Complete samenvatting
Societal problems as public bads
Chapter 1 – Introduction
SOCIETAL PROBLEMS AS PUBLIC BADS
Er is sprake van een maatschappelijk probleem wanneer een substantiële groep burgers
een bepaalde gang van zaken als problematisch ervaart. Er is een onderscheid tussen
maatschappelijke problemen en sociale problemen (problemen in relaties en interacties
tussen mensen). Het is pas een maatschappelijk probleem als ze gedeeld worden door een
grote groep mensen en als het een groot effect heeft op de gehele samenleving.
Maatschappelijke problemen worden gezien als public bads. De effecten van gedrag op
anderen worden externalities genoemd.
A BRIEF HISTORY OF THE PROBLEMATIC SOCIETY
De staat werd gezien als een macht instituut gebaseerd op hiërarchie. Samenleving werd
gezien als een vereniging van vrije mensen. Volgens de trias politica moeten de bestuurlijke
bevoegdheden worden verdeeld in drie afzonderlijke takken: de uitvoerende-, wetgevende- en
rechterlijke macht. Ze moeten onafhankelijk zijn en elkaar in evenwicht houden. Volgens
Montesquieu zou dit de samenleving beschermen. De perverse consequenses stellen dat
zeer plausibele schema’s, met een aangenaam begin, vaak een beschamende conclusie
hebben.
WHEN DOES A PROBLEM BECOME A SOCIETAL PROBLEM?
Het proces van het stellen van een diagnose en het bepalen van een behandelplan bestaat
uit:
1. Een verzameling gedragingen op individueel niveau die aanleiding geven tot een
bepaalde situatie op maatschappelijk niveau
2. De situatie wordt op maatschappelijk niveau als onwenselijk beschouwd, omdat deze in
strijd is met belangrijke waarden binnen de samenleving
3. Een grote groep mensen vindt het onderwerp urgent, waardoor het onderwerp op de
publieke agenda terechtkomt
4. Er wordt beoordeeld of overheidsoptreden nodig en haalbaar is, wat mogelijk kan leiden
tot het herzien van overheidsbeleid
Zittende regeringen streven er vaak naar om de economie vlak voor algemene verkiezingen
te stimuleren om hun kansen op de herverkiezing te maximaliseren. Hierdoor ontstaat een
politieke conjunctuurcyclus: schommelingen in de economische prestaties die afhangen
van het tijdstip van de verkiezingen.
Maatschappelijk-level fenomeen = alleen als er een scherp conflict is tussen de
dominante waarden, is er sprake van een maatschappelijk probleem
Publiek debat = er moet een algemeen consent zijn dat het probleem urgent is en op de
publieke agenda terecht moet komen. Voor het verschijnen op de publieke agenda, moet er
invloed worden uitgevoerd door een groep die in opstand komt voor het probleem. Deze
groep moet een goede basis hebben om invloed uit te voeren.
Free-riders gedrag = mensen stoppen met bijdragen aan het collectief geproduceerde
public good, terwijl ze er toch de vruchten van plukken
SOCIAL NORMS AND THE ORGANIZATION OF SOCIETY
Sociale normen kunnen als een publiek goed worden beschouwd. Ze zijn een vorm van
sociaal kapitaal: een productief bezit voor een groep, waarvan elk individueel lid van de
groep kan profiteren (Coleman). De universele mensenrechten houden in dat de rechten
van individuen in relatie tot de staat in het internationaal recht worden erkend.
,THE PHILOSOPHICAL UNDERPINNINGS OF SOCIAL NORMS
Wat zouden normen moeten zijn:
- Individueel perspectief van Immanuel Kant = categorisch imperatief: het idee dat
iemand zich zo moet gedragen dat zijn gedrag als basis kan dienen voor algemene
wetgeving
- Maatschappij perspectief van John Rawls & Rober Nozich = state of nature: een
schone staat, een situatie die net is ontstaan. Waar mensen zich niet laten beperken
door bestaande regels of instellingen. Mensen leveren een deel van hun natuurrechten
in, in ruil voor bescherming.
