Algemene bepalingen,
Hoofdstuk 2
1. De persoon
De persoon is een natuurlijk persoon ‘wat drager van rechten en plichten kan zijn’. Het gaat er dus
niet om of hij daadwerkelijk rechten en plichten heeft, maar of hij rechtsbevoegd is. Ieder mens is
rechtsbevoegd en dus persoon.
2. Begin en einde persoonlijkheid
Persoonlijkheid vangt aan met het levend ter wereld komen (geboorte). Hierop is een
uitzondering: ‘een kind waarvan een vrouw zwanger is, wordt als reeds geboren aangemerkt
als het belang dat bevordert’. Dit is bijvoorbeeld van toepassing bij het erfrecht: het kind dat
ten tijde van het overlijden van de erflater wel reeds ontvangen, maar nog niet geboren is,
kan erfgenaam zijn, mits het levend ter wereld komt. Ook bij adoptie of
kinderbeschermingsmaatregelen kan een kind al voor de geboorte worden uitgesproken.
Persoonlijkheid eindigt met de dood. De (vermogensrechtelijke) rechten en plichten van de
overledene gaan dan naar zijn erfgenamen.
3. Bloed- en aanverwantschap; familie- en gezinsleven
Bloedverwantschap is gebaseerd op geboorte
Aanverwantschap is gebaseerd op huwelijk of geregistreerd partnerschap
3.1 Bloedverwantschap
Bloedverwantschap is de betrekking tussen personen van wie:
- de een van de ander afstamt (bloedverwantschap in rechte linie), vb. vader, opa, grootvader.
of
- tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben (bloedverwantschap in
zijlinie), vb. broers, zussen, neven en nichten.
Juridisch bloedverwantschap, door:
- Biologische betrekking: afstamming door geboorte, maar ook wanneer een man en vrouw
getrouwd zijn en de vrouw krijgt een kind die niet door hem verwekt is. Hetzelfde geldt
tussen twee vrouwen die getrouwd zijn, waarvan één vrouw een kind krijgt.
- Erkenning wanneer man en vrouw of twee vrouwen niet getrouwd zijn, krijgen de vader
en moeder juridisch bloedverwantschap door erkenning.
- Adoptie tussen de geadopteerde en adoptanten bestaat een juridisch bloedverwantschap.
De graad van bloedverwantschap in rechte linie wordt vastgesteld door de telling van het aantal
geboorten om tot iemand te komen. Om het aantal graad in zijlijn vast te stellen, moet je eerst
opklimmen tot een gemeenschappelijke voorouder en dan tel je naar de persoon toe.
Voorbeeld:
1
, Overgrootvader
| 1e graad
Opa
| 2e graad
Vader
| 3e graad
Kind
Het kind is dus bloedverwant van overgrootvader in 3 e graad van de neerwaartse (rechte) lijn.
3.2 Aanverwantschap
Door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat aanverwantschap tussen de ene
echtgenoot/partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot/partner. Hierbij is de graad
van aanverwantschap gelijk aan de graad van bloedverwantschap tussen de andere
echtgenoot/partner en diens bloedverwant.
Voorbeeld:
vader ------------------------------------------------------ moeder
I I
I I
John Rinette
Broer en zus: bloedverwanten in 2e graad zijlinie (eerst naar de ouder, dan naar de broer/zus)
De echtgenoot van Rinette is met John verwant als aanverwant in de 2 e graad van de zijlinie.
Het bepalen van de graad van bloedverwantschap is bijvoorbeeld van belang voor:
- erfrecht (art. 4:10 e.v. BW)
- aanwezigheid van huwelijksbeletsel (art. 1:41 en 1:41a BW)
- bevoegdheid om zich van afleggen van getuigenverklaring te verschonen (art. 165 lid 2 Rv)
3.3 Family life
Naast bloedverwantschap, heb je ook het familie- en gezinsleven met een ander. Dit is van belang
voor de vraag of er familierechtelijke rechten en verplichtingen bestaan/ontstaan.
Het enkele biologische vaderschap is niet voldoende voor een familie- of gezinsleven. Hierbij moet er
bijvoorbeeld sprake zijn van een band tussen de biologische vader en het kind, of
verzorging/opvoeding van het kind door de vader.
Ook tussen bijvoorbeeld grootouders en het kind kan een family life bestaan. Dan moeten er wel
daadwerkelijk nauwe betrekkingen tussen deze personen zijn. Maar ook tussen pleegouders en een
pleegkind, waarbij er dus geen bloedverwantschap is, maar wel een familie- en gezinsleven.
Het bestaan van family life is vooral van belang bij kwesties van: omgang, gezag, informatieplicht,
kinderbescherming, afstamming, onderhoudsplichten, naamrecht, erfrecht, etc.
2