Introductie
Sociale problemen = problemen die ontstaan in relaties of interacties met
anderen.
Dit worden maatschappelijke problemen als deze worden gedeeld met
een grote groep mensen en hun sporten na laten in de samenleving.
Individuele actoren hebben met hun gedrag effecten op anderen in de
maatschappij. Deze effecten heten externaliteiten. Door al deze externaliteiten
produceren individuele actoren samen te veel van wat slecht is of te weinig van
wat goed is voor de samenleving.
Sociologie is de wetenschap die menselijk gedrag verklaart uit de
inbedding in de samenleving en de kenmerken van de menselijke samenleving
uit het gedrag van haar individuen onder andere de sociale structuur, instituties,
normen, statusstructuren, netwerken en de beschikbaarheid van fysieke,
economische en technische hulpbronnen van een individu in een bepaalde
context. En hoe de kenmerken van de menselijke samenleving ontstaan door
sociaal gedrag van individuen
6 vormen van inbedding
Twee richtingen
Wetenschap & verklaren van sociaal gedrag
Aspecten van inbedding in de samenleving:
Sociale structuur
o Inkomensverdeling, verdeling van macht en invloed en structuur
van een sociaal netwerk
(Sociale) instituties
o Definitie: gevestigde structuren of regels die het gedrag en de
interacties van mensen in een samenleving regelen en organiseren
o Informeel
Normen, gewoontes, tradities…
o Formeel:
wetten, regels, procedures
Sociale normen
o Definitie: gedeelde verwachting over wat je in een bepaalde context
hoort te doen en te laten
o Gaan samen met sancties
Statusstructuren
o Gedeelde verwachten over wie ‘hoger’ en wie ‘lager’ is in een
bepaalde context
Sociale netwerken
o Definitie: relatiepatronen tussen mensen; maar ook tussen
organisaties
o Vriendschap, vertrouwen, sympathie etc. maar ook handelsvolume,
investeringen etc.
Fysieke, economische en technische hulpbronnen
o Beschikbaarheid van voedsel, veiligheid, huisvesting, hulpbronnen,
technologieën etc.
,Drie hoofdvragen sociologie
Cohesie vraagstuk
o Cohesie = sociale samenhang / sociale integratie
o ‘Waarom en onder welke conditie is er (of een gebrek aan) sociale
samenhang?’
Geweld tussen mensen? (Hobbes)
Samenwerking? (Olson)
Solidariteit, bijdragen aan collectieve goederen (Hechter)
Normnaleving? (Durkheim)
Sociale bindingen (Granovetter)
Ongelijkheidsvraagstuk
o Ongelijkheid in materiële welvaart, inkomen, levenskansen, geluk,
gezondheid etc.
o ‘Waarom en onder welke condities is er ongelijkheid binnen en
tussen samenlevingen?’
Welke eigenschappen van een samenleving dragen bij aan
minder ongelijkheid (Marx)
Wat zijn de gevolgen?
Waarom en onder welke condities is er ongelijkheid tussen
landen?
Rationaliseringsvraagstuk
o ‘Waarom en onder welke condities zijn samenlevingen “efficiënt” en
“modern”?’
Is er een trend naar steeds meer democratisering /
bureaucratisering?
Geloven we steeds minder in mythes en accepteren we
steeds meer maatschappelijke feiten?
Waarom en onder welke condities ‘ontkerkelijkt’ een
samenleving?
Waarom en onder welke condities komt een kapitalistische
economie tot stand? (Weber)
Interdependentie: wederzijdse afhankelijkheid handelingen van een
individuele actor in de samenleving heeft gevolgen voor anderen
Sociologisch mensbeeld:
Drie individuele doelen die mensen nastreven:
Fysiek
, o Niet koud hebben, kunnen eten etc.
Materieel
o Materiële welvaart, bestaanszekerheid, toename van welvaart
Sociaal
o Affectie liefde kunnen voelen
o Waardering
o Status
o Gedragsbevestiging de normen en waarden volgen
o Erbij horen
Bij het bereiken van die doelen zijn we interdependent
o Ik doe iets om mijn doel te bereiken, dit heeft effect op een ander
o Dit kan zorgen voor sociale / maatschappelijke problemen
Sociale welvaart = mate van doelbereiking ‘gemiddeld’ over alle individuen en
de verdeling daarvan over individuen.
Sociale ordes:
Instituties in de samenleving die zorgen voor coördinatie en samenwerking
van individuele handelingen op verschillende niveaus. Als een sociale orde
goed functioneert wordt in het betreffende deel van de samenleving
sociale welvaart goed gerealiseerd.
OMOP model
o Overheid zorgen voor gezamenlijk belang waar geen van de
andere ordes dat kan doen. In het spel komen als er conflicten
tussen sociale ordes ontstaan.
o Markt economische welvaart, wat heeft de een voor de ander te
bieden en wat levert de meeste winst op?
o Organisatie samenwerking in een complex productieproces goed
laten verlopen.
o Primaire sociale orde tussenmenselijke relaties en de normen die
daarbinnen gelden (reciprociteit)
4 voorwaarden voor een maatschappelijk probleem
1. Individuele handelingen leiden tot ‘sociale situatie’
2. De situatie is in conflict met belangrijke waarden
3. Een grote en voldoende invloedrijke groep zet dit vraagstuk op de
politieke agenda
4. Een politiek debat leidt tot al dan niet overheidshandelen
4 sferen in de maatschappij: verdeling van verschillende aspecten van de
samenleving (Verschil met sociale ordes: bij sociale ordes gaat het erom dat ze