- Nightwatchman state (Nozick) = zeer fundamentele functies, namelijk het
verdedigen van de samenleving tegen bedreigingen van buitenaf, het afdwingen van
vrij onderhandelde contracten tussen individuele actoren en het beschermen van
burgers tegen geweld tegen zichzelf of hun eigendom
Rationele burgers die van achter een sluier van onwetendheid beraadslagen zouden de
volgende principes kiezen:
- Principe van gelijke vrijheid = iedere burger moet een aantal fundamentele vrijheden
worden gegarandeerd. Inclusief bescherming tegen geweld, gewetensvrijheid en gelijke
kansen op de markt
- De ongelijkheid = ongelijkheid op basis van verschilbeginsel moet worden toegestaan
zolang iedereen gelijke kansen krijgt om toegang te krijgen tot verschillende posities
Deze argumenten vertegenwoordigen een progressieve variant van de liberale sociale theorie.
Negatieve vrijheden: privé-eigendomsrechten, recht op vrijheid van geweld.
Niet-agressie principe: het is fundamenteel immoreel om geweld tegen een ander te
gebruiken.
Positieve vrijheden: recht op gezondheidszorg, recht op een woning.
SOCIALISTS, LIBERALS AND CONSERVATIVES
Liberalen hebben de neiging het individu als middelpunt te beschouwen. Ze beschouwen
individuele rechten en vrijheden als de grootste goederen. Ze geven de voorkeur aan een
staat die zo min mogelijk ingrijpt in de markt
Socialisten pleiten voor een grotere rol van de staat. Zij moeten verbeteringen in de
levensomstandigheden van individuen mogelijk maken. Ze beschouwen de staat als facilitator
voor menselijke vooruitgang. Ze ondersteunen staatsinterventie op de markten als dit de
individuen helpt om zich te ontwikkelen en hun volledige potentieel te bereiken
Conservatieven benadrukken de wijsheid en ervaring die belichaamd zijn in al lang
bestaande sociale instellingen zoals wetten en informele normen. Ze geven voorrang aan orde
en stabiliteit boven gelijkheid of vrijheid
Socialisten en liberalen negeren het rationalisme en universalisme:
- Rationalisme = mensen kunnen zich een weg banen naar de meest rechtvaardige
sociale instellingen
- Universalisme = het is mogelijk om een blauwdruk van de samenleving te ontwerpen
zonder concrete bijzonderheden
,THE STATE VERSUS THE OTHER SPHERES OF SOCIETY
De vier sferen van de samenleving zijn tot op zekere hoogte met elkaar verbonden en hebben
vage grenzen:
State
QUANGOs sphere Regulators
Political parties
Lobbyists
Parliament
Civic sphere Ministries
Police
Market
Labour unions
Army sphere
Religious
Courts of justice
Family law
organizations Volunteering Family firms Producers of
NGOs and charities Surveillance
Support groups Social media commercial
Amateur sports Family Goods and services
and culture Friends Finance
Social movements Sexual relations Markets and
Leisure relations exchanges
Auctions
Private
sphere
A TYPOLOGY OF GOODS
We maken onderscheid tussen vier hoofdtype goederen: private goods, club goods, common
pool resources en public goods. Het onderscheid is gebaseerd op twee kenmerken:
1. Excludability = de mate waarin het mogelijk is om te voorkomen dat mensen dat
goed consumeren (huis is excludable, zon is non-excludable)
2. Rivalry = de mate waarin de consumptie van een goed door één persoon de
mogelijkheden van anderen om het consumeren vermindert (vis is rivalry, online films
zijn non-rivalry)
Rival Non-rival
Excludable Private goods Club goods
(food, clothes) (cinemas, gyms, television)
Non- Common-pool Public goods
excludable resources (infrastructure, national
(coal, rare minerals) defence)
Private goods goederen die door de markt worden aangeleverd
Club goods goederen die door de markt worden aangeleverd
Common-pool resources ze worden beheerd door de staat, door lokale gemeenschappen
of kleinschalige coöperaties en door particuliere bedrijven of individuele actoren
Public goods worden vaak door de staat geleverd. Deze goederen zullen vanwege hun
niet-uitsluitbare karakter zelden door particuliere actoren worden geleverd. Vereist collectieve
actie
SOCIAL CAPITAL AS A PUBLIC GOOD
Sociaal kapitaal = kenmerken van sociale organisatie zoals netwerken, normen en sociaal
vertrouwen die coördinatie en samenwerking voor wederzijds voordeel vergemakkelijken. Het
, kan helpen bij de productie van andere publieke goederen, maar is op zichzelf ook een publiek
goed.
