetenschappelijke kennis is niet alleen
bewijs checken, maar een kwestie van een heel netwerk van statistiek, apparaten,
theorieën etc, maar vooral van geld. Na een lekker weekend zal je als
wetenschapper niet snel de NAM afwijzen op basis van hun onderzoek om te gaan
boren in de Waddenzee.
- Knowledge Filter > ondanks alles wat bovenstaande mensen/groepen beweren
zeggen zei dat het idee van de wetenschappelijke methode is achterhaald en in de
loop van de tijd worden onjuiste hypothesen en theorieën geëlimineerd. Andere
wetenschappers die over jouw schouder meekijken zullen deze onjuiste hypothesen
en theorieën eruit gehaald worden. Het intelligentie onderzoek is hiervan een
voorbeeld > steeds betere testen om dit te testen. Om in het leerboek terecht te
komen, moeten andere mensen dit goedkeuren > consensus (overeenstemming),
maar hoe komt deze tot stand. Is dit vanwege goed bewijs (verificatie/falsificatie) of
via sociale mechanismen.
Over dit deel zullen de meeste tentamenvragen gaan.
Kernvraag bij filosofie van geneeskunde: wanneer spreken we van een gezond mens?
Onderzoeksethiek en de normen van Morton met de ongeschreven regels van de
wetenschappelijke gemeenschap:
- Communism > resultaten openbaar beschikbaar (Diederik Stapel had zijn gegevens
openbaar moeten kijken), andere mensen moeten kunnen voortbouwen en
controleren van jouw resultaten.
- Universalism > beoordeling van wetenschappelijke kennis is onafhankelijk van ras,
geslacht, sociale positie, nationaliteit en religieuze identiteit etc.
- Disinterestedness > persoonlijke opvattingen en gevoelens van de onderzoeker
mogen geen invloed hebben op de resultaten. Het gaat over belangeloosheid.
- Organized skepticism > wetenschap is systematisch wantrouwen ten opzichte van
elk resultaat geboden. Wij moeten zo wantrouwend mogelijk zijn, want dan zal de
wetenschap verbeterd worden en onze taak is niet om te applaudisseren.
06/02/2020 HC 02: De normen van Merton
2.1 Kun je plaatsen in de tekst van hoofdstuk 2
aanwijzen waaruit blijkt dat de normen van
Merton (zie hoofdstuk 1) worden geschonden?
In je antwoord geef je per norm aan (Merton formuleerde er vier) op welke plaats in de
tekst de betreffende norm is overschreden. Je vermeldt daarbij de volledige passage (en de
pagina waarop deze passage staat) of je vat de inhoud in eigen woorden samen.
DUS NIET: “p. 41: ‘Er is wel ... geneesmiddel in.’ Daarnaast geef je in één zin toelichting op
je keus.
- Communism
Flemming sloeg allerlei wegen in, die soms doodlopend waren. Florey en Chain