Week 1
Drie onderdelen staan in dit hoorcollege centraal:
- Het begrip Middeleeuwen
- De Romeinen en de barbaren
- De Romeinen en het Christendom
De kern is: de manier waarop de Romeinse wereld verandert in een middeleeuwse wereld.
Het begrip Middeleeuwen
De humanisten in de 14e en 15e eeuw wilden aansluiten bij de klassieke oudheid, zoals Petrarca.
Hij zag de tijd tussen zijn eigen tijd en de oudheid als een tijd die er niet echt toediende en als een
tijd van verval, barbarij en van stilstand. Voor hem was de klassieke periode het grote voorbeeld.
Middeleeuwen (negatieve lading) <—> klassieke oudheid (positieve lading)
De indeling van de geschiedenis van vandaag is sterk beïnvloed door Petrarca en andere
humanisten:
oudheid - middeleeuwen - moderne tijd
Barbera Rosenwein:
- vroegere deel sluit sterk aan bij de klassieke oudheid
- Het jaar 1000 is een belangrijk keerpunt
- Latere deel loopt over in de rest van de volgende eeuwen.
Grand Narrative
Edward Gibbon (1737-1794) schreef in zijn boek de toon voor de discussie over wat er nu gebeurt
met het Romeinse Rijk in de periode 300-600. Hij heeft het beeld geschetst van de middeleeuwen
als een tijd van achteruitgang.
Veranderd Paradigma
Peter Brown schetste daarentegen een andere beeld van de middeleeuwen: een tijd van
creativiteit en verandering.
Rosenwein
Rosenwein volgt meer Peter Brown dan Edward Gibbon. Ze spreekt liever van een
transformatieproces. Ze ziet de middeleeuwen als een eenheid. Ze ziet een duidelijke verandering
rond het jaar 1000.
Middeleeuwen: Humanisten
De humanisten zagen de middeleeuwen als een tijd van barbarij.
Middeleeuwen: Verlichting
Naast het beeld dat de humanisten schetsten, voegt de Verlichting nog een extra element toe aan
hoe men reflecteerde op de Middeleeuwen. De Verlichting zag de middeleeuwen een periode van
bijgeloof (superstition).
Middeleeuwen: Romantiek
In de periode van de Romantiek denkt men weer positiever na over de Middeleeuwen. Men ging
op een andere manier naar de Middeleeuwen kijken; ze zagen de middeleeuwen als een
authentiekere periode en beschaving dan de klassieke periode/beschaving.
Een andere aspect dat meespeelt in het romantiseren van de Middeleeuwen is dat de naties in de
19e eeuw hun oorsprong in de middeleeuwen vonden, zoals Duitsland.
,De Romeinen en de barbaren
Wie zijn de barbaren?
Barbaren worden gezien als niet-Grieks sprekende personen. Er was geen enkel volk dat zichzelf
barbaars noemden en dus was het vaak een bepaald etiket dat op hen werd geplakt, al vanaf de
tijd van de Grieken
De Romeinen namen deze term over.
Volgens de Romeinen moest je de barbaren/volkeren onder de Romeinse heerschappij
onderbrengen.
Volksverhuizingen
Koninkrijk is het resultaat van grote migratiestromen die voor een groot deel uit Scandinavië
komen.
Dit soort kaarten suggereren dat de barbaren een soort strategische militaire operatie hadden om
de Romeinen te veroveren, en sluit daarmee aan bij Gibbon.
In de huidige wetenschappelijke discussie komt het idee van ‘volksverhuizingen’ minder aan de
orde.
Rosenwein (over wie de barbaren waren)
Het gaat niet om nomadische, maar sedentaire volkeren die aan landbouw doen: sedentaire
samenlevingen.
Daarnaast zegt ze dat er geen biologische verschillen waren tussen de verschillende volkeren (of
tussen de Romeinen en barbaren).
Er waren echter wel culturele verschillen tussen deze groepen, zoals de taal, de religie, de kleding,
haarstijlen etc: dit zijn geen vaste gegeven, maar zijn constant aan verandering onderhevig
De etnische identiteiten zijn flexibel (p. 23: “the Goths were multiethnic”). Het is niet rigide en
afgebakend. De identiteiten zijn dynamisch en veranderlijk. Het was niet zo dat er geen plaats was
voor invloeden van andere culturen.
Theorie van de ethnogenese (ethnogenesis), hiermee wordt bedoeld dat de identiteiten maakbaar,
en beïnvloedbaar waren.
- Deze term moet je kennen en begrijpen.
Brachten de barbaren het Romeinse Rijk ten val?
Nee.
Clovis is een goed voorbeeld van de ‘multiethnic identity’: hij was Frank, maar identificeerde zich
ook met de Romeinen. Politiek gezien bevond Clovis zich in een sterk Romeins gekleurd klimaat,
volgens Gregorius van Tours.
Wat deden de barbaren?