Chapter 2 – Analytical framework
SOCIAL SCIENTIFIC EXPLANATIONS
Social-wetenschappelijke analyse heeft tot doel licht te werpen op de maatschappelijke
realiteit. Deze taak bestaat uit twee delen:
1. Beschrijvingen = omvatten uitspraken van een kwalitatieve of kwantitatieve
volwassene die het fenomeen karakteriseren in termen van onder meer de verspreiding
binnen de bevolking en de trend ervan in de tijd
2. Verklaringen = hebben tot doel de onderliggende determinanten en causale krachten
bloot te leggen
Raymond Boudon, James Coleman en Jon Elster beschouwen elk fenomeen op
maatschappelijk niveau als geworteld in gedrag en interacties op individueel niveau. Zij
pleiten voor een macro-micro-macro model
Het macro-micro-macro model (Coleman’s boat) koppelt omstandigheden en uitkomsten op
macro- en microniveau.
UNDERSTANDING INDIVIDUAL ACTORS
Het centraal stellen van gedrag op microniveau wordt ook wel methodological
individualism genoemd. een sleutelprincipe is het idee dat alleen individuen kunnen worden
beschouwd als wezens met de wil en het vermogen om doelbewust te handelen.
Weber (verstehen) = de onderzoeker neemt de normatieve positie in, waarbij hij beoordeelt
of de voorkeuren van de acteur goed of fout zijn
Thomas Schelling (vicarious problem-solving) = de onderzoeker probeert te onderscheiden
hoe het gedrag van de acteur voortvloeit uit zijn reeks voorkeuren. De inhoud van deze
voorkeuren wordt behandeld
MODELS OF HUMAN BEHAVIOUR
Een rationeel person gedraagt zich zodanig dat het optimaal aan zijn voorkeuren voldoet. Er
zijn twee soorten mensen:
1. Homo economicus = een egoïstische acteur die zijn gedrag baseert op koelbloedige
kosten-batenrekeningen
2. Homo sociologicus = een altruïstische acteur die rekening houdt met de belangen
van anderen en ernaar streeft zich aan de sociale normen te houden
Volgens Boudon staat, bij het verklaren van het onderscheid, de vraag centraal tussen:
- Instrumentele rationaliteit = de acteur zal bepaald gedrag vertonen als hij meent
dat dit consequenties met zich meebrengt die als goed en wenselijk kunnen worden
beschouwd. De consequenties rechtvaardigen de beslissing.
- Waardegerichte rationaliteit = de acteur volgt een bepaalde waarde/norm,
ongeacht de gevolgen die zijn gedrag zal hebben
Cognitivistische acteur = Verwijst naar een acteur die zo verstandig mogelijk handelt
vanuit het perspectief van cognitieve redenen die kunnen worden aangevoerd als
rechtvaardiging voor zijn gedrag.
Prospect theory = het maken van een besluit op basis van onzekerheid en risico
- Illusion of controle het idee dat we aanzienlijke grotere mate van controle over
ons leven hebben dan we in werklijkheid hebben