Aantekeningen IMW
HC 1 12-11-24
Introductie maatschappijwetenschappen
Sociologie is een wetenschap die zich richt op hoe mensen vormgeven
aan het samenleven. De wetenschappelijke studie van de maatschappij en
haar interne verhoudingen, processen en structuren. Met vragen over hoe
wij met elkaar samenleven, welke invloed we op elkaar hebben en hoe de
omgeving waarin we leven met de instituties die we hebben gemaakt, ons
mogelijkheden biedt en beperkingen geeft.
Agency: keuzevrijheid
Begrip sociologie -> Comte (1798-1857)
- Socius (medemens)
- Logos (leer)
De verlichting als keerpunt -> samenleving is maakbaar. Ratio als
vertrekpunt voor wetenschappelijk denken.
Voordat de sociologie als zodanig bestond werd het denken over de
samenleving vooral beschreven door filosofen.
Het positivisme van Comte: positief als een testresultaat, iets is zo.
- Uitgangspunt moet zijn datgene wat waarneembaar is (empirisme)
- Regels van de natuurwetenschap toepassen (bepaalde
regelmatigheden of wetten die begrip geven)
- Wetenschap is objectief
Wetmatigheden W Explanans
Condities C
Explanandum E Explanandum (= hetgeen wat we willen
verklaren)
Voorbeeld:
W: naarmate er meer in de publieke gezondheidszorg wordt geïnvesteerd,
is de levensverwachting van mensen hoger.
C: in rijke landen wordt er meer in de publieke gezondheidszorg
geïnvesteerd dan in arme landen
E: in rijke landen is de levensverwachting hoger dan in arme landen.
Interpretatieve benadering
- Het onderwerp van de sociale wetenschappen betreft de mens en
haar gedrag, wat niet te vangen is in wetten
- Een sociaalwetenschapper verhoudt zich anders tot zijn
onderzoeksobject dan een natuurwetenschapper
Twee dominante (elkaar aanvullende) benaderingen
, 1. Positivistisch: de werkelijkheid kunnen we waarnemen en meten
met indicatoren. Met statistiek kunnen we de relaties tussen
kenmerken vaststellen.
2. Interpretatief: het verklaren van sociale fenomenen door het
begrijpen van de alledaagse gecontextualiseerde werkelijkheid
Theorie
- Sociologische theorie is een verzameling van concepten en
uitspraken over relaties daartussen, waarmee de patronen en
processen in de samenleving worden begrepen.
- Theorie om antwoord te geven op wetenschappelijke vragen over
empirische sociale fenomenen.
- Een theorie is in ontwikkeling, waarmee het een verzameling van
kennis is.
Gebruik van theorie
Vraag – theoretisch antwoord – onderzoek naar het theoretische antwoord
– nieuwe vraag
Eventueel aanpassing van het theoretisch antwoord.
Theorie stimuleert om nieuwe vragen te stellen en om een ander
perspectief te nemen dan dat we gewend zijn te doen
HC 2 14-11-24
Karl Marx en Engels
Denkers voorafgaan aan Marx
- Hobbes (1588-1679) zijn hebzuchtig en de een bezit meer dan de
ander
- Locke (1632-1704) positiever mensbeeld; rationeel eigenbelang zal
een positieve uitwerking hebben op het individueel welzijn en op de
samenleving als geheel
Economen als Smith (1723-1790) ging het om de welvaart in een land.
Volgens de econoom Smith nam bij vrije markten de welvaart toe. Wie
maakt welk deel van consumptieve goederen: arbeidsdeling (=is het
opknippen van een productieproces in steeds losse onderdelen).
Marx legt de nadruk op ongelijkheid. De welvaart neemt wellicht toe, maar
het neemt niet in gelijke mate voor iedereen toe. Sterker nog: het daalt
voor de arbeidersklasse.
De theorie: het historisch materialisme
Veranderingen in de wijze waarop in het bestaan wordt voorzien (= de
materiële basis van onze samenleving), verklaren in de loop van de
geschiedenis. Er is een systeem hoe wij leven, dit zorgt voor de manier
waarop wij onszelf voorzien.
Groeiende ongelijkheid door het kapitalisme:
o Kapitaalbezitters (de bourgeoisie) bezitten de productiemiddelen.
, o Hun doel is het maken van winsten.
o De arbeidskrachten produceren goederen (en diensten) maar krijgen
slecht betaald. Werkgevers willen de kosten zo laag mogelijk
houden, en daarmee dus ook de lonen.
o De arbeidskrachten vormen het proletariaat en worden uitgebuit.
o Waardoor een alsmaar grotere ongelijkheid ontstaat.
Wet van de kapitalistische accumulatie = De rijken worden rijker, de
armen worden armer.
Waarom betalen kapitaalbezitters zo weinig?
- Het systeem maakt dat ze uit zijn op zo hoog mogelijke winsten.
- Dat kan door de productiekosten zo laag mogelijk te houden.
- Ze kunnen dwang uitoefenen door arbeidskrachten te vervangen
voor arbeiders die zelfs minder accepteren.
- Of door machines (of vandaag de dag: robots)
Volgens Marx zou dit leiden tot revolutie. Het ontstaan van een
communistisch systeem.
Marx is niet per se tegen het idee van werken, maar wel tegen de manier
waarop dit georganiseerd is in het kapitalistische systeem. Deze
georganiseerde manier leidt ertoe dat een hele grote groep arbeid verricht
wat niks toevoegt, behalve inkomen voor diegene.
- Commodificatie van werk (=de handeling of het feit om iets om te
zetten in een artikel dat gekocht en verkocht kan worden)
- Kapitaalbezitters betalen lonen (ruilwaarde van arbeid) maar de
gebruikswaarde is hoger. Het verschil daartussen is de ‘surplus-
waarde’ welke winsten van de kapitaalbezitters vormen.
Vals bewustzijn: Het systeem appelleert aan vrijheid, geluk van geld en
consumptie
Arbeidsdeling
- Smith: essentieel voor welvaartsgroei
- Marx: reduceert het individu tot gebruikerswaarde in het
kapitalistische systeem
Soorten van vervreemding volgens Marx:
- Vervreemding van het product dat gemaakt wordt
- Vervreemding van het productieproces (verschillende onderdelen
komen van verschillende plekken)
- Vervreemding van de menselijke essentie (creativiteit en hoger
bewustzijn)
- Vervreemding van elkaar (mensen leven om te werken)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliabotter06. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,36. Je zit daarna nergens aan vast.