Het was waarschijnlijk niet het geval dat de barbaren de gehele Romeinse beschaving wilden
vernietigen. En het ging vaak niet met geweld, het ging vaak niet met grote veldslagen of grote
veroveringen. Er werden contracten gesloten waardoor de barbaren zich in het Romeinse Rijk
konden vestigen. De Romeinen accepteerden het nieuwe gezag zonder enige moeite, want het
waren militair machtige volkeren.
De vraag was ook of ze een deel van de belastingen van het land kregen
De plaatselijke bevolking betaalt het leger zonder dat de keizer er tussenkomt. Hierdoor was het
minder duur en ontstonden er betere relaties.
,Kritiek op de Transformation-these
Kyle Harper
Een nieuwe kijk op de ondergang van het Romeinse Rijk
Belangrijke rol voor klimaat en microben.
Harper beschrijft de gevolgen van drie grote epidemieën:
- Onder de keizer Antoninus Pius in 165
- In het midden van de 3e eeuw (2490262) (de epidemie van Cyprianus van Carthago)
- De grootste rond het midden van de 6e eeuw: de epidemie van Justianius (breek uit in 541)
Al deze epidemieën zorgen voor een crisis, maar vooral de laatste (een uitbraak van de
builenpest) zorgt voor een demografische ramp waarbij de helft van de bevolking het loodje
gelegd zou hebben.
Toeval?
De epidemieën en pandemieën zijn geen puur natuurlijk gegeven volgens Harper.
De Romeinen hebben zelf de voorwaarden voor een uitbraak geschapen door:
- De deelname aan en de ontwikkeling van een wereldwijd handelsnetwerk waardoor microben
vanuit Afrika en China naar Europa konden komen
- Grote graantransporten (annona) zorgen voor de verbreiding van een rattenpopulatie
De grote mogelijkheden tot transport verbreidden de ziektes.
Klimaat
Daarnaast zorgden klimatologische omstandigheden tot een verslechtering van de agrarische
productie.
De gemiddelde temperatuur daalde in de periode tussen 450 en 700.
In het jaar 536 was er “een jaar zonder zomer”, meldt de geschiedschrijver Procopius. We kunnen
ervan uit gaan dat er sprake was van een vulkaanuitbarsting. Net zoals Johannes van Efese
schreef dit, en dat de zon niet genoeg kracht had om door de atmosfeer te breken waardoor het
een lange tijd donker was.
Klimaat en vluchtelingen
De wereldwijde klimaatveranderingen zorgden voor een migratiestroming en vluchtelingen crises
dat druk op het Romeinse Rijk zette, volgens Harper.
, De Romeinen en het Christendom
Voor Gibbon waren er twee gebeurtenissen die een negatieve weerklink hadden:
- Barbaren
- Superstition/ christelijk bijgeloof
Constantijn bekeerde zich tot het christendom en daarna won hij de slag tegen de Romeinen.
Beroemde slag, slag bij de Milvische brug, was de aanleiding om zich te bekeren.
Constantijn
We weten niet zeker of hij zich echt bekeerde, maar hij heeft wel veel gedaan om het christendom
te helpen. Voorbeelden hiervan zijn:
- Het edict van Milaan in 313: Het christendom wordt als godsdienst toegestaan in het Romeinse
Rijk.
- Hij stichtte ook een nieuwe hoofdstad met een christelijk karakter: Constantinopel
- Concilie van Nicaea in 325: wetten en doctrines van het christendom worden vastgesteld
Door het bouwen van een aantal kerken geeft keizer Constantijn aan dat het christendom
belangrijk was en dat laat hij zien doordat hij daar in heeft geïnvesteerd. Dit kan gezien worden als
een revolutionaire actie
Revolutionaire actie
De revolutionaire actie van Constantijn had verschillende dingen binnen het Romeinse Rijk tot
gevolg:
- Christenen dienen zich ineens met het imperium te identificeren
- Religie wordt een zaak van algemeen belang, niet langer een kwestie van een stad of een
bepaalde elite
- Het christendom is niet alleen religie waarin het gaat om het uitoefenen van bepaalde rituelen,
maar vraagt ook een bepaald gedrag, zoals een sociale zorg voor elkaar.
- In die zin is de christelijke religie eerder te vergelijken met een filosofische stroming dan me
teen klassieke vorm van religie
- De rol van geschriften binnen de religie is ook vergelijkbaar met filosofische stromingen.
Groot verschil
Verschillen tussen de filosofische geschriften en de bijbel:
- De filosofische geschriften zijn geschreven voor en door een geletterde elite. In dat opzicht
verschilde de bijbel enorm van de filosofische geschriften.
Romeinen en het Christendom
De kerkvaders maken het christendom ‘salonfähig’, acceptabel voor de elite.
Voor een goed opgeleide Romein blijft het christendom lang een tamelijk primitieve religie
De Bijbel: een primitief boek
Augustinus (354-430) blikt terug op zijn kennismaking met de bijbel
De vier Latijnse kerkvaders
Gregorius de Grote (ca. 540-604), Ambeosius van Milaan (333-397), Augustinus van Hippo
(354-430), Hiëronymus (van Stridon) (c. 342-420).
In dit hoorcollege draait het met name om de laatste drie; Gregorius de Grote was van een latere
tijd.